dinsdag, maart 11, 2008

Damrak


Eigenlijk wil ik het liever over het Spui hebben, of beter, Spui, zonder lidwoord, in Amsterdam. Het plein is zo mooi dat het met afstand de prettigste plek van de hoofdstad moet zijn. Aan het Spui heb je het Maagdenhuis, waar ik gisteren voor het eerst binnentrad.

Afspraak.

Alles als vanouds: het toilet is beneden weggestopt in vage gangen vol even vage spullen, net als in het Academiegebouw van mijn Alma Mater in Groningen. Aan de overkant is de 'American Bookstore', waar ik tot mijn verrassing een tijdschrift vind dat geheel aan André Bazin gewijd is. Even verder is boekhandel Atheneum. Vanwege de wind worden we verzocht de rechter deur te gebruiken. Ik raak er door van slag, en vind in de boekhandel eigenlijk helemaal niets. De filmafdeling is er ook een beetje in de war.

Na afloop loop ik terug naar het Centraal Station via het Damrak. Het Damrak is met afstand de meest gruwelijke straat van Nederland. Als je naar het station loopt heb je aan de rechterkant een collectie treurige autobussen en nog droeviger rondvaartboten met uitgewoonde in slecht uniform gestoken kapiteins als uithangbord. Kom bij mij aan boord, bij mij is het nog treuriger dan bij de buren hiernaast. Aan de linkerkant verheffen zich mooie panden met lelijke nering: souveniers, geldwiddelaars, en patatboeren. Halverwege het Damrak moet ik uitwijken voor drie Japanse dames: twee van de drie stellen zich op voor een gebouw, de derde maakt een foto. Ik kijk in het voorbijgaan welk gebouw hier vereeuwigd wordt. Het is het sexmuseum. Japanse vrouwen zijn in Europa, in Amsterdam, en fotograferen het sexmuseum. Wat een treurnis.