zondag, april 29, 2007

Vind je het goed?

Naarmate je ouder wordt neemt de republkeinse overtuiging wel af moet ik zeggen. Natuurlijk is het een volstrekt achterhaald idee, die erfopvolging, maar ach, zoalang de per ongeluk geselecteerden een beetje voldoen, waarom niet. Een republiek is duurder. De betrokkene zelf ziet het steevast als een hele zware maar ook mooie opdracht. Ontsnappen komt niet in je hoofd op, nou, misschien rond het twintigste levensjaar, maar dat gaat over. Wat vreemd is, en ook normaal, is dat ik toch geïnteresseerd ben in de persoon van de koning (m/v). Hoe istie nou, als mens? De afgelopen dagen zag ik Beatrix in herhaling met Henk van Os door het Stedelijk lopen, alwaar ze een tijd geleden een expositie had ingericht. En waar normaliter de majesteit het examen afneemt was het nu andersom. Ontwapenend.
Nog leuker was het moment in het bijna avondvullende programma rond Willem-Alexander. De kroonprins verschijnt bij het bed van een meisje van een jaar of negen, Eva, en vraagt: "Vind je het goed als ik even bij je kom zitten Eva?" Eigenlijk, ik durf het nauwelijks te zeggen, vind ik dat gewoon ontroerend. Natuurlijk is die jongen goed opgevoed. Maar het grote naturel waarmee hij zoiets doet voorspelt veel goeds. Verdorie nog aan toe, wat krijgen we nou? Ga ik morgen opeens ook vlaggen? Nee, dat is alleen voor de vierde mei, tussen zes en half negen.

donderdag, april 26, 2007

Foto


Al een maand of twee besteed ik weer een paar uur per dag aan het samenstellen van een internet-bibliografie over de Franse cineast Robert Bresson. Hoe obsessief dat is? Nou, behoorlijk! Het is nu één uur drieëntwintig (hoe spel je dat?), en ik moet mezelf dwingen op te houden met werken. Het voelt niet als werk.
Het begon een jaar geleden met het idee om de bescheiden bibliografie (een lemma of tweehonderd) die ik had verzameld ter publicatie aan te bieden aan de Robert Bresson website. Trond Trondsen, de webmaster, reageerde enthousiast. Toen ik er serieus indook kwam ik er al snel achter dat tweehonderd lemma's een lachwekkende vorm van peanuts is. Twee bibliografen hebben zich eerder serieus met Bresson bezig gehouden. Ik besloot ze een mailtje te sturen. Shmuel Ben-Gad, in Washington, had waardering voor mijn werk, maar meldde dat hij nog zocht naar een uitgever en dus niet mee wilde doen aan een internet project. Ben-Gad zette in een drietal artikelen in het 'Bulletin of Bibliography' het werk voort van Jane Sloan, die in 1983 de enige bibliografie in boekvorm over Bresson liet verschijnen. Ik zocht ook contact met Sloan, en tot mijn verrassing reageerde ze onmiddellijk positief: "zet dan dat boek van mij ook maar integraal op internet, dat wordt toch niet meer herdrukt". Een zomer ging heen met het scannen en corrigeren van haar boek. Het enige exemplaar is te vinden in de bibliotheek van de UvA, en daar waren ze zo aardig om me een kopie te laten maken. Nu was ik een dikke zevenhonderd lemma's verder, maar voorbij 1983 zag het er nogal magertjes uit. Ik besloot Ben-Gad een nieuw mailtje te sturen, met de mededeling dat Jane Sloan inmiddels meewerkte aan de internet-bibliografie. Zijn antwoord sloeg gaten in ons plafond: "als Jane meedoet kan ik niet achterblijven". Shmuel, tegen wie ik nog steeds netjes "meneer" zeg (Jane is allang Jane) stuurde me zijn complete werk. Ik verwerk het, uren per dag, en breng systeem aan in de brei van data. Met wat eigen aanvullingen lijkt het werk nu een kleine 2500 titels te gaan beslaan. Met dank aan Jane en Shmuel ben ik daar apetrots op: dit is de moeder van alle regisseurs-bibliografieën, zoals Trond me vorig jaar al eens mailde. Binnenkort op www.robert-bresson.com.
Maar wat is er met die foto? Soms vind je op het internet informatie waar je niets mee kunt. Deze foto heb ik nog nooit gezien, en ik heb veel foto's van Bresson gezien. Ik kan hem niet kwijt in de bibliografie. Dan hier maar: de grootmeester van de cinematografie.

