dinsdag, mei 05, 2009

Dijkweggetje bij nacht


André reed in mijn auto over een dijkje ergens in Groningen. Een kleine Hyundai, iets dergelijks was het. We stopten om van een uitzicht te genieten dat vrij vervelend was. André liet de motor van de Hyundai lopen. Hij was eigenlijk op de fiets. Er kwam een oudere mevrouw aanlopen die in een klein autootje stapte en wegreed.

We stonden op het kruispunt waar het dijkweggetje op de iets grotere doorgaande weg uitkwam. André reed weg op zijn fiets. Terwijl ik terugliep naar de auto passeerde de mevrouw. Ik zag het te laat. De mevrouw reed in mijn auto. Op de dijk stond haar kleine Fiat, waar ik geen sleutel van had.

In de boerderij bij het kruispunt mocht ik bellen. André nam op en wist waar de mevrouw woonde. In het telefoonboek kon ik de naam niet lezen. Ik liep naar buiten en belde met de mevrouw. Ja, ze had het gemerkt. We spraken af dat ik naar haar toe zou komen om het op te lossen. Ik liep terug naar de boerderij. Het gezin zat buiten. Ik liep om het huis heen om te vertellen dat het gelukt was. De boerin glimlachte vriendelijk. Een zoon van een jaar of veertien gaf me een hand en wilde me de vers omgespitte tuin in duwen. Ik hield zijn hand vast en hij trok me lachend weer terug het betegelde terras op. In de tuin stond opeens nog een zoon. Een zwart uitgedoste plattelandspunker. Hij keek me aan en zei dat hij later angstaanjagend wilde worden. Ik dacht: "Dat gaat jou niet lukken." Ik zei niets.