Allan Pettersson
Eerder, in 2007, schreef ik dit:
Schrijven over muziek is een hachelijke zaak. Bij beeldende kunst of poëzie kan je nog verwijzen naar dit shot, deze regel, of die kleur. Bij muziek past zwijgen. Ik weet eigenlijk niets van muziek.
Al jaren ben ik een hartstochtelijk liefhebber van de symfonieën van Allan Pettersson. Pettersson leed bijna voortdurend pijn, vanwege een zeldzame reumatische aandoening, en de pijn is terug te vinden in de muziek. De muziek is schrijnend en zeldzaam echt en authentiek. En nergens mee te vergelijken.
In Zweden heeft Pettersson inmiddels wel status gekregen en wordt zijn werk met enige regelmaat uitgevoerd. In de rest van de wereld blijft hij een grote onbekende, ondanks de Duitse opnames van zijn verzamelde werk. Ten onrechte. Vooral de symfonieën zes tot en met negen behoren tot het beste dat de twintigste eeuw heeft voortgebracht. En dan heb ik het tweede vioolconcert nog niet eens genoemd. En de Barrevoetsliederen. Leek het maar ergens op, dan werd het wel uitgevoerd. Maar het lijkt nergens op. Het is geweldig.
Nu, terwijl de buren vervelende muziek draaien op een te luidruchtig feestje, draai ik op de koptelefoon de achtste symfonie. Het werk bestaat formeel uit twee delen maar is eigenlijk één lange melodische lijn. Onmelodisch voor ongewende oren. Het is van een hemeltergende pracht, klagend, dwingend, zeurend, bijtend. Allan Pettersson. Laten we zijn naam elk jaar maar een keer herhalen.
2 Comments:
Wat een aardige foto van Pettersson, hij is zowaar vrolijk, imiteert blijkbaar zijn altvioolspel. Voor wie verder zoekt op het wereldwijde web: Pettersson met dubbel-T en dubbel-S - Jacob
Oeps, dat is wel een ernstige blunder voor een afficionado. Dank voor de correctie.
Een reactie posten
<< Home