Outback
Mijn moeder kijkt vanaf de negende verdieping uit over Emmen en het achterland. Het doet me altijd denken aan de Outback, waar ik nog nooit geweest ben. Het komt door de immense leegte van het groene vergezicht. Voorbij de lage flats in het centrum van het dorp kijk je naar een strak groene horizon. Bij goed weer piept de kerktoren van Sleen, de hoogste van Drente, er slank bovenuit. Vandaag zien we zelfs de schoorsteen van de vuilverbranding bij Wijster, bijna dertig kilometer verderop. Maar verder is het landschap leeg en wijd, zover de blik reikt.
Op de grond blijken later de details: in het strakke groen een huis met tuin waarin de kinderen trampolinespringen, een tweetal bijna leeggegeten bulten kuilvoer tussen zwart-bont vee, twee toggenburgers in een stukje weiland naast een schuur en dan al snel het dorp waar vroeger onze vouwwagen overwinterde. De trein stopt er en laat twee bejaarden in en een jong meisje uit.
Eerder, op weg naar het station, lopen we door de Diederingswal. De klimboom op het heuveltje staat er nog. De onderste takken zijn er afgehaald, zodat ik de kinderlijke neiging om na veertig jaar nog één keer een beetje te klimmen niet hoef te onderdrukken. De grasveldjes waar ik voetbalde zijn nog precies hetzelfde.
In de trein vind ik het na Gramsbergen allemaal wel best en begraaf me in de zaterdagkranten. We gaan naar huis.
1 Comments:
Mooi!
Een reactie posten
<< Home