zondag, juli 06, 2008

Leve de koning!


Ik bel Martijn. Ik wil een voorspelling. Nadal heeft de eerste set gewonnen. Wat denkt de tennisleraar er van?

De tennisleraar staat op de markt van Dordrecht boeken te verkopen. Tijdens de wedstrijd van het jaar. Het is een schande.

Ik houd Martijn per sms op de hoogte van de stand. De sms'jes zijn mooi van lelijkheid:

3 4
4 4
4 5


etc.

Dan gaat het regenen. Federer, die met twee-nul in sets achter staat en geen schijn van kans meer lijkt te hebben, krijgt adempauze. En als het droog is wint hij de volgende twee sets. Deze finale is zeldzaam spannend en zeldzaam fraai. Hier wordt de rivaliteit Borg-McEnroe nog eens dunnetjes overgedaan, maar dan met beter tennis. Hier hebben we het over twintig jaar nog over.

Martijn is inmiddels gearriveerd op een onduidelijke bijeenkomst waar allemaal tennisliefhebbers balen dat ze niet voor de buis zitten. Ik roep tegen hem dat ze in de kroeg moeten gaan zitten, maar dat kan niet om één of andere vage reden. Ik blijf sms-jes sturen.

Opnieuw regen. Bij een stand van 2-2 in de vijfde set wordt het zeil weer over het centrecourt getrokken.

Martijn belt opnieuw. Hoeveel het nu is, 2-2 of 3-3? Ik weet het niet meer. Het staat in mijn telefoon, in het laatste bericht dat ik verstuurd heb. Opgewonden zoek ik mijn telefoon. Zonet lag hij nog op de bank. Ik schuif boeken, kranten en afstandsbedieningen van de bank. Geen telefoon te zien. Hoe kan dat nou, net had ik hem nog. Waar is in hemelsnaam mijn mobiel?

Opeens weet ik het: aan mijn oor, ik ben aan het bellen.