woensdag, mei 27, 2009

Klaprozen


In het Gemeentemuseum loopt een tentoonstelling waarin werk van schilderende stellen wordt getoond. Een komkommertijdexpositie wat mij betreft. Van een stel is er over het algemeen eentje goed (Kandinsky of zo) en die ander kan er eigenlijk niet zoveel van. Meestal, het spijt me, is de schilder de man. Echt omgekeerd is het alleen in het geval van Otto Modersohn. De enige reden dat Otto vandaag in Den Haag mag hangen is omdat zijn vrouw een fabelachtig goede schilderes was.

Paula Modersohn-Becker zou je met enige fantasie een voorloopster van Marlene Dumas kunnen noemen, maar dan met een breder palet. Zie hoe ze in de klaprozen een moeder met kind neerzet. De liefdevolle aandacht van de moeder is er ondanks een zekere minimale hardheid. Het kind is nog nauwelijks mens. Het heeft een neus en een mond en één oog. En een onbeholpen armpje met een verden van vingertjes. Het is bijna niets. En daardoor helemaal goed.