donderdag, september 30, 2010

Flinterdun


Nou, vertel het maar! De cursusleidster kijkt me aan. Wat ik nog nodig heb om als coach te kunnen functioneren? Ik wil vooral kennis in mijn hoofd hebben. De stadia van een gesprek, de daarbij horende techniek, de onmisbare vragen, ik wil ze zonder nadenken kunnen opdreunen.

En ga je dat ook doen, dat uit je hoofd leren?

Ja, zeg ik gedecideerd.

En wanneer ga je dat dan doen?

Tja. Ik begin wat te draaien op mijn stoel. Twaalf volwassenen staren me aan. licht grijnzend. Ik lach maar wat terug en zeg:

zaterdag?

Nu begint de cursusleidster ook te lachen, ironisch. Ze doet dit werk al wat langer. Ze kijkt in het rond. Wat vinden jullie? Mijn collega's zwijgen, blij dat ze zelf niet aan het haakje hangen. Dan komt het oordeel.

dinsdag, september 28, 2010

Jan en Piet lezen niet

Vanavond las ik het inleidende hoofdstuk van Rob Wijnbergs boek Nietzsche en Kant lezen de krant. Ik was het boekje tot nog toe uit de weg gegaan, vanuit een welgemeende vorm van snobisme. Achter zo'n titel kan niet veel diepzinnigs schuilgaan nietwaar. Laat ik me maar in Schopenhauer verdrinken, of in een andere oceaan.

Maar zie daar. Wijnberg breekt op aanstekelijke wijze zijn staf over de tomeloze oppervlakkigheid van de vaderlandse media. Of het nou de krant of de tv is, of, erger nog, het politieke discours, verder dan soundbites komen we al jaren niet meer. Wie een argument heeft wordt weggezapt. In een dodelijke omarming is alles met elkaar verstrengeld: de media voeden op tot oppervlakkigheid omdat ze verwachten dat de oppervlakkigheid verkoopt. Dat noemen wij thuis een vieze cirkel. Tijd voor de zapservice.

Slechte titel, dacht ik na lezing. Waarom tooi je een betoog tegen de oppervlakkigheid met een oppervlakkige titel? Of is het een vorm van cynisme? Nee, het is waarschijnlijk een kwestie van verstandige marketing. Slim gedaan, ik was er bijna ingetrapt.

zondag, september 26, 2010

Genie


Afgelopen vrijdagavond, na de vertoning van Pickpocket, merkte Ori op dat er een religieus sfeertje rond de film hangt. Hij heeft gelijk, maar waarom? Wat zou ik dat graag op het spoor komen.

Vanavond waren we een kwartier gevorderd in The Ghost Writer toen ik opeens zag hoezeer dit een film van Polanski is. Het spat er vanaf. Waarom? Het is een zorgvuldig midden tussen koud en warm, tussen gestileerd en betrokken. Of iets dergelijks.

Waarom kan een computer geen Mozart maken? Of beter, waarom valt een computer die Mozart maakt uiteindelijk door de mand?

De romantische esthetica had daar een mooi woord voor.

zaterdag, september 25, 2010

En zo voorts


Nu we toch bezig zijn: hier ben ik geweest. Klik vooral op de foto om hem meedogenloos te maken. We bereden met onze laagassige Dodge het pad met de hobbels en de kuilen. De witte streep daar in de diepte, ja, die, dat is het pad. Hobbel de bobbel. Later zaten we op het balkon van het hotel, dat uitkijkt over stervend licht in het westen. De Mittens verdwijnen langzaam in de schemering. Het landschap maakt zich probleemloos los van haar iconen: Stagecoach, The Searchers, Once upon a time in the west, ze kwamen hier allemaal voorbij zonder ook maar een deukje achter te laten. Deze plek heeft genoeg aan zichzelf.

We zijn er. Niet dat het er ook maar iets toe doet.

Napret uit Winterset


De herinnering heerst als een naijverige god en sleurt tegen wil en dank, bijvoorbeeld naar Winterset, Iowa. Op Google Maps is het via Streetview allemaal herleefbaar. Daar tussen die twee auto's ter linkerzijde, daar stond ons monster, onze Dodge. Daar in dat motel, op de eerste verdieping, op the second floor, het vierde raam van links, daar woonden we, een avond en een nacht lang. In de foyer, links beneden, aten we een broodje en dronken we koffie. We wonnen met glans de verste-gast-competitie. Nummer twee kwam uit Georgia. De prijs bestond uit starende blikken. Onvriendelijk was het niet. Vriendelijk was het, Winterset, Iowa, de United States of America. Vriendelijk.

