zondag, december 30, 2007

Telescoop 2


Na vijfendertig jaar opeens onaangekondigd een nieuwe telescoop, dat is voor de eerste ouwe getrouwe refractor natuurlijk wel even schrikken. Mijn eerste en tot voor zeer kort enige telescoop kreeg ik van mijn ouders. Zomaar. Geen Sinterklaas, geen verjaardag, zomaar. Ik had, na lezing van een artikel in de plaatselijke courant over de oprichting van een lokale afdeling, de wens geuit lid te worden van de Emmense tak van de NVWS. De Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde. Laat dat 'Weer' maar weg, daar deden we niets aan. Ik meldde me aan en bleek lid nummer drie. En ik had uiteraard grote behoefte aan een eigen telescoop.
De telescoop was een bouwdoos, geleverd door de plaatselijke opticien, de firma Roosen ('Houdt Roosen voor ogen'.) Het objectief moest eigenhandig in een houder gelijmd worden. Het enige oculair schroefden we zelf in elkaar. Het geheel werd in een prachtig azimutaal statief van hout geklemd, en toen gingen we los. Het was 15 september 1973, de trouwdag van mijn zus. Er was maan. Ik richtte de witte buis op de melkwitte satteliet en keek en zag. Ik zag kraters. Kraters op de maan. Ik was sprakeloos. Familieleden, allemaal aanwezig vanwege de bruiloft, namen mijn verbazing over. Iemand rende naar binnen: "Je kunt kraters zien, op de maan!"
Later zag ik de manen van Jupiter en de ringen van Saturnus. Ik stond om middernacht nog buiten voor het huis dertien jaar oud te wezen. De plaatselijke inspecteur van politie liet nog laat zijn hond uit, keek mee door mijn telescoopje en vroeg waarom ik de hnderlijke lantaarnpaal aan het eind van de Sophielaan niet aan barrels gooide.
Ik heb nog een schriftje, met eerste waarnemingen. Eerst zie je bijna niks. Dan zie je opeens op de planeet Jupiter de equatoriale band. Een week en uren kijken later blijkt de band uit twee delen te bestaan. Nog later werpen de manen van Jupiter hun schaduw op het oppervlak van de planeet.
Vanavond zag ik nog bijna niets. Ik moet het allemaal opnieuw leren. Perifeer kijken en zo. En het is hier veel en veel te licht. Als ik al die lampen wil vernielen moet ik personeel in dienst nemen. Functie-eis: 'Je moet een beetje aardig kunnen mikken'. Moeten we terug naar de provincie? Nee toch?

1 Comments:

Anonymous Anoniem said...

Natuurlijk moet je nu terug naar de provincie, en dan wel de provincie Groningen. Met je nieuwe telescoop. Alleen hier, op het Hoogeland, is het nog donker. Alsof je dat niet weet.
Ik herinner me je eerste telescoop nog heel goed (in 1972 was het, mijn trouwdag). Je kreeg hem zomaar, en dat vonden wij prachtig, dat dat zomaar kon. Onlangs nog met mama over gehad, die dacht dat je hem toch echt wel voor je verjaardag of Sinterklaas had gekregen, want zomaar was natuurlijk niet aan de orde. Toen wel, inmiddels, en dat vonden wij juist zo prachtig. Ze weet het niet meer.
Kom maar weer naar Groningen.

9:01 p.m.  

Een reactie posten

<< Home