vrijdag, oktober 15, 2010

Gerendal

Het land is zo helder als de lucht. Boven het dal hangt een wollig wolkendek, niet egaal grijs, maar met plukjes en randjes en witte rondingen. De zon heeft niettemin geen schijn van kans.

Het land is hier rood. We lopen het kleine dal in over de verharde weg. Een enkele auto komt ons tegemoet, langzaam. Twee fietsers bollen naar beneden. Voor de rest zijn het vogels.

Vlak voor de top gaan we rechtsaf, langs de rand van de heuvel. Om de hoek van een akker opent zich onverwacht een kleiner dal. Het pad wordt hol. De hop hangt er overheen, de bloemen verdord tot pluizige bosjes grijzig hangend haar. Dan houdt de begroeing op en zijn we boven, op de zacht glooiende heuvels van het Mergelland.

Verderop verlaten we het plateau. Een smal pad loopt als een hoogtelijn langs de steile heuvel. Dan duikt het plotseling naar beneden, naar de eerste gele huizen van het dorp. In een café drinken we thee. Ze spreken hier Nederlands.