Waarom ben ik in Den Haag? Er is nog zoveel te zien: Vermont, Oregon, Wisconsin (vlakbij geweest!), Idaho, Georgia, Wyoming, Delaware. En zo verder en zo voorts.

Licht koortsig van herinnering. Deze vakantie duurt nog jarenlang.

vrijdag, september 24, 2010

Pickpocket


We draaien Bresson. De meest toegankelijke: Pickpocket, uit 1959. Het plot laat zich zeer kort samenvatten: De hoofdpersoon bekwaamt zich in het zakkenrollen. Later wordt hij betrapt. Hij is bevrijd.

Het gaat bij Bresson nooit om het plot. Bresson is een schilder. Hij gebruikt gefotografeerde stukjes werkelijkheid en schildert er een tafereel mee in de tijd. Een verhaal, akkoord, maar vraag niet waar het verhaal toe doet. Het verhaal is niet het meest interessante in een film van Bresson.

De stijl, de strengheid, het minimale gebruik van dramatische middelen, het is allemaal veel interessanter dan het plot. Wil Bresson ons dan niets vertellen? Misschien wel, maar we weten niet precies wat. En precies dat maakt hem tot één van de allergrootsten. Zoals Susan Sontag schrijft in haar beroemde 'Against Interpretation': We hebben geen hermeneutiek van de kunst nodig, maar een erotiek.

Alp, medecomplottant van het eerste uur, ziet zijn eerste Bresson en verkeert in totale verwarring. Dat hele verhaal over die zakkenroller interesseert hem halverwege al geen moer meer. Wat is dit voor film? Ik wil er in, maar hij laat me niet binnen. Frustrerend. Alp wil meer Bresson.

Alp heeft het virus te pakken. Mooi! De besmetting kan me niet groot genoeg.

maandag, september 20, 2010

Held


Het openbaar Ministerie gaat Marco Kroon vervolgen. Kroon is de eerste drager van de Militaire Willemsorde sinds ruim een halve eeuw. Hij ligt onder vuur vanwege vermeend drugsgebruik en wapenhandel. Dat laatste schijnt wel mee te vallen. Maar het gebruik van drugs, dat kan hem zijn lintje kosten. Nieuwe regels bij defensie. Zero tolerance nietwaar.

Het lijkt me dat we deze ridder maar met rust moeten laten. Kroon stelde zijn leven meermalen in de waagschaal om landgenoten te beschermen. Of hij al die onbegrijpelijke emotie verwerkte door zijn rookwaar speciaal te kruiden, of wat lijntjes naar binnen te snuiven, of desnoods een spuit in zijn arm te zetten, het interesseert me geen zier. In mijn tijd waren oorlog en drugs gewoon hetzelfde. We sturen mannen naar de oorlog. Hoe houd je oorlog vol?

Eimer van Middelkoop heeft als minister van defensie niet heel veel goed gedaan. Maar afgelopen week zei hij: "We decoreren geen heiligen, we decoreren helden." Goed gesproken Eimert. Held en heilige, ik denk niet dat dat samengaat.

Laat die man met rust.

zondag, september 19, 2010

Roeringen


Mooi woord, ontroering. Er is roering en die wordt teniet gedaan. Je wordt er stil van.

Het drukste weekeinde sinds tijden begon met ontroering, op vrijdagavond. Bij haar afscheid van ons schooltje speechte Gerda de sterren van de hemel. Natuurlijk beheerst ze het formele spel van de taal als geen ander. Bewonderenswaardig. Maar aan het eind werden we er stil van.

Na een korte nacht, een lange reis, en een aangenaam samenzijn in het Scandinavisch dorp met heel veel schoonfamilie eindigden we gisteravond in de Oosterpoort te Groningen. André, mijn popgeweten, had me gewaarschuwd: wanneer jij in Groningen bent als Wilco daar speelt ben jij daarbij. Punt. Ja André.

