maandag, augustus 30, 2010

Waar ook weer

De herinnering aan Amerika is heel specifiek en heel algemeen. Specifiek is het bezoek aan de drugstore in Albany, Texas. Specifiek is alles wat echt bijzonder is. Sandhills in Nebraska, Monument Valley, zwemmen in de Mexicaanse Golf, de boog van Saint Louis. Algemeen is wat bijzonder is in meervoud. Alle motels zijn hetzelfde. Alle verkeersborden, alle automobielen.

Het algemene is het beton van de gaanderij van het hotel in Albuquerque. Je loopt met je ijsemmertje over de gaanderij naar de trap die naar de lobby voert. Die gaanderij is overal dezelfde. In Albuquerque, in Abilene, in Shreveport, in Springfield. Overal beton met zwarte naden.

Het algemene is in zekere zin heftiger dan het specifieke.

Kinderachtig


Alle vijfde klassers accepteren de mogelijkheid van The Matrix: wij zijn breinen aan draadjes. Of beter, ik ben een brein aan een draadje en ik krijg jullie er gratis bij. The Matrix is overigens een vervelende film.

Alle vijfde klassers accepteren de gedachte dat een droom net echt is. Ik verbaas me over zoveel stelligheid. Geeft een droom haar identiteit niet prijs door de verstoorde logica van tijd en plaats? Weten wij dat we dromen als we dromen? Misschien niet bewust, maar de werkelijkheidsbeleving is toch echt anders. Maar dat kan wakkere reflectie zijn.

Ik word hartelijk uitgelachen als ik vertel dat ik vroeger droomde dat ik op zolder een mooie postzegelverzameling vond. Eenmaal wakker was hij weg.

Hoe kan het dat de vorige zin taalkundig niet helemaal deugt en toch precies klopt?

zondag, augustus 29, 2010

Hup rood wit


In het onvolprezen Modern Art Museum of Fort Worth hangt een wonderlijk doek. Het is ruwweg tachtig bij tachtig centimeter groot en toont een voetbaltafereel. De schilder heet Jess, geboren als Burgess Franklin Collins. Hij liet zich na een carriere als chemicus in het Amerikaanse leger (waarin hij betrokken was bij de ontwikkeling van de atoombom), via de GI bill omscholen tot kunstschilder.

De verflaag op het doek is dik, heel dik. Jess werkte er drie maanden aan en moest het doek laten liggen om te voorkomen dat de verf zou uitzakken. Het is meer materie dan voorstelling. De voorstelling is derhalve nogal triviaal. Voetballers met een gele bal. Het lijkt een abstract werk dat toevallig een wedstrijd uitbeeldt.

Het vreemdste is natuurlijk het tenue. Zwarte broek, rood wit shirt. Natuurlijk viel het me onmiddellijk op. Maar het klopt niet. Dit is geen Feyenoord shirt. Waarom niet?

(Onder de eerste vijf correcte inzendingen wordt eeuwige roem verloot)

zaterdag, augustus 28, 2010

Zelfbesparend



Jacob attendeerde me een maand geleden op dit machientje. Het is even eenvoudig als complex. De makers hebben heel bewust een handje in de machine gestopt. Het heeft een duim en aan elkaar gekleefde vingers. Het is even helder als subtiel antropomorf. De korte vertraging tussen het aanzetten en het uitzetten is het meest sublieme aan dit kleine fenomeen. Wat het betekent mag Joost weten. Het leven? De gebonden wil? De semiotiek teniet gedaan?

Wat doet het er toe. Het is prachtig.

vrijdag, augustus 27, 2010

Rothko Chapel (2)


Het regent af en aan. Niet dat het er veel toe doet, want het is in Houston zo warm en vochtig dat alles wat niet air-conditioned is vanzelf nat uitslaat. In Rothko Chapel is het koel. Er lopen nogal wat bezoekers in en meteen weer uit. Oh, zwarte schilderijen.

De schilderijen zijn spannend, als je ze niet wilt begrijpen. Wat te denken geeft is dat er meditatiebankjes staan en dat bij de ingang heilige boeken uit een keur aan tradities verkrijgbaar zijn. De verheiliging, de spiritualisering, de air van gewichtig die om de kapel hangt, die is vervelend. We komen voor schilderwerk, niet voor een levensgevoel.

Het schilderwerk is extreem. De colorfield paintings van Rothko zijn mooier en wat mij betreft ook veel emotioneler. Toch moet je dit zien, dit bijna zwart op bijna zwart. Dit is waar kunst die er toe doet op uitloopt. Rothko Chapel is inderdaad de reis waard.

