zaterdag, juli 18, 2009

Westkust

Aan het eind van de wereld doet je telefoon het niet, dus als de nood aan de man komt heb je er niets aan. Aan het eind van de wereld is een oude steiger van steen. Daar vertrekt de boot naar het eiland aan de korizon. Het eiland heet Jura. Het ligt onder handbereik. Er is niets. De boot vaart al een eeuw niet meer.

In het binnenland ligt Glencoe. Touringcars vol Japanners scheuren er door de zware regen. Hoog rijzen de zwarte heuvels. De dood heerst hier nog steeds. In de nacht verschijnen hier mannen in bemodderde kilts met gedeukte helmen en druipende zwaarden.

Terug aan de kust vinden we de moeder van alle kampeerplekjes. Ingeklemd tussen rotspartijen ligt een klein strand van helder wit zand. Het water is schoon en doorzichtig. Een meter of dertig van de vloedlijn liggen de rotsen bedekt met een veenlaag. We kamperen tussen de schapekeutels met uitzicht op de toppen van Skye, die voor een keer helder aan de horizon staan getekend. We zijn opnieuw alleen. We hebben geen verbinding.

Reken nergens op.