Wilco speelde de sterren van de hemel. Wilco is geen band die liedjes speelt, Wilco produceert muziek. Die muziek is melodieus of hard. Als het hard is, is het knoerthard en zelfs dan is het nog steeds melodieus. Ik vond het helemaal geweldig. Uit Chicago, vandaar.

Na een paar uur slaap vond ik mijzelf vanochtend zeer vroeg opnieuw terug in een trein, naar de Kuip. alwaar Feyenoord zou worden afgedroogd door de aartsvijand. Maar de aartsvijand vergat te scoren en zo werd het aan het eind nog spannend. Zonder resultaat en eigenlijk was dat gewoon terecht. Maar er was roering, en hoe!

Op de terugweg rijden we traag over de Erasmusbrug. Op het trottoir loopt een groepje toeristen. Eentje heeft een wit mutsje op waarop in zwart borduursel de naam van de hoofdstad valt te lezen. Een twintiger in clubshirt beukt woedend op de plastic ramen van de tram. We hebben verloren. En we zijn dom.

donderdag, september 16, 2010

Sukkel

Gisteren maakte ik in mijn brugklas een blunder van formaat. De bruggers hadden gelukkig geen idee van de omvang van mijn stupiditeit. Ik ga het niet uitleggen. De schaamte is te groot. Een blunder als een mastodont, dat was het. Ik zei tegen de klas dat ze maar moesten onthouden dat ik een sukkel ben. Dan heb je tenminste nog iets opgestoken van deze les.

Vandaag vroeg Friso, een lachend jongetje met brilletje, of hij me moest herinneren aan wat ze hadden moeten onthouden. "Zal ik het op het bord schrijven meneer", vroeg hij beleefd. Ik zei dat hij het maar op het bord moest schrijven.

Daar komt hij aan, grijns op zijn hoofd. Hij pakt de groene stift die ik hem aanreik, loopt naar het whitebord en begint te schrijven: "Blaakmeer is een ...."

Ik begin geluid te maken: "Hee hee hee, pas op mannetje ..."

Friso schrijft onverstoorbaar door: " ... sukkel". Nog steeds grijnzend legt hij de stift op mijn bureau en wandelt terug naar zijn plaats. Ik speel de boze dreigende docent en vraag Friso: "Welke school was jouw tweede keuze?"

Zonder blikken of blozen en binnen een tiende seconde geeft hij antwoord: "deze school".

Ik kan mijn verbazing niet verhullen en begin er bij te lachen: "En welke school was dan je eerste keuze?" Friso, die inmiddels weer achter zijn tafeltje zit, kijkt me blijmoedig aan en zegt: "ook deze".

Blaakmeer - Bruggers: 0 - 2

woensdag, september 15, 2010

Kopenhagen


Kopenhagen, over het geheimzinnige gesprek tussen Niels Bohr en Werner Heisenberg in 1941, heeft alles wat toneel de moeite waard maakt: het conflict gaat over alle tegenstellingen die je maar kunt bedenken: vader - zoon, man - vrouw, meester - leerling, abstract - concreet, nou ja, verzin maar iets en het zit er in. Kopenhagen is een geweldig stuk.

Het eerste dat me opvalt is hoe eenvoudig het blijkbaar is om op het toneel een ruimte te maken. Twee ruimtes krullen door elkaar heen zonder elkaar te raken. We zien ze voor ons, ondanks het totaal ontbreken van decor. Er is niets te zien. Er is alleen verbeelding, met een paar woorden luisterrijk tevoorschijn getoverd. De ruimtes zijn separaat. misschien zelfs in de tijd, maar raken elkaar zo af en toe wel. Begrijpen hoe dat kan, dat zou aardig zijn.

Het tweede dat opvalt is hoe ver je kunt gaan met het aansnijden van van onbegrijpelijke thematiek zonder onbegrijpelijk te worden. Nee, wat het onzekerheidsprincipe van Heisenberg precies inhoudt begrijpen we niet. Maar het doet er niet toe. We zien een gevecht, een verzoening, een nieuw gevecht.

