woensdag, maart 17, 2010

Loochenen


De lezing gaat vanochtend over de verloochening door Petrus. Mooi woord, loochenen, verloochenen. Het lijkt op liegen, en daar lijkt het ook op. Waar wordt het woord in deze vorm nog gebruikt? Alleen als het hanengekraai niet ver weg is lijkt me.

Voor klas twee zoek ik er wat plaatjes bij. We stuiten meteen op Caravaggio. We praten over licht. Nou ja, ik praat over licht, en de leerlingen denken aan uitstel van sommen. Maar zie, in een later schilderij wijzen ze toch het verschil aan met het helverlichte duistere palet van de Italiaan.

Ik kan het niet laten ook hier over Rothko te beginnen. Dat is de schuld van Zwagerman, van het boekenweekgeschenk. In klas vier snapten ze gisteren eigenlijk geen hout van dat warm lopen voor grote kleurvlakken. In klas twee is er wat meer fascinatie, al helpt het wel dat ik er bij opmerk dat ik voor het bezit van zo'n doek best een vinger zou willen opofferen.

Nee, niet echt.