München aan zee
We zijn in een hotel. Terwijl Igor klaagt over de kosten voor het parkeren van de auto, kijk ik door een guldengroot gat in de vloer naar beneden. Er rijdt verkeer, auto's en stadsbussen. We moeten een bus nemen, dat is het. Igor gaat maar door over het parkeren. Ja, het is wel mijn auto en in Rome kan je nu eenmaal nergens gratis parkeren.
Nee, het is Rome niet, we zijn in München, al ligt het wel ergens aan een mediterraan water. We bestijgen de trappen van de bovengrondse metro. De treden zijn afwisselend gekleurd: rood, geel en zwart. Over rood mag ik niet lopen, over geel alleen als het echt niet anders kan. Ik blijk tot vreemde bokkesprongen in staat. Rob glimlacht, mild en begrijpend.
Buiten de stad staan we opeens stil. Ik wijs naar links, naar de Chicago-achtige skyline van München. Kijk daar, stad aan het water. Maar waarom staan we hier stil?
Omdat ik het wil. Ik wil kijken.
Nee, het is Rome niet, we zijn in München, al ligt het wel ergens aan een mediterraan water. We bestijgen de trappen van de bovengrondse metro. De treden zijn afwisselend gekleurd: rood, geel en zwart. Over rood mag ik niet lopen, over geel alleen als het echt niet anders kan. Ik blijk tot vreemde bokkesprongen in staat. Rob glimlacht, mild en begrijpend.
Buiten de stad staan we opeens stil. Ik wijs naar links, naar de Chicago-achtige skyline van München. Kijk daar, stad aan het water. Maar waarom staan we hier stil?
Omdat ik het wil. Ik wil kijken.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home