Voor de pauze lijkt het al af. Na de pauze blijkt dat de maat onmenselijk was. Kopenhagen is een stuk om te begrijpen. Maar je kunt er ook onmiddellijk voor vallen. Ik ben gevallen. Ik wil het begrijpen.

zondag, september 12, 2010

Claude Chabrol


De generatie van de Nouvelle Vague verzette zich tegen de Hollywood film, meldt het NOS Journaal bij de dood van Claude Chabrol. Nee, juist niet! De jonge Franse turken vraten Hollywood met huid en haar, omdat het zo lekker was en zo modern en zo flitsend en stijlvast. Chabrol was de Franse Hitchcock. Waar ze zich tegen verzetten was de Franse "Cinema de papa", de vastgeroeste formules van de op literatuur en theater gebaseerde kwaliteitsfilm van de jaren veertig en vijftig.

Chabrol is dood. Ze worden oud, en dan gaan ze, de helden van weleer. Chabrol dient geprezen voor een rijk en spannend oeuvre, maar vooral voor 'Les noces rouges', uit 1973. Zelden was het spannende zo simpel. of het simpele zo spannend.

Twee paar sokken

In Zwolle betreedt een mooie zwarte jongeman mijn eerste klas privé-coupé. Hij wenst me goede morgen. Ik wens hem goedemiddag. De jongeman, die later Andre blijkt te heten, werpt een niet al te heldere blik op mijn t-shirt: Utah rocks staat er op mijn shirt. Hij vindt het mooi.

Een minuut of wat vetrouw ik er op dat de mededelingen van Andre samenhangend zijn en dat ik het gewoonweg niet begrijp. Maar te vaak stokt zijn verhaal en kijkt hij voor zich uit alsof hij scherp probeert te stellen op een coupé in de verte, of op een landschap voorbij de Veluwe. Andre komt uit Berlijn, woont in Amsterdam, is geboren in Ivoorkust. Hij laat me zijn vervoersbewijs zien. Het is een kennisgeving van de Deutsche Bahn, waaruit blijkt dat de oosterburen nog vijftig euro van hem krijgen vanwege zwartrijden zonder opgaaf van reden.

Andre heeft een injectiespuit aan de Turkse dokter gegeven. In Berlijn. Hij wrijft over zijn armen. De spuit was verzegeld met plastic, of met kauwgum, dat weet hij niet meer precies. Andre heeft in de gevangenis gezeten. Hij laat me een papier zien waarop justitie in Arnhem zijn bezittingen heeft aangevinkt. Een petje, een plastic zak vol theezakjes, twee paar sokken. Andre steekt het papier weer bij zich en zegt: "dit is het bewijs dat ik in Nederland twee paar sokken mag meenemen."

In Amersfoort maan ik Andre drie keer tot overstappen. Hij vertelt een verhaal dat nooit meer ophoudt. Andre, je moet er uit. Amsterdam, overstappen. Wanneer de trein stilstaat graait hij opeens zijn spullen bij elkaar, stopt ze in een grote blauwe vuilniszak, roept tegen de trein dat die moet wachten, en verlaat de coupé. Ik wens hem het beste.

vrijdag, september 10, 2010

Lustkapper



EMMEN - De politie Drenthe waarschuwt de inwoners van Emmen niet in zee te gaan met de ‘lustkapper’ Harry S. Dat meldde een politiewoordvoerder vrijdag.
De man duikt al jarenlang af en toe in Zuidoost-Drenthe op. Hij geeft zich bij vrouwen aan de deur uit voor medewerker van een kapsalon en vraagt hen hun haar te mogen doen. De knipbeurten komen vervolgens niet verder dan in het haar woelen en het verknippen van de coupe.

Ik vind het niet meer dan redelijk. Hoeveel mensen zouden er naar de kapper gaan om eindelijk weer eens heel dicht bij iemand te zijn? Ja, de tandarts kan ook, maar dat is misschien een beetje te intiem. En nu is er in mijn geboortedorp een kapper die het verlangen omdraait en dan is de wereld opeens te klein.

Emmen in het nieuws. Ik ben er trots op. Verzin het maar eens, zo'n mooi woord: lustkapper.

