donderdag, november 22, 2007

Lego

Vanavond gegeten bij Klaas. De gastheer groeit als kool, lacht beleefd naar het bezoek, en laat het tijdens het eten gewoon lekker afweten. Een echte man trekt zijn eigen plan. Zo hoort dat. Ik moet nu heel erg een tukje.

Tijdens dat eten gaat het over Lego. Tussen Beute en mijzelf gaapt een bescheiden generatiekloofje. Ik kreeg mijn eerste voorgeprogrammeerde Lego-doos pas toen ik zestien was (een vrachtauto, in Billund!), terwijl Michiel niet anders kent dan dozen met een doel: volg het stappenplan, dan wordt het vanzelf een huis.
Voor mij was Lego een verzameling blokjes zonder bouwtekening. Aanvankelijk waren er vooral de blokjes van vier bij twee of twee bij twee nopjes. Er waren ook andere (één bij twee, de bijzondere en speciaal geliefde drie bij twee), maar die waren zeldzamer. De blokjes waren rood of wit, vooral rood. Er waren ook zwarte, blauwe en gele, maar daar kon je niet zoveel mee. Huizen werden rood, auto's ook. Het vliegdekschip dat ik ooit maakte had eigenlijk grijs moeten zijn, maar ook dat werd rood.
Later kwamen er andere vormen bij: de dunne platte blokjes waarvan er verticaal drie in een normale pasten, en de even platte blokjes met de gladde bovenkant, ideaal voor bestrating of afwerking van huizen.
Af en toe had ik visioenen van een eindeloze voorraad blokjes van alle vormen en kleuren. Een grote houten kast tjokvol grote laades voor de zeldzame stukken, en hutkoffers vol voor de basisblokjes. Eindeloos bouwen. Een jongensdroom is nooit af, en dat terwijl mijn collectie blokjes toch bepaald niet kinderachtig was.
En alles is bewaard. Wat je ook wegdoet, niet je Lego. Over een jaar of vijf vinden we onszelf wel terug op de houten vloer. Ik heb nu al weer zin in dat vliegdekschip. Kortom: Leve Klaas!