dinsdag, juli 31, 2007

Michelangelo Antonioni


Het moet niet veel gekker worden! Kwam gisteren het bericht dat Ingmar Bergman op maandagochtend is overleden, zojuist werd gemeld dat Michelangelo Antonioni maandagavond stierf. Hoeveel echt grote filmregisseurs kan je noemen? Een stuk of tien, meer niet. Hoe groot is de kans dat twee ervan op dezelfde dag overlijden? Ja, twee keer zo groot als de kans dat ze dat op twee verschillende maar specifieke dagen doen. En toch lijkt het of de duvel er mee speelt.
Antonioni is het mooist omschreven als de regisseur van films "waarbij je hersenen als kroketten uit je oren stulpen." Zijn enigmatische en dus niet te klassificeren drama's bepaalden het filmlandschap van de jaren zestig en zeventig. Antonioni is een genre op zich. Net als Bergman is hij het beroemdst geworden door een trilogie (L'Avventura, La Notte, L'Eclisse), waarvan vooral de eerste nog steeds tot de grote klassiekers gerekend wordt. Antonioni is vooral een filmer van ruimte, die in veel films meer dan als decor gaat functioneren als het eigenlijke personage. Onbegrijpelijk mooi. Antonioni is dood. De jaren zeventig zijn voorgoed voorbij.

Labels:

maandag, juli 30, 2007

Ingmar Bergman

Ingmar Bergman is dood. Zijn status als één van de grootste filmregisseurs ooit is de laatste decennia wat verbleekt, en dat is geheel ten onrechte. In Frankrijk en Italië, filmlanden van formaat, was hij nooit erg geliefd; noordelijk, kil, cerebraal, protestants. In Nederland ging dat al een stuk beter, al kwam de waardering uit een voor cinefielen wat verdachte hoek: vraag 100 dominees van 60+ om de naam van een filmregisseur te noemen, en er komt 99 keer Bergman uit. In de jaren zestig worstelde Bergman ouderwets met God. In de jaren zeventig ging het vooral om relatieproblematiek en de leegte van het moderne leven. Ik denk dat de oudere films de langste adem zullen hebben, niet zozeer vanwege de religieuze thematiek, al zou dat op zich best kunnen, maar omdat Bergman in de beroemde trilogie (Als in een donkere spiegel, De avondmaalsgasten, De grote stilte) een soort kamermuziek voor film schreef. Film van grote zuiverheid, waaraan elke opsmuk ontbreekt. Er is geen God. God hebbe zijn ziel.

Labels:

