vrijdag, juli 16, 2010

Albuquerque, NM


We zitten in de missiekerk San Esteban del Rey in de Pueblo van Acoma. Kevin, onze gids, vertelt hoe de bewoners van de Pueblo in de zeventiende eeuw gedwongen werden om deze kerk te bouwen. Het is het klassieke verhaal van de 'primitieve' religie die zich niet laat verdringen door de zendelingen. Wie in de kerk om zich heen kijkt ziet een dunne schil van katholicisme. Kevin, afgestudeerd aan de University of New Mexico en volwaardig lid van de parrotclan van de Pueblo van Acoma, onthult hoe de tot slavernij gedwongen indianen hun overheersers te slim af waren. Het katholieke kerkje zit barstensvol symboliek uit de religie van de voorvaderen. De vroomheid geldt nog steeds de zon, de maan, de fetishes, het ritme van de natuur.

Wat is dat dan voor religie, wil een Amerikaanse dame weten. Dat houden we strikt geheim, zegt Kevin. Er zijn geen geschreven documenten waaruit ook maar iets valt af te leiden over het geloof van de voorvaderen. Maar, merk ik op, zo'n vermenging van oorspronkelijke religie met een schil van christendom is natuurlijk heel erg interessant. Daar moeten toch horden godsdienstwetenschappers op afkomen. Wat doen jullie om die weg te jagen? Die gooien we van de klif, zegt Kevin droogjes.

In het restant van de rondleiding vertelt hij van alles over de oude religieuze tradities. Dat het een orale traditie is hadden we al begrepen. En dat Kevin de kern van het geloof niet wil omschrijven komt wellicht omdat er geen kern is. Zijn betoog is een mengeling van historie en mythe, nauwelijks uit elkaar te houden. Hij verwijst naar rites, naar gebed, naar meditatie. Bergtoppen zijn betoverd, grond is heilige grond. De mens is van de aarde. Eenmaal dood word je niet begraven, dat is een christelijke term, maar ga je terug in de moederschoot.

Aan het eind druk ik Kevin een biljet in handen: dit is omdat je me niet van de klif hebt gegooid. Hij lacht en zegt dat we nog maar eens terug moeten komen. Nou, dat zou zomaar kunnen.