Anton Bruckner
Op de autoradio, op weg naar school, begint op Radio 4 direct na het acht-uur journaal een nieuw werk. Wat is dit? Even denk ik aan Purcell, maar dat klopt niet. Het is moderner, of op zijn minst nieuwer. Een stuwend ritme, prettig barok-achtig, al snel aangevuld met een betoverend monotone zangpartij. Maar er klopt iets niet. Dit is mooi, maar alleen op het eerste gehoor. Ik zit in mijn eerste gehoor. Mooi. Er klopt iets niet. Het is mooi maar leeg. Bij school duurt het een paar minuten voor ik de radio uit kan zetten, want ik wil weten wat dit is. De presentator meldt dat we geluisterd hebben naar het Magnificat uit 2003 van Vladimir Godar, uitgegeven op het klassieke pop-label ECM. "U moet zelf maar beslissen of het wat is of niet." Aha, de redactie maakt de playlist, de presentator denkt er het zijne van. Het is mooi en niks. Het is Gorecki, ook zo'n nietszeggende kampioen van het label ECM, het is Pärt op zijn meest ouderwets, het is maar nauwelijks beter dan Garbarek. Effectbejag. Mooi hoor.
Opeens heb ik heimwee nar de monumentale, subtiele, en sombere architectuur van Anton Bruckner. De cd's staan in ons niet meer zo heel nieuwe huis nog steeds in dozen. Waarom heb ik Bruckner daar nog niet uit bevrijd?
Opeens heb ik heimwee nar de monumentale, subtiele, en sombere architectuur van Anton Bruckner. De cd's staan in ons niet meer zo heel nieuwe huis nog steeds in dozen. Waarom heb ik Bruckner daar nog niet uit bevrijd?
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home