zondag, juli 29, 2007

Amazing Mazda

Wat te doen, wat te doen. In Engeland stonk de Mazda opeens gruwelijk naar benzine. Rijden met de raampjes open dan maar. Na een dag was de stank weg. We hadden getankt in een dorpje in het midden van nergens, dat wil zeggen, we waren getankt, door een jongeman die er enigszins hulpbehoevend uitzag, qua een stukje mentale weerbaarheid. Je verwacht toch dat de pompbediende, hoe gemankeerd ook, de tankdop er weer een beetje netjes opschroeft. Niet dus.
Hoe komen die verrukkelijke luchten dan in het interieur vraagt u zich nu natuurlijk af. Welnu, sinds een maand of twee zit er een gat links in de kofferbak, vlak onder de tankdop. Niet groot, maar je kunt de straat zien. Daar hebben benzine-moleculen geen moeite mee. Hup de kofferbak in, hup via de achterbank regelrecht naar de inzittende neusgaten. Mmmm, is deze auto nog te vertrouwen? Het gaat nergens over, maar de al eerder gezaaide twijfel (gat in de kofferbak, claxon kapot, banden aan vernieuwing toe, apk in het verschiet, moetende bezuinigen, ergo moetende de auto de deur uit doen) kreeg de omvang van een prettige zekerheid .
Wachtend op de boot in Dover begon het te regenen. Raampje dicht dan maar. Doe het lekker zelf zei de Mazda, ik ben nu even gewoon een beetje stuk, ok? Goed, prima, duidelijk. De auto moet weg. We kunnen het vanwege duurdere hypotheek en toegenomen studiekosten voor Anna sowieso niet meer betalen. En welke rekeningen liggen er eigenlijk op de mat bij thuiskomst?
Er zat inderdaad een rekening in de telefoon bij thuiskomst. We krijgen geld, veel geld voor ons doen. Willemijns stiefmoeder, de vriendin van haar vader zaliger, heeft besloten dat ze niet langer gebruik wil maken van het vruchtgebruik van vaders centen. Stuur maar naar de kinderen. Er zijn slechtere berichten. We kunnen de creditkaart aflossen, nog wat andere schulden aflossen, de limiet van de bankrekeningen op nul zetten in plaats van op min zoveel, en we kunnen op termijn gewoon een nieuwe occasion kopen. En dan is er nog geld over. Wat zegt u vriendelijke garagehouder? 5000 euri? 6000 euri? geen enkel probleem meneer! Doet u mij maar een Saab 900, of de prachtige BMW 5 van het vorige model. Op lpg graag. Nee, dat is dagdromerij, natuurlijk koop je gewoon een japanner, want die kosten bijna niks in onderhoud. Zoek zoek, kijk kijk, en 'then it hit me': ik heb al een japanner. Achttien jaar oud, 180000 op de teller, en aan serieus onderhoud toe. Op het internet wemelt het van de berichten over de door garagebedrijven gehate 626 uit 1988 (geen cent aan te verdienen): die krengen doen moeiteloos meer dan 400000 kilometer, zonder enige revisie aan de motor. Laat het eens één duizend euri kosten om de Mazda weer in glansstaat te brengen. Laat het ding desnoods helemaal overspuiten (roest hier en daar) en zet er vier nieuwe banden onder. Waar hebben we het dan over? Tweeduizend euri? Dat is nog lang geen vijfduizend. En dan kan het ding nog jaren mee. Of niet? Of niet, maar dat geldt voor elke bak die je voor vijf moderne ruggen aanschaft, want die hebben ook allemaal twee ton op de teller. Wat te doen? Morgen naar de garage voor advies. Maar ik weet de uitslag. Als mijn berekeningen kloppen blijft de Mazda. Het is een heerlijke auto. Toen we hem kregen vond ik hem spuuglelijk, maar gewenning brengt inzicht: eigenlijk is mijn Ferrarirode 626 coupé ook een mooie auto. Job kan tevreden zijn (dat leg ik morgen uit): de Ferrari blijft. Denk ik, nu. Toch? Of niet? Ik twijfel dus ik ben.

Midgetgolf

Zou de geschiedenis van het midgetgolf al geschreven zijn? Het spelletje moet wel op zijn retour zijn. Kijk naar de foto; er ontbreekt een gele kegel. Deze baan wordt niet meer bijgehouden. Twee weken geleden in het Westbroekpark bleek dat het allemaal nog veel erger kan.
Midgetgolf. Vroeger was ik er dol op, vooral omdat ik altijd won. Echt altijd. Dat duurde tot ik een jaar of vijfendertig was. We speelden met een man of zes en ik werd vierde. Sindsdien heb ik geen potje meer gewonnen, en ik speel het toch vaak, zeker eens in de twee jaar. In het Westbroekpark won ik van Marina, in matchplay (tel het aantal gewonnen holes). Het spelletje strokeplay (tel je totaal aantal slagen over 18 holes bij elkaar op) verloor ik van Marina en Bert en Otto, maar dat speelden we gelukkig niet. Helaas betekent mijn overwinning helemaal geen moer. De baan is al een jaar of tien morsdood. De schijn van leven wordt opgehouden door een jongeman die het gras rond de holes maait terwijl we aan het spelen zijn. Zijn aftandse machine werpt gras op de baan. Een doodzonde natuurlijk, maar dat zal de uitbaters een zorg zijn. Zij runnen geen golfbaan maar een loterij. Zonder prijzen.