Rothko Chapel (1)


Angstvallig heb ik tot nog toe vermeden om te schrijven over het tweede van de drie plekken op onze reis door de VS die, om met Michelin te spreken, de reis waard zijn. De eerste is het landschap van Utah, vooral Monument Valley, het derde is de stad Chicago. Over de tweede iets zinnigs zeggen is moeilijk.

Het gebouw is een betonnen doos met een achthoekig grondvlak. De grote zware deur geeft toegang tot een kleine hal waar de informatiebalie staat. De toegang is gratis. Staande voor de balie kan je linksaf of rechtsaf. We gaan links en betreden de kale ruimte. Omdat het buiten regent komt er weinig licht door het dak. De schilderijen lijken zwart, puur zwart. Ze zijn groot, grofweg anderhalf of iets meer bij twee of zelfs drie meter. Tussen de twee ingangen hangt een doek dat je nog als colorfield-painting zou kunnen opvatten. Langs beide zijkanten wordt de toon donkerder. Tegenover de ingang hangt een drieluik dat hermetisch zwart lijkt, maar het niet is.

De fascinatie neemt toe wanneer het buiten lichter wordt. Er komt tekening in al dat donker. Het is duidelijk dat we aan het eind staan van een ontwikkeling. Wat we zien is een extreem. Vanaf hier is er alleen een weg terug, verder gaat niet meer. Mark Rothko pleegde na het voltooien van de doeken in Rothko Chapel zelfmoord.

Sudoku


In de pauze moet je jezelf vermaken. Je kunt hangen tegen de bar, traag om je heen kijkend. Duurt het nog lang? Ik ben moe. Waarom regent het?

Nee, niet waar, dit kamp kent geen wanklank. Jezelf vermaken is heel eenvoudig. Men neme een blok sudokukaartjes en een vriendin of vijf.

De twee wiskunde docenten kijken elkaar grijnzend aan. Die wil ik. Nee ik. Nee ik.

(foto: Naomi van Valderen)

Te laat


De eetzaal van de Stay Ok in Egmond om twee minuten en veertig seconden voor acht. Een enkeling is wakker en wacht op het ontbijt, dat stipt om acht uur hoort te beginnen. Nee, de wekploeg stelde vanochtend niet veel voor.

Twee meisjes komen verbaasd en teleurgesteld naar de coördinator toe: mevrouw, we zijn in slaap gevallen!

Nou, dat is ook wel een beetje de bedoeling van de nacht, vind je niet.

Ja maar we gingen alleen even liggen om later te gaan overlopen en toen zijn we in slaap gevallen. Zijn de jongens ook in slaap gevallen?

Ja, iedereen is in slaap gevallen, liegt de coördinator blijmoedig, jullie hebben niets gemist.

Over een kwartier druppelen ze binnen, allemaal te laat. We gaan de verhalen maar eens stiekem afluisteren, want wij waren gewoon bewusteloos. Wij weten van niets. En voor de rest: allemaal een briefje halen. Zijn jullie nu helemaal van de wilde spinnen besnuffeld!

donderdag, augustus 26, 2010

Ninabeesten


Bedenk een mythisch dier en maak een collage. Collega Van den Bosch heeft een keur aan plaatjes meegenomen. De leerlingen maken er de prachtigste collages mee. Ze werken met het puntje van de tong zwevend op de onderlip. Het is bijna stil. Wat een tekenles!

De zes mooiste collages krijgen een prijs. Over de eerste vier zijn we het eens, maar over de laatste ontstaat bijna een handgemeen. Nina hakt knopen door. Je hebt mooi mooier mooist. En zo is het.

Vermeend heldendom


Wat nou regen. Krijg de hik, we willen naar buiten. Verrassend veel bruggers zijn het met ons eens. Om vier uur dwaalt een lange stoet de duinen in, gehuld in kleurige regenkleding. Ja, we worden nat.

Op de terugweg is het smalle pad versperd door een achttal runderen. Wat te doen? Je kunt er tussendoor, maar dat slechts één voor één en dan nog heel voorzichtig. Ik mag als eerste. De beesten kijken me wantrouwend aan, maar gaan aan de kant. Doen?

Nee, er hoeft maar een van de kinderen raar te doen en de beesten worden echt bang. Die verantwoordelijkheid is te groot. De groep maakt een omtrekkende en illegale beweging door het struweel en voegt zich verderop bij de enige held van het gezelschap.

Inderdaad, uw scribent. Ik heb mijn vlag geplant.

