dinsdag, mei 20, 2008

Odysseus revisited


De mensen met mentale mogelijkheden van Dario Fo stelen de show en krijgen na afloop als enige een staande ovatie. Ik sta graag mee op, met tranen in de ogen van ontroering en geluk. Stel je voor: de jongen die aan het begin van de episode waarin Odysseus op Scheria aankomt, het gelukkige eiland van de Faiaken, zijn dansje doet moet met zachte hand afgevoerd omdat hij anders niet doorheeft dat zijn passage voorbij is. Hij heeft een minuut of drie de Katchaturian van, hoe toepasselijk, de Onedin Line mogen dirigeren, met prachtige dansachtige armbewegingen, staande op de gouden middenstip van de speelvloer. Het levert een zeldzaam mooi en bijna abstract toneelbeeld op, vooral ook omdat de even gebrekkige Odysseus hulpeloos op de toneelvloer ligt. Alles ademt rust. En abstractie. Abstractie is de grote kracht van dit toneel, dat moeilijk te evalueren is. Prachtig en ontroerend, maar wat motiveert mijn tranen? Het gebrek van de acteurs? Dat het, plat gezegd, mongolen zijn? Nee, niet alleen, maar het speelt wel degelijk een rol. Moeilijk hoor.

De andere scholen die meedoen aan het project van Theater De Appel waarin de voorstelling Odysseus in verkorte vorm wordt overgedaan door scholieren hebben het zwaarder. Zij moeten ook intellectueel aan de bak. De één maakt er RTL-Boulevard van, een aardige vondst. De ander doet iets anders puberaal aardigs. Aardig, aardig, aardig, wanneer je veertien of vijftien bent.

Mijn school steekt er zodanig met kop en schouders boven uit dat het bijna genant is. Het gesprek in de Hades tussen de levende Odysseus en de dode Agamemnon en Achilles is ijzersterk van tekst en uitvoering. Dit is volwassen toneel. Hier speelt de koninklijke tegen een provincieclub.