Naar het Noorden
Morgenmiddag naar het noorden. Wie daar geboren en getogen is en de vrijdagmiddagspits rond Zoetermeer, Utrecht en Amersfoort heeft doorstaan en bovendien Meppel voorbij is, slaakt een zucht van verlichting: beschaving! Weilanden met bosranden in de verte, hier en daar een boerderij, en tientallen kilometers lang geen woonkern van betekenis. Wij wonen nu ruim zes jaar met veel plezier in Den Haag, en dat zal waarschijnlijk nog lang zo blijven, maar als je me zeven jaar geleden had verteld dat ik in de Randstad ging wonen had ik gezegd: "Je hebt een gaatje in je hoofd."
Mijn moeder woont in Emmen, op steenworp (nou ja, zestien steenworpen, maar dan ben je er wel) van mijn geboortehuis. Van dat geboortehuis kon ik, als enige van het gezin, maar moeilijk afstand doen. Ik ben dan ook de enige die er geboren is. In dat huis heb ik alle kamers bewoond. Toen het een jaar of negen geleden verkocht werd omdat mijn moeder naar een serviceflat ging, sloopten de kopers er onmiddellijk een aantal relevante muren uit. Weg waren mijn kamers. Randfiguren!
Mijn moeder is oud en wordt bij vlagen per week nog ouder. Zij beschikt over een humeur van schokbeton, al wordt ze met regelmaat geteisterd door duizelingen en immobiliteit, en is haar gezichtsvermogen gedaald tot 35%. Ze heeft een privé-restaurant waar we altijd moeten eten. De kaart is al jaren hetzelfde, en alle gerechten zijn al een keer of tien voorbij gekomen. Het geeft niet. Het dochtertje van de restaurateurs hebben we zien opgroeien tot een struise pré-puber, en mijn moeder heeft altijd iets voor haar bij zich. Terwijl haar moeder roept dat ze ons niet lastig mag vallen en dat ze al lang in bed had moeten liggen, fluistert ze samenzweerderig: "Wil je mijn nieuwe konijn zien?" Dan gaat ze zogenaamd naar bed, en komt tien minuten later in pyjama terug met het konijn. We aaien het om de beurt. Tot haar moeder het ziet. "Mariska!!!!" Moeder heeft gelijk, konijnen horen op ons bord. Maar morgen niet. Morgen krijg ik snert. Gewoon thuis.
Mijn moeder woont in Emmen, op steenworp (nou ja, zestien steenworpen, maar dan ben je er wel) van mijn geboortehuis. Van dat geboortehuis kon ik, als enige van het gezin, maar moeilijk afstand doen. Ik ben dan ook de enige die er geboren is. In dat huis heb ik alle kamers bewoond. Toen het een jaar of negen geleden verkocht werd omdat mijn moeder naar een serviceflat ging, sloopten de kopers er onmiddellijk een aantal relevante muren uit. Weg waren mijn kamers. Randfiguren!
Mijn moeder is oud en wordt bij vlagen per week nog ouder. Zij beschikt over een humeur van schokbeton, al wordt ze met regelmaat geteisterd door duizelingen en immobiliteit, en is haar gezichtsvermogen gedaald tot 35%. Ze heeft een privé-restaurant waar we altijd moeten eten. De kaart is al jaren hetzelfde, en alle gerechten zijn al een keer of tien voorbij gekomen. Het geeft niet. Het dochtertje van de restaurateurs hebben we zien opgroeien tot een struise pré-puber, en mijn moeder heeft altijd iets voor haar bij zich. Terwijl haar moeder roept dat ze ons niet lastig mag vallen en dat ze al lang in bed had moeten liggen, fluistert ze samenzweerderig: "Wil je mijn nieuwe konijn zien?" Dan gaat ze zogenaamd naar bed, en komt tien minuten later in pyjama terug met het konijn. We aaien het om de beurt. Tot haar moeder het ziet. "Mariska!!!!" Moeder heeft gelijk, konijnen horen op ons bord. Maar morgen niet. Morgen krijg ik snert. Gewoon thuis.
2 Comments:
Goh, je verwoordt het mooi, oma's stamrestaurant waarvan we al jaren hopen dat we het eens voor iets nieuws (in velerlei opzicht) kunnen verruilen, maar waar we toch steeds weer met plezier naar toe gaan... Ik hoop dat we er nog jaren aan vast zitten!
Goeie blog hoor, zit al een tijdje geboeid te lezen!
Je nicht.
Joh nicht, wat leuk. Ik zie het nu pas.
Een reactie posten
<< Home