Lonicera periclymenum
Ik denk dat er drie soorten tuinbezitters zijn:
1. Mensen zonder tuin. Dit is de gelukkigste soort. Mensen die fluitend aan elk tuincentrum voorbij kunnen fietsen.
2. Mensen met een tuin die het leuk vinden om een tuin te hebben. Deze soort zou ook dolgraag fluitend voorbij fietsen, maar ja, de tuin roept. De buren kijken. Een tuin hebben is een tuin bewerken. Zitten in de tuin is een feestje, maar werken in de tuin is het ergste wat er is. Dit type ken ik vrij goed.
3. Mensen met een tuin die graag in de tuin werken. Er gaat niets boven een bezoek aan het tuincentrum. De hele dag trekken ze er voor uit. Gewoon net als iedereen een Mavo-diploma, maar een partij Latijn dat ze beheersen!
Ik ben bang dat ik in de evolutie na een langdurige fase als type 1 en een twee-jarige fase als verbeten type 2 misschien toch heel voorzichtig uiterst langzaam toebeweeg (lelijk woord) naar type 3. Het zal me toch niet gebeuren.
Ja, ik ben bang van wel.
Vandaag kochten we in het tuincentrum, ik was in een tuincentrum, ik zeg het nog een keer: ik was in een tuincentrum, kochten we in het tuincentrum, ja, in het tuincentrum, een drietal planten van het type kamperfoelie. We hebben ze tegen de schutting geplant, bij de staanders, om het slordige schroefwerk wat te verhullen.
Gras in de tuin en borders. Nee, Edmund, geen vijver. Een zitje achterin waar de zon het eerst komt. Morgen weer verder met het voorbereiden van de tuin voor het grote gras- en terraswerk. Ik heb er zin in!
Pardon?
1 Comments:
Ik feliciteer u bij deze met uw nieuwe aanwinst...
Anderhalve week geleden keek ik hoe hoog het plantje tegen de schittingmuur was; 4 bokjes exclusief grond hoog. Nu; 7 blokjes exclusief grond hoog.
Dus: geen pardon.
:p
Een reactie posten
<< Home