Zwemmen

Vanuit het appartement kan je zo het gemeenschappelijke zwembad instappen. Er is wel een klein probleem: het zwembad ligt acht verdiepingen lager. Ik stap toch. Het vallen begint niet. Ik neem de lift. Nu ben ik beneden, aan de kant van het bad. Ik trek mijn eerste baantje naar de overkant. Daar dobberen wat jongens in het water. Eentje zegt dat ik niet goed zwem. Ik moet het water beter splijten met mijn armen.

donderdag, september 09, 2010

Klokkijken


Even na de toeter die elke maand bewijst dat de toeter het nog doet, tref ik Jaap Bannink staand op een tafel aan met een klok in de hand. De minutenwijzer van de klok draait rondjes, merkwaardig snel en traag. Een rondje duurt zo'n halve minuut. De klok staat op kwart voor acht. Om de juiste tijd te bereiken moet Jaap minutenlang daar op die tafel staan. Een beetje aan de wijzers zwengelen, dat is er niet bij.

Er hangen meerdere klokken in de school, maar er zijn er geen twee te vinden die bij benadering dezelfde tijd aangeven. De schooldag is een ongedefinieerd geval, soms duurt het eindeloos, soms is het zo voorbij. De klokken begeleiden de onzekerheid op voorbeeldige wijze.

Maar de twijfel beperkt zich niet tot de school, nee, heel Den Haag is in de war. Wanneer ik naar school fiets passeer ik vier openbare klokken. De eerste staat op kwart over één, de tweede op even voor negen, en zo gaat het door. Was het zojuist nog middag, een paar straten verder is het 's ochtends vroeg. In Den Haag lijkt niemand te weten hoe laat het is.

woensdag, september 08, 2010

Baan

Gebruikelijk is dat je over een afwijzing bij een sollicitatie niet gaat lopen zeiken. Ik moet even zeiken. Willemijn hoorde vandaag dat ze de zo zeer gewenste baan bij de peuterspeelzaal aan de Mient niet krijgt.

Dat is wel heel wrang. In juni waren er drie sollicitanten. Een eerste gesprek liep heel goed. Men vond haar duidelijk overgekwalificeerd, zonder dat verder als een bezwaar te zien. Er kwam een afspraak voor een tweede gesprek. De andere twee sollicitanten vielen af. Hoopgevender kan een procedure nauwelijks worden.

Jammer genoeg kon het tweede gesprek pas in september plaatsvinden. Gisteren bleek dat er toch nog twee andere kandidaten in de procedure waren opgenomen. Vandaag kwam het oordeel: Willemijn is niet voldoende in staat om leiding te geven, want ze denkt na voordat ze een vraag beantwoordt. Niet flitsend genoeg.

Niet in staat om leiding te geven? Overgewalificeerd! Kijk in haar cv: redactiesecretaris en daarna hoofdredacteur van een landelijk vaktijdschrift. Met groot succes.

Het is een gotspe.

dinsdag, september 07, 2010

Stout


Heet van de naald, al is dit een traag medium in een wereld waarin alles over elkaar heen twittert: de majesteit is een stoute meid!

Een kleine meerderheid in de tweede kamer is voor de voortzetting van de, om maar eens een Wilders woord te gebruiken, verschrikkelijke formatie van een rechts kabinet. En dat moet dan dus gebeuren, zo werkt ons staatsbestel. Natuurlijk krijgt de meerderheid van de kamer uiteindelijk haar zin. Maar voorlopig deelt de door de rechtse partijen geschoffeerde majesteit eerst een even subtiel als duidelijk oorvijgje uit, door geen VVD'er maar een wijze sociaal-democraat als informateur te benoemen.

Stoute meid!
Kusje.

maandag, september 06, 2010

Autoriteit en herinnering

Een slordige honderd jaar geleden schreef Otto Weber dat uit zijn studie van rabbijnse literatuur in de eeuwen voor Christus blijkt dat het thema van de goddelijke genade er geen enkele rol van betekenis speelt. Als Otto het zegt. Otto was een grote hoor.

Bijna een eeuw lang riepen theologen het hem na: in de rabbijnse literatuur ontbreekt het thema genade volledig. Otto dixit, het is waar.

In de jaren zeventig van de vorige eeuw zocht een Amerikaans theoloog genaamd Sanders naar de wortels van het denken van de apostel Paulus. Sanders deed iets raars. Hij ging die rabbijnen lezen. Had hij niet hoeven doen, had Otto al gedaan.

Wat denkt u? Inderdaad!