woensdag, april 25, 2007

Subtiele kwets

dinsdag, april 24, 2007

Drogmetica

Afgelopen vrijdag liepen we naar Gember om te gaan lunchen, vervelend natuurlijk, maar iemand moet het doen. Bij het enige stoplicht stond Charlotte, uit de vijfde. Ze ging naar haar werk vertelde ze, naar appie, naar de drogmetica. Machteld en ik keken elkaar aan: "ik verstond 'drogmetica', jij ook?" Ja. Onze fantasie sloeg onmiddellijk op hol: 'drogmetica', het lang verloren gewaande laatste deel van Aristoteles' Retorica. Het nieuwste boek van Umberto Eco ligt al op de persen. De werkelijkheid is veel profaner natuurlijk; shampoo, tandenborstels, krulsets, allemaal 'drogmetica'. U raadt het al, drogmetica is het bruikbare stuk, de isterijcos gooien ze weg.
Toch maar even gegoogled, en wat blijkt: in de 'retail-business' wemelt het van het drogmetica-nieuws. Maar de leukste bijdrage komt uit het weblog van een zekere 'plutone': drogmetica: die standpunten in een partijprogramma die overduidelijk nergens op slaan en alleen bedoeld zijn om het gewenste sentiment te bereiken.

Journaal

Boris Jeltsin is dood. Het NOS Journaal bericht: Leuke man, die Jeltsin; maakte Clinton aan het lachen, wodka-wankelde wekelijks door het Kremlin, en hield heel erg van muziek, muziek voor te lachen. Heel veel, echt. Oh ja, er was ook nog iets met een tank, en met een deelrepubliek. Maar die wodka, man oh man, dat was wat hoor; of, zoals het journaal zei, na een opmerking over politiek: "Maar waar hij om herinnerd zal worden ...", en hup, daar was weer een filmpje vol wodka of foute billenknijperij.
Hallo NOS-journaal! Kunt u mij alstublieft een heel klein beetje serieus nemen? Vanmiddag gaf CNN in drie minuten een keurige analyse van Yeltsins rol in de overgang van stervend sovjet-rijk via probeer-democratie naar Poetin-cratie. Dat er nog veel meer over te zeggen is, a la, dat lezen we dan wel in de krant. Maar NOS, mag het misschien een heel klein beetje meer? Adolf hield van zijn hond maar niet van vlees. Ghandi was dol op pindakaas. FDR hield van zijn secretaresse en Eleanore hield eigenlijk meer van meisjes. Oh, vandaar. Ach, geschiedenis is zo eenvoudig. En nieuws? Dat gaat mutatis mutandis helemaal nergens over.

vrijdag, april 20, 2007

Anton Bruckner

Op de autoradio, op weg naar school, begint op Radio 4 direct na het acht-uur journaal een nieuw werk. Wat is dit? Even denk ik aan Purcell, maar dat klopt niet. Het is moderner, of op zijn minst nieuwer. Een stuwend ritme, prettig barok-achtig, al snel aangevuld met een betoverend monotone zangpartij. Maar er klopt iets niet. Dit is mooi, maar alleen op het eerste gehoor. Ik zit in mijn eerste gehoor. Mooi. Er klopt iets niet. Het is mooi maar leeg. Bij school duurt het een paar minuten voor ik de radio uit kan zetten, want ik wil weten wat dit is. De presentator meldt dat we geluisterd hebben naar het Magnificat uit 2003 van Vladimir Godar, uitgegeven op het klassieke pop-label ECM. "U moet zelf maar beslissen of het wat is of niet." Aha, de redactie maakt de playlist, de presentator denkt er het zijne van. Het is mooi en niks. Het is Gorecki, ook zo'n nietszeggende kampioen van het label ECM, het is Pärt op zijn meest ouderwets, het is maar nauwelijks beter dan Garbarek. Effectbejag. Mooi hoor.
Opeens heb ik heimwee nar de monumentale, subtiele, en sombere architectuur van Anton Bruckner. De cd's staan in ons niet meer zo heel nieuwe huis nog steeds in dozen. Waarom heb ik Bruckner daar nog niet uit bevrijd?

