zondag, januari 25, 2009

Unspoken


We zijn vroeg en gaan koffie drinken in De Doelen. Naast me aan de toog staat een lang meisje. Als de jongen van de bediening tussen ons twijfelt wijs ik naar het meisje: zij eerst. Ze reageert nauwelijks. Ze lijkt verlegen. Ze heet Fien, maar dat weet ik nog niet.

Een kleine twee uur later blijkt er van die verlegenheid niet zoveel meer. Fien Troch staat achter de microfoon in de grote zaal van Pathé en praat honderd uit over de film die we zojuist hebben gezien. Unspoken, over de relatie tussen een man en een vrouw die al vier jaar hun dochter kwijt zijn, is haar tweede film.

De film is zeer sympathiek maar mislukt. Om de karakters in hun verdriet op te sluiten en het gebrek aan communicatie met de buitenwereld voelbaar te maken filmt Troch de karakters in bijna extreme close-ups en met een zeer kleine scherptediepte. De wereld is vaag. Dat is een vergissing. Om eenzaamheid in het dagelijks leven te tonen moet je wel het dagelijks leven laten zien.

Op twee momenten wordt het principe doorbroken. Als op een feestje aan de vrouw gevraagd wordt of ze ook kinderen heeft zegt ze zeer beslist nee en kijkt meteen naar links. De camera pant mee met haar blik, naar het gezicht van de vervreemde echtgenoot, die zijn vrouw verbijsterd aankijkt. In hetzelfde shot gaan we terug naar de vrouw, die nog steeds naar de man kijkt. Er is opeens contact en de film bloeit voor een paar seconden op. Later, alleen op straat, in de late avond, wordt de vrouw een donkere hoek ingetrokken en aangerand door een wildvreemde man. De man wil dat ze hem aankijkt. Ze kijkt hem strak aan, met minachting in haar blik. De man gaat nog even door met zijn gefriemel maar haakt dan af. Zijn slachtoffer is niet bang. Aanranden gaat niet om sex maar om macht. Het is een mooi moment: sterk en breekbaar tegelijk. Unspoken zou er meer van moeten hebben.