Het bovenstaande heb ik in de afgelopen decennia meermalen verteld wanneer het ging over geloof in autoriteit. Toen ik dit blogje begon geloofde ik dat het tenminste ongeveer waar was, omdat mijn herinnering aan de lectuur van Sanders' boek wel betrouwbaar zou zijn. Welnu, ik heb het maar even opgezocht. Om het verhaal mooier te maken heb ik, waarschijnlijk al in een heel vroeg stadium, de naam van de redelijk onbekende historicus Ferdinand Weber vervangen door de naam van Otto Weber, die onder theologen veel bekender is. Ik had er natuurlijk Max Weber van moeten maken, maar dat voor mijn onderbewustzwijn blijkbaar een brug te ver.

zondag, september 05, 2010

Parataxis

Stokoude Griekse filosoof. Parmenides. Schrijver van een slecht gedicht. Veel over nagedacht.

Parmenides gebruikt de techniek van de parataxis, letterlijk het naast elkaar plaatsen. Schijnbaar losse gedachten.

Het is eeuwenoude slechte poëzie. Het is een favoriete techniek in blogland. De mededeling is kort en associatief. Een montage van woorden en begrippen. Kabouki. Als de lezer denkt: "waar gaat het over?" denkt de lezer met een grotere graad van waarschijnlijkheid dat het ook diep is of mooi of belangrijk.

Bloggen. Gedachten zonder papier. Vluchtig. Vandaag.

Gisteren.

Vasalis


In het onvolprezen Vpro-programma Boeken ontvangt Wim Brands de biografe van Vasalis. Hij vraagt haar meteen om uit het hoofd een gedicht te reciteren. Maaike Meijer begint uit haar hoofd Vasalis te vertellen. Er is iets bijzonders. Ze stottert.

Aan het eind vraagt Brands haar om nog een gedicht voor te lezen. Doe jij het maar, zegt Meijer. Nee, ik wil dat jij het doet, zegt Brands. Maaike Meijer gehoorzaamt opnieuw. Opnieuw stottert ze zich door het gedicht heen. Het is precies goed.

Het gebeurt niet zo vaak dat je op tv je eigen zomergastenfragment ziet groeien. Helaas duurt het nog even voordat ik word uitgenodigd. Maar die Wim Brands, dat is wel iemand.

Doe die maar, volgend jaar.

zaterdag, september 04, 2010

Duits requiem


De buurvrouw komt langs met een handgeschreven briefje. Wat er in staat weet ik niet, want ze neemt het weer mee naar huis. Ze vertelt dat ze dertig is geworden. Het briefje is een excuus vooraf. Ze zullen proberen om een beetje zachtjes te doen. Ze zit er een beetje mee, niet met de stampende bassen waarop we getrakteerd gaan worden, maar met die leeftijd. Ik lach haar voorzichtig uit en zeg dat ze jong is geworden. En de herrie? Ach, als je er van tevoren excuses voor krijgt is het allemaal best te verdragen.

En dus zitten we braaf te verdragen. Het is een onbedaarlijke teringherrie, pardon my french. Prehistorische driften elektrisch versterkt. De kopjes rammelen op tafel. Ik overdrijf. Maar ik overdrijf niet.

Ter compensatie zet ik heel hard Brahms op de koptelefoon. Ein Deutsches Requiem. Dat moet hard en het zit ook nog eens lekker vol met staccato ritme, zeker voor een klassiek werk. Nee, Brahms kan de oergeluiden van hiernaast niet wegdrukken. Maar opnemen lukt wel.

Brahms rules. Brahms heeft nog nooit een noot fout geschreven. Gaat ook niet meer lukken.

donderdag, september 02, 2010

Verzuild


Waarin een klein land klein kan zijn. Van bloedgroepen hadden we al jaren niets meer gehoord, maar het lijkt nu toch alsof een nieuwe verzuiling over het CDA vaardig is geworden. De Zeeuw tegen de Limburger.

Waarom liet Ab Klink zich gisteravond zo verschrompelen? De lichaamstaal sprak boekdelen: hier liep een melaatse. Even later verscheen de stralende Verhagen. Zijn wangen worden altijd ietsje boller wanneer er pretjes naar buiten willen. Gisteravond stond het blijde hoofd bijna op ontploffen.

Wilders en Markje moeten er nog een nachtje over slapen. Geef ze eens ongelijk.

Ik vermoed dat het weer allemaal de schuld van Cohen is.

Zullen we verhuizen? België?