donderdag, april 19, 2007

Obama

Obama reageert op de schietpartij in Virginia en verbreedt het kader. Dat lijkt misschien opportunistisch effectbejag, maar dat is het niet. Obama meent wat hij zegt (sorry lezers, ik lijk een ware gelovige, ik kan het niet helpen):

"We know that... we know what the challenges are, and we know what the solutions are. We know that we got to match the might of our military with the strength of our diplomacy and the power of our alliances. We know that if we increase fuel efficiency standards on cars we can create a sustainable environment. We know that on health care, if we make sure that children have regular check ups that they're not going to treatable illnesses like asthma. We know that if we invest in early childhood education and we give teachers the pay and respect that they deserve, that we'll see improvements in the classroom."

"And the reason that we don't do anything about it is not technical, it's not because we lack the policies, it's because our politics is broken. Because we have given up believing that we can change things and so we turn away. And we look inward and we worry about ourselves. We stop believing that this government is of and by and for the people - we think that's just a bunch of words in a textbook somewhat. And it's that same disengagement that allows us to tolerate violence even though we know we really shouldn't and makes us feel isolated, makes us feel powerless."

"What I want us to reflect on today is how can we regain that power, how can we regain a sense that we have some control over this country of ours? How can we restore a sense of decency, how can we protect against a coarsening of the culture? How can we push back against the cynicism and hopelessness and despair? Those are things that, those things won't bring those young people back that were killed today, and maybe nothing could have been done to prevent it."

"But what it can do is address that other violence I spoke about, what it can do is make this country live up, a little bit better, to its creed. It can make sure that children who don't have opportunity do have opportunity. That parents that do not have health care do have health care. That those who do not have jobs can get jobs. And that a new spirit washes over this nation, one that is premised on the idea that we have mutual responsibilities towards each other and that we care for each other and that we are stronger when are united than when we're divided."

"Somebody said that the way we do that is by electing me, I appreciate you saying that, but let me say this: this campaign - and this I mean - this campaign cannot be about me, it is a vehicle for your hopes, it's a vehicle for your dreams. If you make a decision that change is gonna happen, then change will happen."

Het meest opmerkelijke zinnetje is in dit betoog: "we look inward and we worry about ourselves". Wat een prachtige en rare atypische opmerking voor een politicus. Heeft Obama dat zelf bedacht of heeft hij een psycholoog als tekstschrijver? Nee, dat is hijzelf. Je moet er even naar zoeken, maar hier spreekt de vleesgeworden anti-polarisatie kandidaat.

En kijk, daar is Lincoln weer, in the Gettysberg address: "that we here highly resolve that these dead shall not have died in vain -- that this nation, under God, shall have a new birth of freedom -- and that government of the people, by the people, for the people, shall not perish from the earth" Ook dat is zo anti-polarisatie als maar zijn kan. Dat ging over een burgeroorlog, niet over de slachtoffers van een verwarde en betreurenswaardige immigrant. Maar toch. Een beetje Lincoln, een beetje Roosevelt, een heel klein beetje Carter wellicht. Een hele kleine verandering van enorme omvang is genoeg: decency. "We care for each other."

