Bourgogne in de winter

In Vézelay is de lucht wat hoger geworden en is hier en daar een vermoeden van blauwe plekken tussen het grijs. We klimmen door het straatje omhoog naar de kathedraal. De Romaanse kerk is rijk en sober tegelijk, rijk vanwege de prachtig gebeeldhouwde kapitelen en de verschillende soorten steen die in het interieur verwerkt zijn, sober omdat er aan de pracht van het bouwwerk verder eigenlijk niets is toegevoegd. De gang van het voorportaal door het schip naar het hoge koor is een gang van het duister naar het licht. Dat hoort zo, maar hier is het wel erg goed gelukt.

Als we de kerk uitlopen breekt ook buiten opeens het licht door. Tussen lange vegen van wolken wint de zon steeds meer terrein. We wandelen over het plein achter de kerk, waar het stadje opeens ophoudt en de heuvel diep naar beneden valt. We zijn er alleen met de zwarte bomen en kijken uit over het lichtspel dat zich over de heuvels aan de andere kant van het dal ontvouwt. We blijven er een half uur dwalen, en moeten dan weer de kerk in om te zien wat het zonlicht met het gebouw doet.
Op weg naar huis rijden we met de zon mee naar het westen, maar als we onze heuvels naderen wordt het donker en is de mist weer terug. We wonen blijkbaar in de mist. Het is mooi, het zij zo.


1 Comments:
Prachtig.
Een reactie posten
<< Home