Gert, niet Geert, suggereerde vandaag dat het feit dat zoveel mensen op de PVV stemmen een teken van welvaart is. We hebben niets te klagen en hoeven nergens bang voor te zijn. Het is een interessante suggestie. Feit lijkt dat PVV-stemmers moeilijk te peilen zijn. In helder daglicht zeggen ze (bijv.) dat ze het nog niet weten, maar eenmaal achter het gordijn (hebt u een gordijn gezien? Nee, ik ook niet) in het stemhokje maken ze stiekem het hokje van Geert rood. Stiekem! Stout!
Ze zijn stout, die stemmers. Homo ludens? Spelen is ook een beetje stout, of beter, stout zijn is een spel. Wie speelt heeft geen zorgen. Wie PVV stemt heeft zich angst laten inblazen. Angst voor niks. Vooral in de provincie, waar ze nog geen halve islamiet hebben ontmoet, oogst de PVV alsof het manna regent. Ze zijn vooral stout. Tegen Den Haag, tegen de zakkenvullers! Ze zijn ook bang, dat wil zeggen, ze denken dat ze bang zijn. Angst en spelen, het is een vreemde paradox. Nee, fluiten in het donker is het niet. Het is vooral donker. En we fluiten niet, we schreeuwen.
Als Gert gelijk heeft, en dat hoop ik van harte, moet ik er niet zo ongerust over zijn. Het is niet het einde van het avondland all over again, het is spielerei. Laten we lachen. Homo ludens, homo ridens.
Je zult maar een PVV stemmer zijn die op Wilders stemt vanwege zijn AOW-standpunt. Dan ben je hedenochtend al in al je openingen hardvochtig genaaid, pardon my french. En was het lekker? Nee, niet echt. Er blijft weinig te lachen over.
Geert wil regeren. Nou Geert, toe dan maar jongen. Wie wordt er minister van Ruimtelijke ordening? Onderwijs? Verkeer en waterstaat?
Lachen met Geert. Mevrouw, komt Geert buiten spelen?
Auw Geert, niet doen.