maandag, januari 29, 2007

Kopland

In het Volkskrant Magazine van zaterdag jl. staat een interview met de dichter Rutger Kopland. Het is een naar verhaal. Kopland, 'nom de plume' van Rudi van den Hoofdakker, reed ruim een jaar geleden na een hartaanval achter het stuur frontaal tegen een boom. De politie van Glimmen redde zijn leven. Na een tijd intensive care, gevolgd door buien van zelfdestructief gedrag, vond Kopland zichzelf terug op de gesloten afdeling psychiatrie waar hij als hoogleraar ooit zelf de sleutels van op zak had. In het interview vertelt hij hoe erg dat was, en hoe hij als psychiater nooit heeft begrepen hoezeer er door patienten in de duisternis van de nacht geleden wordt.
Wat is het toch naar dat mensen die je heel hoog hebt oud worden, hun vermogens zien slinken, en dood gaan. De teloorgang van de geest is een schande. Ik ontmoette Kopland drie keer, de laatste keer op een symposium naar aanleiding van de presentatie van de biografie van Frederik van Eeden.Tijdens de vragenronde vroeg ik de auteur, die uitgebreid had gesproken over de angst van nabestaanden voor negatieve onthullingen in een biografie, of het gevaar van hagiografie voor de biograaf niet veel goter is dan het gevaar om negatief te doen. De auteur snapte mijn vraag niet. Ik herformuleerde: "U moet toch in die drie jaar dat u met Van Eeden bezig bent geweest wel een beetje verliefd op de man zijn geworden." De auteur antwoordde, te dom voor woorden: "ik word niet verliefd op mannen". Op dat moment keek Kopland me aan en grijnsde. Ik bewaar dat moment als een kleinood. De grootste dichter van de laatste decennia van de twintigste eeuw grijnsde en zei daarmee; "ik snap het wel hoor, je hebt gelijk".
Kopland dicht nog steeds. Laten we hopen dat zijn gedichten nog sterker worden. Achterberg schreef zijn meest ontroerende gedichten, verzameld in de bundel 'Blauwzuur', in het gesticht, aan het eind van zijn leven. Kopland is weer thuis. Hij lijdt aan gaten in de herinnering. Schrijf er over Rudi! Goddomme, het ga je goed!!!!