Ooit was ik met mijn vrouw in een Engels weiland. Er stonden grote koeien met serieuze horens. Een van de koeien zette een charge in, boos, in onze richting. Mijn reptielenbrein wierp zich met honderd kilo en al onsierlijk over een prikkeldraadversperring. Mijn vrouw bleef versteend achter. Ik moet het nog vaak horen, maar verder vertelt ze het gelukkig aan niemand. Held!

Secondenlijm


Wanneer de zondvloed langskomt moet je improviseren. Brei een zwemvest, klei een ark. Collega Goossens weet raad. Hij verzint toneelstukjes voor drie personages. Alle drie krijgen een wat merkwaardige identiteit en moeten daar vragen over beantwoorden. Dat gaat dan bijvoorbeeld zo:

Nou (alles tussen opeengeklemde kaken uitgesproken), ik ben een nijlpaard dat zijn mond niet meer open kan doen. Dat komt omdat ik altijd alles opeet. En tja, als er dan per ongeluk een tube secondenlijm tussenzit, dan krijg je dus dit.

De ene vondst is nog mooier dan de andere. Gevoel voor absurditeit, zou dat een kenmerk zijn van intelligentie?

woensdag, augustus 25, 2010

Rood tegen zwart


Er zijn teken in het bos, al zien we ze niet. De kinderen zitten allemaal op hun kamertjes hun velletjes te inspecteren. Meneer Bannink staat klaar om ongedierte de kop af te rukken, of erger. Het bos is gevaarlijk.

In het bos heerst een verbeten strijd tussen zwart en rood. De stormloop brengt succes, of smadelijke afgang. Het spel is simpel en zeer fraudegevoelig. Bruggers kunnen niet tegen valsspelen. Wij wel, wij zijn er zelfs akelig goed in. Morele verontwaardiging is ons deel. Gelukkig, niemand wint.

Na het eten is er een moment van rust voordat de strijd opnieuw losbarst. Welkom bij de quiz, het dieptepunt van de brugklaswerkweek, het moment van totaal pandemonium, het moment waarop de klas een klas wordt.

De coördinator werpt een snelle blik in het buitengebeuren. Het is haar eerste kamp. Ze heerst met liefdevolle hand.

Bingo

Kennismakingsbingo. Wie de meeste bevestigende antwoorden verzamelt wint. Dat ja-jagen gaat als volgt:

"Blaakmeer, heb jij meer dan drie broers of zussen?"

"Twee dingen: ten eerste mag je best u tegen mij zeggen. Ten tweede word ik heel graag meneer genoemd."

"Oh, sorry."

"Geeft niet, probeer het nog eens."

"Meneer Blaakmeer, hebt u meer dan drie broers of zussen?"

"Nee."

Bosjassen


De brugklaswerkweek is begonnen. Collega en oud-leerling Goossens maakt meteen misbruik van het gebrek aan drukte en opwinding dat de nieuwe lichting bruggers nu al kenmerkt. Hij blijkt te beschikken over een grote plastic zak waarin een kleine twintig kaartspelen kris kras door elkaar zijn gegooid. Ja, kom eens mee, jij, jij en jij, kom eens mee, ga hier eens zitten.

Duizend speelkaarten vormen een amorfe stapel op de houten tafel. De aangewezen dames beginnen braaf te sorteren. Na een minuut of tien is er orde in de chaos. Goede bruggers! Slavenarbeid ondergaan ze gelaten, maar ze hebben wel een vraag:

Meneer, waar is het voor?

Bosjassen, zegt de gymleraar geheimzinnig. Wacht maar af!

We wachten af.

maandag, augustus 23, 2010

Koren


Waar is de haver gebleven? Afgelopen zaterdag fietsten we door Drenthe, mijn broer en ik. Bij een slordig weiland in de buurt van Doldersum stopten we om stuifmeel te verzamelen van de ... eeh, iets netelachtigs. Ik ken geen planten. Ja, een paardenbloem.

Wat ik wel ken zijn de korensoorten. Traditioneel zijn het er vier. Mijn vader leerde ze me lang geleden kennen op een lange fietstocht van Emmen naar Emmen, via Erica en Weiteveen. Tarwe, haver, gerst en rogge. Dit weekeinde zagen we gerst, we vonden tarwe, op de weg terug naar station Steenwijk was er zelfs rogge, maar de haver was nergens te bekennen.