woensdag, april 18, 2007

Jantje

Gisteren met de trein naar Groningen, voor de oratie van Yme Kuiper. Bij het binnenrijden van de stad bekruipt me een vreemd gevoel van vreugde: Groningen. Het gevoel weer thuis te komen wordt in de stationsrestauratie voltooid door de serveerster: ik ga zitten op het rode pluche, de serveerster nadert, kijkt me aan, en zegt: "hoi". Dat is genoeg.
In de zon op het terras aan het Academieplein bestel ik thee met appelgebak. Uit de richting van de Oude Boteringestraat komt een oude dame aanwandelen, de blik op half-oneindig. Ik herken haar direct: Jantje Hubbeling. Zestien jaar lang heb ik niks van me laten horen en dat siert me niet. Als ze vlak langs me loopt zeg ik: "Dag Jantje." De weduwe van Huib Hubbeling, mijn geestelijk vader, de man die ik zeer heb liefgehad. Jantje Hubbeling is één van de meest blijmoedige mensen die ik ken. Ze zet zich bij me op het terras en vertelt al snel over van alles. De karakteristieke melodieuze stem past naadloos op de klank in mijn herinnering. Gisteren nog zaten we in Westervelde, waar Jantje een copieuze rijsttafel verzorgde, maar dat is twintig jaar geleden. Ik moet me op één of andere manier verontschuldigen voor mijn lange zwijgzaamheid en meld zwakjes dat ik natuurlijk al lang iets van me had moeten laten horen. Nu kijkt ze me aan en zegt met een lachje dat het midden houdt tussen schalks en streng: "Ja, dat had je best kunnen doen." Ja, dat had ik best kunnen doen.

maandag, april 16, 2007

Een vreemde stam


In de antropologie heet het het 'actor/observer' probleem: je kunt een vreemde stam alleen begrijpen als je er deel van uitmaakt. Vreemde stammen zijn dus niet te begrijpen. Heel af en toe probeer ik mij voorzichtig in te leven in de leden van de National Rifle Association. Meer dan twee eeuwen geleden schreven de vaders van de Amerikaanse constitutie dat het dragen van een wapen een onvervreemdbaar recht is. Best nuttig, in de rimboe. De laatste resten echte rimboe zijn verdwenen toen Theodore Roosevelt president was en mijn opa een broekeman. Nou, lange broek dan, maar toch.
Het recht 'to pack' is gebleven. In Virginia werden ze er vandaag weer aan herinnerd. Zou er nou ergens in de hoofden van de leden van de NRA een klein spoortje twijfel opflakkeren? Nee, er is geen reden voor een hernieuwd verbod op 'deadly assault weapons', want de verwarde jongeman in kwestie gebruikte een handvuurwapen, en die kan je overal om de hoek kopen. Het idee om ook dat te gaan verbieden is natuurlijk bespottelijk, want onconstitutioneel. Echt ik doe mijn best, het moeten toch voor een groot gedeelte fatsoenlijke oppassende westerse burgers zijn, maar het lukt me niet. Een hele vreemde stam.

