De nummerweergave verraadt dat Robert belt. "Dag meneer Stamm."
"Dag meneer Blaak. Neem me niet kwalijk dat ik je afkort, maar je staat als 'Blaak' in mijn telefoon."
"Geeft niet, ik vind het niet erg om afgekort te worden."
"Dat komt dan goed uit, want ik heb een kettingzaag geleend."
Op de uitgegraven boomstronken zijn al diverse apparaten stukgelopen, maar nu komt Robert met een heuse kettingzaag. Een fontein van houtsplinters, voor minder doen we het niet. Robert monteert het geheel en mag als eerste. De zaag sputtert en doet, en inplaats van splinters komt er rook uit de boomstronk. Stomp.
De zoektocht naar een nieuwe ketting brengt ons door heel Den Haag, zonder resultaat. Robert weet raad, hij gaat de oude ketting slijpen met mijn haakse slijper. Het resultaat mag er zijn: de kettingzaag is een slordige 20% effectiever geworden. Niks dus.
Uit balorigheid bedenkt Robert dat het in de fik zetten van de boomstronken het snelste resultaat oplevert. Ik denk er het mijne van, maar we zetten de verfafbrander aan het werk. In een zaagsnede wil het natte hout best gaan gloeien. In een uur tijd (40 cent naar de Nuon, valt mee) ontstaat er een gloeiende holte in de boomstronk waar een forse aardappel in zou passen, maar zodra je de verfafbrander weghaalt is het vuur verdwenen. Aardig maar nutteloos. Voorlopig winnen de stronken. Het was een leuke dag.