Waar is de haver gebleven?

zondag, augustus 22, 2010

Zorgvlied

Het zal een jaar of dertig geleden zijn. Om lid te kunnen worden van de Nederlandse Toeristen Kampeer Club moest je een ballotage ondergaan waaraan een aantal beoordelingen waren verbonden. In november deed ik derhalve mee aan een werkkamp op het terreintje bij het Drentse Zorgvlied, vlakbij Appelscha. Het regende. Ik zette mijn tent op en ging werken aan de houtwal, samen met een tiental gearriveerde leden. Eén van hen was best bereid om te constateren dat ik mijn tent netjes had opgezet. De beoordeling was in orde.

Toen de avond viel, om een uur of vijf, besloot een ieder huiswaarts te gaan. Ik niet, ik vond dat ik moest kamperen om de ballotage te voltooien. Alleen en eenzaam bleef ik achter in de stromende regen. Op het terrein stond behalve mijn tentje ook een grote werkkeet. In de keet lag precies één boek, met de mooie protestantse titel De korte straat is een nette straat. Ik zette me aan mijn lectuur. Het boek ging over abortus, dat het niet nodig is. Als je maar van mekaar houdt en zo. Een liefdevol boek. Ik las het in een paar uur uit en ging in mijn tent liggen luisteren naar de regen.

Gisteravond, voordat we naar Shakespeare gingen in Diever, ontdekten we de boekenkast van het terreintje. Zou De korte straat is een nette straat er nog staan? Nee, die stond er niet. Uit de beperkte voorraad trok ik een klein pocketje tevoorschijn, voor in de trein terug. Ian Fleming, Casino Royale. Niks nette straat.

Het was leuk, Zorgvlied. Morgen naar Sorghvliet. Ook leuk.

donderdag, augustus 19, 2010

Bootjevaren

We hebben een uitstekende dag uitgezocht om Groot Mokum te bezoeken. De trein zit zo vol dat er op Schiphol niemand meer bij kan. De stationsspeaker verzoekt de mensen op het perron niet meer in te stappen (alsof dat zou kunnen), maar te wachten op de volgende trein. Nee zeg, daar zit vast niemand in. Op het Centraal Station van de hoofdstad staat op het perron van aankomst een menigte mensen op elkaar gepakt als haringen ... nou ja, u weet wel. Dienstdoenden in gele hesjes regelen het trage schuifelverkeer in goede banen. Na een minuut of tien bereiken we een trap naar beneden. Onderaan wijzen borden rechtsaf: Sail!

Tja. In de binnenstad is het iets rustiger, zeg maar gewoon knetterdruk. We gaan aan de overkant lopen, langs de rederij, het brede trottoir van het afschuwelijke Damrak mijdend. Terwijl we oversteken moppert een moeder op haar zoon, omdat hij niet direct de goede koers bewandelt. De jongen protesteert: "Minsen lopen mie ja al veur de vouten".

Provincialen in de grote stad. Ik maak het vandaag wel erg bont. Ik reis van Den Haag naar Amsterdam, van Amsterdam naar Den Haag, een paar uur later van Den Haag naar Rotterdam, en tenslotte van Rotterdam terug naar Den Haag. Morgen doen we het anders. Morgenavond houd ik van zes tot kwart over zes spreekuur in het enige café van het dorp Zorgvlied. Waar het ligt houd ik geheim.

dinsdag, augustus 17, 2010

Waltz with Bashir


Het duurt tot vlak voor het eind voordat ik doorheb dat ik naar een documentaire zit te kijken, net voordat de echte plaatjes beginnen. Een tekenfilm, dat is het. Voor volwassenen, vervreemdend en verbluffend.

Aan het begin van Waltz with Bashir zit de gruwel verpakt in nachtmerries. Langzaam wordt ze uitgepakt, tot blijkt dat wakker zijn veel erger is dan dromen. Het is 1982. Christenen kerven het kuisteken in de borst van moslimmannen. Islamitische bejaarden, vrouwen en kinderen worden afgeknald. Door christenen. Zullen we die dan ook maar allemaal over dezelfde kam scheren?

zondag, augustus 15, 2010

Zestig euro


Vlakbij de witte schouwburg van Rijswijk verschijnt een fietsende agent naast de stilstaande bus. De diender tikt op het raampje van de chauffeur en maakt een gebaar. Ja zegt, de chauffeur, sorry, ik werd gebeld, en daarom sta ik bij de halte. Die vlieger heeft geen schijn van kans. Je bent al vanaf de bocht aan het bellen, zegt de agent. Ja, stom, zegt de chauffeur, nogmaals sorry, ik zal het niet meer doen.

