zondag, juli 25, 2010

Chicago, Il


Op de beloofde plek is geen hotel te vinden. Ik herinner me dat ik een afwijkende locatie gezien heb, op een kaartje, een dag of wat geleden. We moeten iets verder naar het noorden. Rijden in Chicago is niet erger dan in, pakweg, Deventer. Ik zet de auto aan de kant en pak het macbookje. Het apparaat geeft ruimhartig keuze uit tientallen netwerken, waarvan sommige onbeschermd. De eerste geeft razendsnel toegang tot de wereld. Kijk, dat heb je in Deventer dan weer niet. Bedankt onbekende weldoener.

Het naderen van Chicago, even eerder, geeft plotseling uitzicht op de skyline. Het moment van het allereerste zien, waar ik in het vliegtuig ruim twee weken geleden al vergeefs op hoopte, gaat gepaard met een klein stootje adrenaline: daar!!!!

Pas nu ik dit schrijf realiseer ik me dat ik het een aantal keren gedroomd heb, ruim voor onze vakantieplannen. In mijn droom fietste ik door een soort polderlandschap en zag dan ineens de skyline van Chicago. Een droom gemaakt van avontuur en verlangen. Het was altijd Chicago, nooit New York. Waarom?

Lopend tussen de als bergwanden opschietende gebouwen in downtown kijken we zwijgend om ons heen. Dit is het dus. Het is een herhaling van de eerste dag. We snappen het nog niet zo goed. We blijven hier drie hele en één halve dag. Tijd genoeg.

Nergens tijd voor.