vrijdag, december 24, 2010

Kapitaal


Bij de Aldi haal ik wijn en chocolade. De bank vindt dat prima, want we zijn eventjes heel rijk. Leve de dertiende maand! De bodemloze gaten waar die rijkdom in verdwijnt verzwijgen we nog even. Ik overdrijf.

Veertig meter verderop heeft de bank opeens geen mening meer. De intercom bij Albert Heijn kondigt een landelijke pinstoring af. We kunnen alleen contant betalen. Ik loop naar buiten, naar de pinautomaat van mijn bank. Er ontstaat al een bescheiden rij. Verbroederd door de toch licht amusante tegenslag bespreken we de geweldige timing van het euvel. Voor me staat een mevrouw te bibberen in de rij: "Dit houd ik niet lang vol hoor, zoveel winterse ellende." Ik constateer dat ze het dus niet gaat redden wanneer de techniek ons echt zou verlaten. Nee, dat geeft ze grif toe, en bibbert nog wat harder. De meneer achter me moet lachen. Ja, koud is het wel. Het dooit en het waait.

Terug bij Appie blijkt dat er niets meer aan de hand is. Ik scan en pin dat het een lust is, laad fietstassen vol en ploeg door de blubber naar huis. Een rijk man, met keihard bankpapier in de portemonnee en virtuele euro's op de bank.

Op de mat wacht een bodemloos gat, in de gedaante van een blauwe enveloppe. Gelukkig, alles is weer normaal.