woensdag, januari 20, 2010

Oidipous


Gerhard Binkhorst mag blij zijn dat zijn publiek uit louter stervelingen bestaat, want het gemak waarmee hij het Grieks gebruikt is jaloersmakend. En wie de goden jaloers maakt, die moet oppassen. Mannetje!

In het Grieks klinkt het zo, zegt Gerhard, en ik als Twent begrijp heel goed hoe dat overkomt: ta ta ta ta, ta ta ta ta!. Over Oidipous gaat het, drie lezingen lang. Over weten wat je nog niet weet, over het publiek dat toch een beetje god is, wetend wat gebeuren gaat. Alleen het hoe is nog een raadsel. Sophocles is goed in raadsels. En langzaam gebeurt wat er moet gebeuren.

Gerhard toont een fragment uit een oude toneelregistratie, met Gielgud als de blinde ziener Teiresias. De opname is vijfentwintig jaar oud, vaal en grijs en het spat van het scherm. Wat een mooie tekst! De Engelsen gaan er wat vrijer mee om dan onze Gerard Koolschijn. Volgens Gerhard is de vertaling van Koolschijn een heel knap voorbeeld van tekstgetrouw vertalen in een leesbaar Nederlands. We moesten het maar eens opvoeren.