De agent fietst vlak voor de bus langs naar rechts en zet zijn witte rood-blauw-gestreepte rijwiel naast het hokje op de standaard. De buschauffeur doet de deur dicht en wil wegrijden. Ho ho, gebaart de agent. Hij lacht er bijna bij. Al bijna spottend.

De chauffeur doet de deur open, de agent betreedt de bus, werpt een snelle kritische blik op de paar passagiers, wendt zich dan tot de chauffeur en vraagt hem op zijn papieren. Die heeft de chauffeur niet bij zich. De agent houdt het bij bellen, de identiteit van een buschauffeur is niet zo moeilijk vast te stellen. De agent heeft een pistool in een holster aan zijn broekriem hangen.

Bedankt, zegt de chauffeur terwijl de agent de bus verlaat. De deur zwaait dicht, de bus vertrekt langzaam van de halte. Heel even werpt de agent nog een blik richting de man achter het stuur, die nu pas de ogen in zijn rug voelt prikken.

Ja, spottend.

zaterdag, augustus 14, 2010

Moskee

Wat, vlak bij Ground Zero? Dat moesten we maar niet doen, was mijn gedachte gisteren nog. Gelukkig trekken ze zich in New York van mij helemaal niets aan. Gelijk hebben ze.

Ach, informatie. Er zitten al decennia lang twee moskeeën vlakbij wat nu Ground Zero heet. Ze zijn wat aan de kleine kant. Eéntje wil nu een nieuwe gebedsruimte in een cultureel centrum. Het idee is dat het centrum de integratie van moslims in Manhattan zal bevorderen.

Ze zaten er al!

Obama en de burgemeester hebben zich uitgesproken voor de komst van het centrum. Fox nieuws, rabiaat tegenstander van de president, deed vandaag een halve pirouette door Obama te prijzen. Hij doet niets anders dan de constitutie verdedigen.

Wat was één van de eerste dingen die George W Bush deed na de aanslagen van 'nine-eleven'? Inderdaad, hij bezocht een moskee.

Laten we ons er maar niet mee bemoeien. Ze kunnen het veel beter dan wij.

vrijdag, augustus 13, 2010

Frank Wayne




donderdag, augustus 12, 2010

Iffy history

Stel, de Duitsers hebben Engeland bezet, in 1941. De Verenigde Staten blijven neutraal. Hitler begint Barbarossa een maand eerder en wint. Hoe gaat dat verder? Tot diep in de jaren zestig is het nazi-denken gemeengoed in Europa. Langzaam komen er vormen van liberalisering. Als Goebbels sterft, in 1978, twee jaar na Hitler, breken de eerste rellen uit. Bij de eerste verkiezingen voor het Germaans-Europeese parlement, in 1981, winnen de liberalen en de socialen samen een verrassende meerderheid. Overal in Europa staan standbeelden voor Adolf Hitler.

De prins is Sarajevo is dood. De Duitse troepen mobiliseren langs de Belgische en Nederlandse grens. Ja, ook langs de Nederlandse, want Wilhelmina is fel pro Engels. Wanneer Nederland neutraal zou zijn geweest had het Duitse mobilisatiefront een probleem gehad. Maar nu is er ruimte genoeg. Over een front van honderden kilometers kunnen de treinen hun bewapende lading kwijt. De tijd wordt gebruikt voor diplomatie. De Eerste Wereldoorlog blijft uit.

Schrap het eerste verhaaltje dan ook maar.

woensdag, augustus 11, 2010

De dertiende


Gemiddeld was het bagger vandaag, op de weelderig groene weide van Ockenburg. Niet voor Michiel, die golfde als een jonge god. Maar ik had mijn dag niet. Wat zeg ik? Ik heb mijn jaar niet.

Slap excuus: ik heb geen fatsoenlijke pitching wedge. Het ding zat niet in de halve set waar ik nog steeds mee speel. Ik heb er later een wedge bijgekocht, maar die is te klein. Op afstanden onder de vijftien meter gaat dat best, maar meer moet het niet worden, want dan vliegt de bal alle kanten op. Of helemaal niet.

De dertiende (tevens vijfde) op Ockenburg is een par drie van een meter of honderdzestig. Dat is te ver voor een tas met louter ijzers. Met mijn ijzer vijf, de langste die ik heb, haal ik op een goede dag een meter of honderddertig. En dan blijft er dus dertig, misschien veertig meter over. Te weinig voor de sandwedge, te moeilijk voor mijn gebrek aan deugdelijk pitching ijzer.

