donderdag, augustus 14, 2008

Cameo


De film is gemaakt in 1949 en heet Törst, oftewel: Dorst. Een deel van de film speelt zich af in een trein. Hier zien we de conducteur die zich een weg baant door een uitgelaten menigte reizeigers. De conducteur lacht vrolijk mee.



De camera pant mee met de lopende conducteur. Waar zijn bewegingsrichting haaks op de kijklijn van de camera staat en de schijnbare bewegingssnelheid van de camera dus het grootste is, staat een man met een ironisch hoofd en een zwart alpinopetje op. Hij is twee keer even te zien, heel even voordat de conducteur hem verduistert,



en heel even daarna.



De man is al met al nog geen halve seconde in beeld en is niettemin de belangrijkste deelnemer aan de film.

Inderdaad, het is de regisseur. Hitchcock deed het in alle van zijn latere films, Paul Verhoeven deed het heel even op de dansvloer in Basic Instinct, waarschijnlijk omdat dat een verkapte poging tot Hitchcock was. En er zijn er ongetwijfeld meer.

Ingmar Bergman was eenendertig jaar oud toen hij met een petje op een beetje in de weg ging staan. In Zweden had hij al naam gemaakt als toneelregisseur (in maart 1949 had hij al tweeënzestig keer regie gevoerd) en als filmregisseur (Törst was zijn zevende film), maar in het buitenland zou hij pas in het midden van de jaren vijftig doorbreken.

Ik ben al weken bezig met het zien, voor het eerst, van al die Bergman films van voor 1960. De films vanaf de beroemde trilogie (Als in een donkere spiegel, De avondmaalsgasten, De grote stilte) kende ik wel zo'n beetje.

De jonge Bergman is anders, meer eclectisch in zijn stijl, vrolijker. De latere helpikhebeenrelatieenikbenzoindewar-films zitten er al wel in, maar het is er ook nog gewoon zomer en licht. Hij bevalt me wel, die vroege Bergman.

Met z'n petje.