zaterdag, april 14, 2007

Menselijk schild


Gisteren breed uitgemeten in het journaal: Israelische soldaten in een klein pantservoertuig worden bekogeld met stenen. Doet niet zeer zou je zeggen. Een deukje hier en daar, maar ach. De soldaten pakken twee pubers op en sommeren ze om voor hun voertuig te gaan staan. Een vredesactivist filmt de gebeurtenis en geeft op schrille toon zijn commentaar: "You're using them to protect you from ...... [pauze voor het effect] .....STONES!!!!!. Oh, stenen. Goh. Erg hoor. Dus die jongens staan nu voor de auto, en als hun vriendjes doorgaan met gooien raken ze misschien wel vlees in plaats van blik. Nou, dan gooien ze niet meer. Nee, inderdaad, dat was de bedoeling. Dit wordt verkocht als een ernstige schending van mensenrechten. "It's illegal" roept de filmer, "it's a warcrime!" Een oorlogsmisdaad! Nou, nou, hoe verschrikkelijk. Wat gaat het er toch raar aan toe in de wereld.
Het probleem is dat zo'n item in het journaal alleen maar lachwekkend is. Maar ja, we hebben een filmpje, dus laten we er alle boter uitbraden. Welke boter?
Vervelend is het vooral omdat er niet wordt bijverteld hoe het Israelische leger werkelijk omgaat met 'human shields'. Wanneer ze Palestijnse huizen doorzoeken op hun speurtocht naar terroristen lichten ze eerst een Palestijns kind van haar bed. Dat meisje mag dan voorop lopen als ze een huis binnendringen. Kijk, nu hebben we het ergens over, dat is misdadig en pervers. In 2005 besloot het Israelische hooggerechtshof dat een dergelijk gebruik van 'human shields' absoluut verboden is. Het leger trekt zich er geen moer van aan. Dat is het probleem: Israel is een paradox, een democratie in een constante oorlog met idioten die weten dat als ze zichzelf maar opblazen hun moeder heel erg trots op ze is. Dat is misdadig en pervers. En dus doet het leger wat het doet. En wat weten wij ervan? Wij hebben last van files en bestedingsbeperking. Wij kijken naar het journaal. Wij weten helemaal niks.

donderdag, april 12, 2007

Joop

Terwijl Wouter zich uit de topsalarissen probeert te draaien kijkt Joop voor eeuwig naar de einder. Wat ziet hij, voorbij zijn 'smalle marges'? Nooit gingen idealisme en realisme zo mooi samen als in Joop den Uyl. We fietsten als zeventien-jarigen van Emmen naar Borger om hem te horen spreken. Toen hij stierf stelde ik uit de vele artikelen die verschenen een eigen gedenkschrift samen.
Joop is uit. Aan de foto is te zien waarom. De kiezer die de handen vouwt en devoot opkijkt naar de voorman is niet meer. Kiezers verwachten weinig, vandaag de dag. Ze vlinderen. Leiders kijken ook niet meer in de verte om daar het begin van een rechtvaardige samenleving te ontwaren. Leiders kijken naar de kiezer om te zien hoe ze stemmen kunnen winnen. De blikken zijn omgedraaid. Is dat goed nieuws? Misschien wordt het tijd dat politici zich juist minder van de burgers aantrekken en wat vaker in de verte staren.

woensdag, april 11, 2007

Schuifje

Het schuifje wordt groter! Al weken ben ik bezig om bibliografische aantekeningen van het ene html-document naar het andere te verplaatsen, onderweg aanvullend, verbeterend en pasklaar makend. Het brondocument telde aanvankelijk meer dan 5000 regels. Het schuifje waarmee je door het document kunt navigeren was weken lang niet meer dan een piepklein blauw bolletje. Dat schoot niet op. In een venster passen 36 regels. Als je bestand 37 regels telt vult de blauwe schuif bijna de hele rechter zijkant van het venster. Als het bestand 72 regels telt beslaat het schuifje de helft van het venster. Past je bestand binnen het venster, bij 36 of minder regels, dan verdwijnt de schuif. Ik ben begonnen bij, zeg, 5000 regels, en dan zou het schuifje 36/5000 ste deel van het venster groot moeten zijn, maar dat is veel te klein en valt ruimschoots binnen de minimale schuifgrootte. Een week geleden realiseerde ik me opeens dat een zichtbare vergroting van het schuifje pas heel laat zou optreden, en dat dat dus reden zou zijn voor gepaste vreugde. Voor wie nog niet is afgehaakt: de schuifgrootte S is een gebroken functie van het aantal regels r in het document (met de vensterhoogte als eenheid voor S en w als zekere waarde voor r): S = 36/r voor 36 < r < w, S = constant voor r > w en S = 0 voor r < 36. Ik heb het maar even nagemeten: de constante = 1/36 (dat is dus 1/36 x vensterhoogte). Hé, dat is precies één regelhoogte, niet voor niks waarschijnlijk. Na enig rekenen geeft dat w = 1296. Ik ben bij r = 712, dus ik had eigenlijk al eerder moeten zien dat het schuifje langzaam groter wordt. Maar het is een gebroken functie, en in dit geval betekent dat dat de toename van de schuifgrootte aanvankelijk heel langzaam gaat. Zeker is: vanaf nu gaat het steeds harder, totdat de schuif verdwijnt, en dan ben ik bijna klaar. Wie tot hier gelezen heeft verdient respect. Dag Bert.