Op de tee heb ik al een vijf in de hand. Ik bedenk me. Ik zeg het hardop tegen Michiel: met de vijf houd ik een chipje over dat mislukt. Ik ga korter spelen, met de zeven, ruim voor de bunker. Dan houd ik een sandwedge over naar de green. Die lukt wel. Michiel lacht schamper. Hij wenst me succes.

Ik sla met de zeven ruim voor de bunker. De tweede slag met de sandwedge landt naast de vlag en rolt een meter door. Ik lig op ruim drie meter van de hole. Als alles lukt, lukt alles. Par!

Voor het eerst in mijn leven bedenk ik op de golfbaan een strategie. Ik ben een absolute beginner.

dinsdag, augustus 10, 2010

Paard gevonden (niet kwijt)


Ik heb een paard gevonden. Het paard is wit en zijn schaduw is zwart. Het paard snuffelt aan de grond, of het eet iets, of het is heel verdrietig.

Google maps, ergens in Drente, zomaar een paard.

maandag, augustus 09, 2010

Culianu

Jaren geleden hoorde ik via via dat Ioan Culianu in Chicago was vermoord. Vermoord op een toilet. Ik stelde me er onmiddellijk iets crimineels (drugs) of homo-erotisch (prostitutie) bij voor. Verder vroeg ik niet, want ik kende hem alleen terloops, als vaag lid van de werkgroep Religieuze Symbolen waar ik als groentje aan mee mocht doen. Ik denk dat in de boezem van die werkgroep niet veel meer informatie voorhanden was. Men gokte maar wat. Moord, spannend, treurig, tjonge jonge.

Moord in Chicago. Dan denk je aan gevaarlijke buurten, vol duisternis en troosteloos beton. Maar Culianu werd vermoord op een ongetwijfeld blinkend wit toilet van de zeer eerbiedwaardige University of Chicago. Daar waan je je in een oude Engelse Alma Mater. De dood van Culianu is waarschijnlijk een afrekening door de Securitate, de beruchte geheime dienst van Ceausescu. Er is een boek over geschreven.

Zou hij in Groningen al vergeten zijn? Ik moet hem ontmoet hebben, vroeger. Ik herinner me niets. Alleen die vreemde tragische dood, die houdt hem levend.

zondag, augustus 08, 2010

Semiotiek


Een teken is een ding, niet persé materieel, dat opgevat wordt (of kan worden) als verwijzing naar iets anders. Datgene waar het naar verwijst, het object, is op een bepaalde manier afwezig, anders was het teken niet interessant. Simpele voorbeelden zijn er legio: rook is een teken van vuur, het woord 'stoel' verwijst naar een stoel. Een iets minder simpel voorbeeld: mijn paspoort kan als teken dienen voor mijn nationaliteit. Alle woorden zijn tekens. Alle wolken zijn tekens voor wie op zijn rug ligt. Kijk, Europa!

Volgens de grootste tekenkundige, de Amerikaanse filosoof Charles Sanders Peirce (1839-1914), zijn er drie aspecten van tekengebruik. Is een teken gebaseerd op louter conventie ('stoel' betekent stoel), dan spreekt Peirce van "symbol". Is er sprake van een vorm van gelijkenis tussen teken en object (de uitgang van het station wordt aangeduid door een vierkantje met een pijl naar buiten) dan heet het "icon". Is er een oorzakelijk verband tussen teken en object (helaas, je vingerafdruk op de koektrommel spreekt boekdelen), dan spreekt Peirce van "Index"

Deze drie aspecten zijn niet los verkrijgbaar. Elk teken heeft zowel symbolische, iconische en indexicale eigenschappen. Dat leg ik niet uit, maar het is wel zo. Waar het om gaat is het volgende: bijna altijd zijn de niet-conventionele aspecten (opgelet tot hier? Dat zijn dus .... inderdaad, icon en index) veel belangwekkender dan de conventionele (juist, symbol).

Wanneer zoeken naar betekenis vermoeiend, vervelend en overdreven is, gaat het altijd om symboliciteit. Daarom zijn die boeken van Dan Brown uiteindelijk zo slaapverwekkend. Quod erat demonstrandum.

(Marco, voor je antwoordt, dit is een beta-blogje in alfa-verpakking)

zaterdag, augustus 07, 2010

Monument Valley


Het is onmogelijk om in Monument Valley foto's te maken die niet op zijn minst enigszins interessant zijn. We hebben er meer dan honderd gemaakt, een week of drie geleden, maar deze was er niet bij. Waarom niet? We waren er in de late middag en vroege avond. We waren te goedkoop om geld uit te geven aan het motel met balkon met eeuwigdurend uitzicht.

