donderdag, juni 04, 2009

Rocamadour


Ik moet iets bekennen: Ik ben voorzitter, secretaris en penningmeester van de vereniging tegen de combinatie van hartig en zoet. De windstreek doet er niet toe. Het mag niet. Punt.

In mei 2005 vluchtten we weg uit Spanje omdat het er 's nachts vroor en overdag stortregende. We vonden ons aan het eind van de eerste vluchtdag terug in de omgeving van Biarritz, en we hadden honger. De eetsalon van de pizzeria die we na eindeloos zoeken vonden bleek met de pizzeria niets te maken te hebben. Het was een juist die week geopend restaurant met culinaire pretenties. We waren gast nummer tweeëntwintig en drieëntwintig. Ik overdrijf. De uitbater wist wat we moesten eten, en we gehoorzaamden.

De Pata Negra die ons vervolgens werd voorgeschoteld verdient een apart blogje. Wat zeg ik, een apart verhaal. Een boek, een symfonie!

En het nagerecht bestond uit een kaasje met compote. Het kaasje was een Rocamadour: C'est un petit fromage à base de lait de chèvre, à pâte fraîche. Het kaasje was buitengewoon. En de compote was zoet. Ze bestond voor een belangrijk deel uit bessen en vijgen, ernstig gezoet, maar ook wreed. Hartig en zoet. Het mag niet. Het was goddelijk.