dinsdag, april 10, 2007

Neerkijker

Met een lange stoet Bruggers naar Diergaarde Blijdorp. Een zware dag, want deskundige begeleiding vereist nu eenmaal dat men zich met collega's op het terras achter een door de baas betaalde kop koffie met gebak verschuilt om de hele zaak stiekem een beetje in de gaten te houden. Later volgen noodzakelijkerwijs een gehaktbal met vette friet, een glas cola, en een zanderige muffin. Men brengt zijn offer. Het is niet anders. We klagen alleen onderling.
Blijdorp is voor een deel nog een heel ouderwetste dierentuin, met vooroorlogse kooien in een mooie ruine-achtige retrostijl. We discussieren over de hyena, een afschuwelijk beest volgens velen. Lia en ik protesteren. De eenzame hyena heeft een uitgekiend en zeer prettig ogend ontwerp. Een prachtig trots dier. We zien de Okapi en de Tapir, wezens die zo zeldzaam zijn dat ze buitenaards lijken. Die mogen eigenlijk wel gewoon uitsterven als je het mij vraagt. Niemand vraagt het me gelukkig. De nog veel buitennissiger olifanten proberen ons met stront te bekogelen. Frans wijst op mijn kruin: "daar!" We zijn buiten bereik.
Over het spoor is alles mooi en nieuw. Het Oceanium biedt vis, veel vis. Ik prefereer mijn vis zonder uitje en met de kop alvast verwijderd. Er zijn twee uitzonderingen. Little Nemo, niet groter dan twee vingerkootjes, is te schattig voor woorden. Maar de vis waar alles om draait is de 'Neerkijker'. Al dat visgedoe lijkt ontworpen als decor voor de neerkijker, een oud mannetje, een gepensioneerde trambestuurder op de bank achter de geraniums, die het leven met een wetende droevige blik beziet. Die andere vissen heeft hij allemaal in zijn tram gehad, vroeger. Verlegen types, duurdoeners, groot, klein, slechtgekleed, rijkversierd. Allemaal onzin. De neerkijker berust. "Life is very complicated. And then you die."

Spandoek

Twee weken geleden liet het Feyenoord bestuur een spandoek weghalen, en dus zag het gisteren in de Kuip zwart van de zelfgeschreven teksten. De meeste gaan over Henk Fräzer ('Henk Fräzert is een echte Feyenoordert'). Net zichtbaar vanuit ons gezellige familievak hangt een doek met de tekst: "Nieuw bestuur, zelfde gezeik". Mooie dubbelzinnige tekst; hebben we een nieuw bestuur, zitten die supporters nog steeds te zeiken. Het bestuur raadt de ware bedoeling en laat het doek ruim een kwartier voor de wedstrijd weghalen. Bang voor Talpa? Waarom? Ons vak is het eens: wat een ontzettend domme actie. Nauurlijk breekt onmiddellijk de pleuris uit. In dat 'natuurlijk' zit een adder van formaat.
De wedstrijd is te slecht voor woorden. Feyenoord wordt met 4-0 afgedroogd door de matige voetballers uit mijn geliefde Groningen. Als zich in de zeventigste minuut weer eens een kansje voordoet hoont de vaste kern: "Jetzt geht's los", even later gevolgd door "Wij worden kampioen". Bleef het maar bij galgenhumor.
Na afloop verzamelt zich een woedende menigte voor de ingang van het Maasgebouw. De mobiele eenheid rijdt met een busje veel te hard op de menigte in, en natuurlijk vliegen de stenen. Natuurlijk.
Hé Marijn, hé Michiel, waarom stonden wij daar niet witheet tussen de 'echte' supporters? Natuurlijk niet.

