maandag, januari 25, 2010

Wonderlijk toeval


Bij Schipborg beklimmen we de heuvel. Op de ruwhouten bank zit een bijna verregend briefje: autosleutels kwijtgeraakt, bel als je ze gevonden hebt met 06 ... Marijn loopt naar beneden. Aan een verkeersbord heeft hij een verregend setje sleutels zien hangen. Ik bel het nummer. Voicemail. Ik spreek wat in. De sleutels lijken nogal verweerd. Daar krijg je vast geen auto meer mee aan de praat.

Bij Zwolle rijdt een Landrover met een kliko aan de trekhaak. Het ding helt scherp naar voren. De as met de wieltjes lijkt langer dan normaal, en de kliko beweegt van links naar rechts heen en weer. De auto rijdt niet hard. Als we hem inhalen vliegt er een wiel van de kliko. Achter het stuur zit een mevrouw. Ze stopt op de vluchtstrook om te kijken wat er aan de hand is. Ze moet bij het uitparkeren een kliko omver hebben gereden. Het ding heeft zich aan de trekhaak gehecht en is ongemerkt mee de snelweg opgeslopen. Als ik het later aan Herman vertel merkt hij op: Ze zal wel verbaasd zijn geweest, maar ik maak me sterk dat het niet de eerste keer was.

De mevrouw van de autosleutels belt op. Nee, de sleutel is niet verweerd, dat lijkt maar zo. En ja, ze hebben een Ford. Ze zijn de sleutels kwijt geraakt bij het sleetjerijden van de heuvel. Ze hebben weken onder de sneeuw gelegen. Ik beloof de sleutels op te sturen naar Amsterdam. We praten net lang genoeg om een wonderlijk toeval te ontdekken. Zij, haar vriend, en ik, we zijn alle drie leraar wiskunde en zien elkaar over elf dagen op de wiskundedagen in Noordwijkerhout.