dinsdag, april 10, 2007

Neerkijker

Met een lange stoet Bruggers naar Diergaarde Blijdorp. Een zware dag, want deskundige begeleiding vereist nu eenmaal dat men zich met collega's op het terras achter een door de baas betaalde kop koffie met gebak verschuilt om de hele zaak stiekem een beetje in de gaten te houden. Later volgen noodzakelijkerwijs een gehaktbal met vette friet, een glas cola, en een zanderige muffin. Men brengt zijn offer. Het is niet anders. We klagen alleen onderling.
Blijdorp is voor een deel nog een heel ouderwetste dierentuin, met vooroorlogse kooien in een mooie ruine-achtige retrostijl. We discussieren over de hyena, een afschuwelijk beest volgens velen. Lia en ik protesteren. De eenzame hyena heeft een uitgekiend en zeer prettig ogend ontwerp. Een prachtig trots dier. We zien de Okapi en de Tapir, wezens die zo zeldzaam zijn dat ze buitenaards lijken. Die mogen eigenlijk wel gewoon uitsterven als je het mij vraagt. Niemand vraagt het me gelukkig. De nog veel buitennissiger olifanten proberen ons met stront te bekogelen. Frans wijst op mijn kruin: "daar!" We zijn buiten bereik.
Over het spoor is alles mooi en nieuw. Het Oceanium biedt vis, veel vis. Ik prefereer mijn vis zonder uitje en met de kop alvast verwijderd. Er zijn twee uitzonderingen. Little Nemo, niet groter dan twee vingerkootjes, is te schattig voor woorden. Maar de vis waar alles om draait is de 'Neerkijker'. Al dat visgedoe lijkt ontworpen als decor voor de neerkijker, een oud mannetje, een gepensioneerde trambestuurder op de bank achter de geraniums, die het leven met een wetende droevige blik beziet. Die andere vissen heeft hij allemaal in zijn tram gehad, vroeger. Verlegen types, duurdoeners, groot, klein, slechtgekleed, rijkversierd. Allemaal onzin. De neerkijker berust. "Life is very complicated. And then you die."