maandag, april 09, 2007

Droplul

Zack Johnson wint de Masters. Hij is een christen. Gevraagd naar de betekenis van zijn overwinning op Paaszondag zegt hij: "It's amazing what God can do." Oh, dus je staat niet zelf tegen die balletjes te meppen. Dat doet Hij, en Hij kan. zoals bekend, best wel veel, qua een stukje almachtig. Waarom mocht jij winnen dan, van de Heere Heere der Heerscharen? Sneu voor de verliezers. Heidenen waarschijnlijk. Wat een ongelofelijke droplul! En wij vinden islamieten eng.

zondag, april 08, 2007

Tiger

Wat het Sjûkelân is voor het kaats...., nee, dat weet geen hond. Wat Wimbledon is voor het tennis, dat is 'the Masters' voor het golf. Kaatsen, tennis, golf, het zijn loten van één stam. In Augusta is op dit moment, as we speak, het grootste golftournooi van het jaar bezig. De winnaar krijgt een groen jasje, en is daarmee lid van de club. Ooit vroeg Dwight David Eisenhower, president en, belangrijker, lid van Augusta national, of die kutboom waar zijn bal steeds in verdween omgehakt mocht worden. De boom werd meteen voor eeuwig heilig verklaard en heet sindsdien 'the Eisenhower-tree'. Ooit vroeg een hoog geplaatst lid van de Amerikaanse regering of hij lid mocht worden en was daarmee voor het leven buitengesloten. Je wordt uitgenodigd of je wint het tournooi. Je vraagt niks. Al ben je Obi-wan-kenobi, je vraagt niks. Ik oefen elke dag, want een uitnodiging, dat zit er niet in. En ik vraag niks.
Tiger is mijn held, en daarmee ben ik in goed gezelschap. Ik ben altijd voor de winnaar; wie alles al gewonnen heeft moet nog veel meer winnen. Tiger sloeg op dag één bijna al zijn ballen in het water, en is na dag drie niettemin bij de besten. Go Tiger, go. Tiger heeft morgen een rood truitje aan. 'One shot of the lead'. Dat mag toch geen probleem zijn. Rood truitje, en dan zo'n groen jasje erover heen. Tiger's vierde groene jasje. Moet kunnen.

vrijdag, april 06, 2007

Gummbah op Goede Vrijdag

donderdag, april 05, 2007

Maatpak


Veertien jongens in een maatpak, varierend van licht grijs tot zwart. Mochten ze een kleur kiezen? Daarom zijn ze natuurlijk veertien dagen vastgehouden. Zo'n pak, dat kost even tijd, en de Iraniërs wilden ze persé goed gekleed terugsturen naar het perfide Albion. Maar wat doe je met zo'n cadeau van je liefhebbende gijzelnemers als je weer thuis bent. Twee weken is te kort voor een fatsoenlijk Stockholm-syndroom. Weggooien dan maar? Toch jammer. Vrouwen hebben het makkelijker: meteen in de zak voor het Leger.

zondag, april 01, 2007

Bushalte

Er hangen vaak meisjes in bushaltes. Mooie meisjes. Tenminste, dat is de bedoeling. Maar ze zijn te vaak vervelend mooi: te mager, te versierd, te chagerijnig. Hoe die je moeten verleiden is me een raadsel. En daarbij, ik koop geen parfum en ook geen jurkjes. Ik ben Maartje niet.
Sinds kort hangt er in de bushalte een echt mooi meisje. Elke ochtend en elke middag kijkt ze naar me, en ik kijk heel graag terug. Volwassen vent, kaal, bril, groet mooi meisje. Beetje dubieus. Als ik het Willemijn vertel moet ze lachen: "Dat is geen meisje, dat is Sharon Stone." Verdomd! Ik had haar niet herkend. Gelukkig, het is geen meisje, het is een vrouw van 47. Pfff, dat scheelde weinig.