dinsdag, juli 20, 2010

Galveston, Tx



De oorspronkelijke reden (er is nog een latere, gisteren voortreffelijk geconsumeerd) om naar Texas te gaan was Rothko Chapel in Houston. De stad kondigde zich vandaag al van verre aan. Dacht ik gisteren nog dat ons eigen Rotterdam zich heel aardig kan meten met middelgrote steden in de VS, vandaag was er van middelgroot geen sprake meer. Voordat de wolkenhoge kolossen zich in alle glorie aan je vertonen, rijdt je al dertig kilometer door een onmiskenbare vorm van stad. Voor het eerst vond ik het rijden spannend. Over vijf lanen schieten auto's en trucks heen en weer. Wanneer je dan ook nog subtiele afslagen probeert te vinden kom je ogen te kort.

Uiteindelijk bereiken we een broeierige buitenwijk. Lanen vol mooie houten huizen, gazons van het soort gras waar ze in Almelo plastic van maken, riet langs de tuingrenzen en zorgvuldig onderhouden palmbomen. Het regent net niet en het is warm, heel warm. Bij het verlaten van de gekoelde auto beslaat de bril. Het wazige gezicht gaat moeiteloos op in de ervaren atmosfeer. Langzaam aan dan maar. Zweet ik zo of regent het nu echt? Oh, beide.

Over Rothko Chapel moet ik een keer apart iets schrijven. Laten we volstaan met de constatering dat sommige dingen inderdaad de hoogste accolade verdienen: de reis waard. En dat is me een partij vliegen hoor.

Nu zitten we op een zorgvuldig uitgekozen motelkamer, Dat wil zeggen: niveautje net niet het allergoedkoopste en dus in Galveston zelf en dan niet achter de snelweg verstopt. Als we het gordijn openschuiven, een been in de nek vouwen, de rechterarm onder de kin leggen en dan het hoofd met een korte felle beweging naar rechts draaien, kunnen we in de spiegel heel even een flard van de Mexicaanse Golf opvangen.

Ik overdrijf. Het gordijn openschuiven is voldoende voor een klein streepje nat. Het is tweehonderd meter lopen, hij ruikt niet naar olie maar naar zoete vis en is lauwwarm. Tegen de schemering liepen we er nog een keer naar toe. Ik heb gezwommen in mijn onlangs verworven stoere boxershort. Aan het strand keek een dikke moeke toe of haar familie niet verdronk. Een mooi meisje met een gitaar zong Bob Dylan. Terug bij het motel deed de sleutel het niet.