Wat is er gebeurd in Monument Valley? Dat was de vraag die aan de grens van Utah werd voorspeld. Later bleek natuur niet in staat om de ziekte van Stendhal te veroorzaken. Nee, maar toch. Monument Valley is het onbetwiste hoogtepunt van ons bezoek aan Amerika. We keken eerst een uur lang uit over de met vreemde bulten bestrooide vlakte. We kennen deze vlakte uit tientallen films. Dit is John Ford country. Hier reed de Stagecoach. Hier is The Searchers opgenomen. Ja, het is leuk en het doet er eigenlijk niet toe. Monument Valley is veel meer dan film.

Nadat we de mijlenlange hobbelweg onderlangs in beide richtingen hebben voltooid, nadat Willemijn me in dezelfde pose als John Wayne in The Searchers heeft gefotografeerd op het John Ford uitkijkpunt, ik in een belachelijk oranje shirt, maar met een goede hoed, zitten we nog een uur uit te kijken naar het sterven van het licht. Langzaam breidt de schaduw zich uit over de Mittens in de verte, die zo dichtbij lijken. We maken de avondfoto's:



Misschien is een uur of vier in dit landschap wel genoeg. Wonen in dit uitzicht kan niet gezond zijn. Het zou het verlangen naar de menselijke maat tot ondraaglijke proporties opblazen. Geef me een bos, een heuveltje, een kabbelende beek.

Ik verlang hevig terug naar Monument Valley.

vrijdag, augustus 06, 2010

Dan Brown

Ik geef het toe, ik lees Dan Brown's "The Last Symbol" en het is op een heel monotone manier retespannend. Al die boeken gaan over hetzelfde: er is een mystiek geheim en dat is op symbolische wijze verhuld. Dingen die voor gewone stervelingen geen betekenis hebben zijn voor ingewijden van groot belang. De betekenis is altijd symbolisch en wereldschokkend.

Dan Brown gebruikt in al zijn boeken dezelfde truc: er is bijvoorbeeld een gravure van Dürer die je als je een beetje gedronken hebt best kunt uitleggen als, bijvoorbeeld, een verwijzing naar tradities in, bijvoorbeeld, de vrijmetselarij. Brown's hoofdfiguur, de briljante hoogleraar in de mystieke betekeniskunde Robert Langdon, vertelt daar dan over alsof het voor iedereen die er echt verstand van heeft duidelijk is dat er maar één betekenis mogelijk is. Inderdaad, de alcoholische.

Hoe ouder de filosofie, hoe waardevoller. Hoe primitiever de religie, hoe relevanter. Hoe obscurantistischer de mystiek, hoe mededeelzamer. Als het in nevels is gehuld, dan kan je het naar je hand zetten.

Brown schrijft beroerd, in een constant overspannen stijl, maar als je tegen beter in weer eens in zo'n boek beland bent, moet je lezen, want spanning opbouwen met bijna niks, dat kan hij wel. Jammer dat het constant over symbolen gaat.

Echt interessante betekenis, die ergens over gaat, vinden we niet via de weg van het symbool, maar via het icoon of, vooral, de index.

Ja, ik ga het uitleggen. Morgen of zo.

donderdag, augustus 05, 2010

Inception


Vooraf weten we dat we niet gaan weten, we zijn gewaarschuwd. Inception wikkelt het plot in zoveel hel verlichte duisternis dat er weinig van te volgen valt. Maar de krantenkoppen roepen verrukt dat regisseur Nolan de lat voor de Hollywood-thriller hoger heeft gelegd.

Nou, er valt inderdaad veel te genieten aan het aktiespektakel. Het spettert en het doet. Prima.

Er zijn drie niveaus van vertraging, die volstrekt logisch en consistent zijn. Hebben de personages op niveau 1 nog drie seconden voor ze wakker worden, dan hebben de dezelfde personages op niveau 2 voor het ontwaken nog vier minuten en dat geeft de wakkere equivalenten op niveau 3 dus nog twintig minuten.

Bent u daar nog? Er zijn dromers in dromen. Aan het eind zijn er vier of vijf niveaus van dromers. Ale personages zijn dromers in dromen in dromen in dromen. Een intrigerend gegeven. Vermakelijke onzin.

