zaterdag, augustus 09, 2008

Lam Gods


Het grote Gentse altaarstuk van de gebroeders Van Eyck is één van de onbetwiste meesterwerken uit de schilderkunst. We zijn er ruim een half uur en gebruiken voor het eerst in ons toch al gevorderde bestaan een audiogids. Dat is de moeite waard.

De gids vertelt over de figuur die midden boven de voorstelling van het lam het geheel presideert. Is het God de Vader? Is het de gekroonde Christus? Zijn ze het allebei in één figuur? Voor het gemak voorbijziend aan het "zittende ter rechterhand"?

Er zijn iconografische aanwijzingen voor alle theorieën. Het sterkste argument voor de Christus-lezing, naast het feit dat Johannes de doper naar hem wijst, is de aanwezigheid van pelikanen in het baldakijn achter de centrale figuur. Die beesten staan voor het ultieme offer, omdat ze naar verluidt hun jonkies voeden met hun door zelfmutilatie verworven bloed. Een soort eucharistie.


Die veren aan de poten, de verkeerde snavel, ik weet het niet hoor. Het lijkt me eerder een soort vogel Phoenix. Maar, toegegeven, er staan jonkies op en de vogel lijkt zichzelf in de borst te pikken.

Het lijkt mij het leukst dat Van Eyck Vader en Zoon combineert omdat ze eigenlijk dezelfde zijn. Hij zou zich daarmee schuldig maken aan de mooiste ketterij die er is, die van het 'patripassianisme' dat vooral in de tweede eeuw populair was en tot en met de grote Karl Barth steeds weer voorzichtig de kop opsteekt.

Het was God zelf die aan het kruis hing en ter helle voer. Was de hemel leeg? Niet voor lang. Kijk, daat zit Hij, een tiara op het antropomorfe hoofd. Vader, Zoon en Heilige Geest. Als je het helemaal niet meer weet kan je altijd nog de triniteit verzinnen.