Inception zal de nodige boekjes opleveren. Het moet uitgelegd. Het lijkt wel filosofie man. Legt Nolan de lat hoger? Welnee, hij is niets meer en minder dan een succesvolle aandachttrekker.

woensdag, augustus 04, 2010

Wel hier en de gunder


Wel potverdrieviervijftotenmetzeshonderdachtentachtigdubbeltjes, wat lees ik daar op mijn hoogsteigen blog? Een bericht van een jaar of twee geleden:

Het grootste model van het zonnestelsel is te vinden bij Peoria, in Illinois, USA.


En daar, u raadt het al, zijn we precies iets minder dan twee weken geleden met hoge snelheid (zeventig mijl per uur) aan voorbijgeraasd met tijd om te sparen.

Totaal onwetend.

Now, that's a bummer!

dinsdag, augustus 03, 2010

Lubbers


Zijn verdediging is sterk. Hij wilde na luttele uren zijn opdracht eigenlijk al weer teruggeven. Waarom heeft hij het niet gedaan? Hij kon niet veel anders. Links onderschatte de wil om over rechts te gaan. Maar er zit nog iets in die mouw. Daar zit een aapje, of misschien wel een gorilla. Gorilla's hebben wat meer tijd nodig om uit de mouw te kruipen. Een half jaar? Een jaar? Ruud Lubbers is een verklaard tegenstander van het gebrek aan denken van de PVV.

De informateur walst dwars over Rutte en Verhagen heen. Rutte legde zaterdag in de Telegraaf de schuld van regeren over rechts volledig bij Cohen. Lubbers noemt dat en plein publique grote onzin. Er is maar één vroedvrouw van het beoogde kabinet en die heet Rutte.

Verhagen lacht vanavond fijntjes. Nee hoor, het is een minderheidskabinet. Blij lachen was het niet. Lubbers noemt het gewoon een meerderheidskabinet. Het CDA gaat reageren met een partij die geen partij is, een volstrekt ondemocratisch georganiseerde vereniging van mensen rondom Geert Wilders, gebaseerd op haat, van plan de rechtstaat van haar pijlers te ontdoen.

Ik zou me nog maar een keer achter het oor krabben. Draait de camera? De camera draait. Lubbers schoffeert Rutte en Verhagen. I smell a gorilla.

maandag, augustus 02, 2010

Jaar



Juli en Augustus zaten we dan in Ardnamurchan, om te lezen en te schrijven. Het regent nu buiten. Ik stel me droogte voor in Schotland, met af en toe in de nacht een bui. Op wandelafstand uitzicht over Eigg en Rhum en Skye. Het is een graad of vierentwintig. Een klein bootje met een krachtige motor. De dolfijnen van de Noord Atlantic. Whisky in de avond.

In de winter zijn we in Umbria, in het noorden. Arezzo en San Sepulchro zijn binnen handbereik, het is een graad of twaalf. Wanneer we willen bezoeken we Pierro della Francesca. Ons Italiaans wordt steeds beter. Waarom is de drank hier zo goedkoop?

In de lente zijn we in de herfst, in Zuid Australië, of in Nieuw Zeeland, rond Christchurch en Dunedin. In de herfst zijn we in New England. Vermont, New Hampshire, roodbruin blad.

Heel soms zijn we zelfs in Diphoorn of in Noordsleen.

zondag, augustus 01, 2010

Geheim

(foto van internet)

Het geheim van Texas kan onthuld. Gisteren hebben we Suzanne een bundel met de mooiste gedichten van Leo Vroman gegeven met opdracht van de dichter zelf.

Na schriftelijke en telefonische afspraken, waarin we onmiddellijk hartelijk werden uitgenodigd om te komen eten in Fort Worth, melden we ons zondag 18 juli om vier uur bij het huis waar ze wonen. Er wordt door de receptioniste naar boven gebeld en even later verschijnen om de hoek van de gang de bekende gezichten van Leo en Tineke Vroman. Wat volgt is een zeer genoegelijk samenzijn in het appartement op de tiende, met uitzicht op de skyline van de stad.

Leo Vroman leest andermaal een paar gedichten van Suzanne, ik heb ze voor hem opgezocht op haar weblog, en hij besluit tot de volgende opdracht in de bundel: "Lieve Suzanne, soms wil ik schrijven zoals jij." Als handtekening staat er dan zo'n typerend tekeningetje, het hoofd en profil met de neus, wijzend en kijkend naar een klein boekje.

Het was een mooie avond. Vooral omdat de vreugdevolle spanning over het zomaar mogen bezoeken van één van de allergrootste dichters die onze taal rijk is, verdwijnt zonder weg te gaan. Het is vertrouwd en heel bijzonder.