zaterdag, juli 28, 2007

Frika(n)del

In de Volkskrant van afgelopen woensdag: "Nauwelijks een uur nadat ze voet op Spaanse bodem hebben gezet, weten horden Nederlandse toeristen haar café te vinden. 'Help, ik heb mijn frikandelletje gemist', roepen ze dan." Wat hebben wij gemist, in Engeland? Niets, wij hadden drie blikken jonge capucijners van Appie meegenomen. Donderdag kwam onverwachts de zoon des huizes thuis. 'Hé Alexander, als je wilt kan je mee-eten, wij eten, eh, een soort van bonen, zacht van smaak, nee, geen tuinbonen, eh, wat is in godesnaam een capucijner in het Engels?'. We deden er wat aardappels bij, op de Aga gebakken spek, en een halve witte kool met Madras kerrie. Alexander zei dat hij het erg lekker vond, en het klonk of hij het meende. Terecht!
's Lands wijs 's lands eer, we hebben zeker zes keer bacon and eggs gegeten. Zonder witte bonen, zonder tomaat, zonder grote paddestoel, zonder harde toast, maar toch. Over de gigantische hoeveelheden overheerlijke frambozenjam (seedless) zwijgen we dan maar. En op zondag maakten we de grote vergissing: een 'Sunday Roast' in de plaatselijke pub. Taai lamsvlees, zwart geblakerde aardappelen, een nauwelijks uit de voorverpakking bevrijde en dus beslist niet zelfgemaakte Yorkshire Pudding. Ja gauw, doet u mij nog maar een pint om deze ellende weg te spoelen. Ach, je moet natuurlijk weten waar je naar toe gaat. Gisteravond tracteerde John ons op een 'traditional pubmeal' in Reach, in 'The Dykes End'. Mooie frieten, een spiegelei precies goed, en ham met honing. Goedkoop en voortreffelijk. Crème Brulé toe, en alles overgoten met een Ale van grote klasse. Prima!

Hoe oud?

Het station van Ely spuwt elke tien minuten een twintigtal reizigers uit. Ze nemen een taxi, worden opgehaald, of gaan in de schaduw zitten wachten op de bus. Ik zit op de kofferbak voor het station in de zon, op een 'no more than 20 minutes' plaats, aangegeven met blauwe strepen op het asfalt. Ik zit er al een half uur. Hoeveel reizigers er ook verschijnen, John Trapp is er niet bij. Ik sluit de auto af en ga maar eens op het perron kijken. Er is een trein 'delayed', maar die gaat zo te zien de verkeerde kant op. Ik slenter naar de krantenkiosk, de mooiste plek van elk station, maar de krant heb ik al. Flesje cola dan maar. Het flesje is zodanig in het rek geplaatst dat er behoorlijk wat topologisch vernuft nodig is om het te bevrijden. De jongen en het meisje achter de toonbank kijken lachend toe. Terug op het perron word ik aangesproken door een meisje van een jaar of vijftien dat met een stuk of zes vriendinnen op de harde stenen vloer zit niks te doen. De meisjes zijn lower class en luidruchtig. 'Hoe oud denkt u dat ik ben?' Ik kijk haar indringend aan en vraag wat ze graag zou willen horen. Dat begrijpt ze niet: 'Nou, gewoon, hoe oud ik ben'. Ik denk iets te lang na en zeg dan: 'vijftien'. Het meisje stoot haar vriendinnen aan: 'zie je wel.' Ze is veertien. Ik stel de wedervraag. 'Tweeënveertig' zegt het meisje zonder na te denken. Ik bedank haar uitbundig. De meisjes giechelen. 'Hou oud bent u dan?' Ik biecht wat extra levensjaren op en de meisjes lachen zoals alleen pubers dat kunnen, onder elkaar. Ik ben 'dismissed'.

zaterdag, juli 21, 2007

Internetcafe

In het internetcafe zitten 15 mensen veel te dicht op elkaar te rammelen. Ik rammel mee, want Joost is jarig en dus moet er een mailtje geschreven worden. Het is zaterdag en het is druk in Cambridge. De zon schijnt. Thuis, in Swaffham Bulbeck, staat de iMac te wachten op betere tijden. Hij is al een week lang verstoken van internet. Wij ook, maar ons deert het niet. Tot over een week.

vrijdag, juli 13, 2007

Reiziger, bijna

De verwording neemt bedenkelijke vormen aan. Ging men vroeger op vakantie met een slecht functionerend rijwiel, een lekke tent en een sputterende primus, heden deze dag vertrekken wij naar het perfide Albion met de computer op de achterbank. Het moet toch niet gekker worden!
John Trapp mailde op mijn vraag of wij de komende twee weken in zijn huis ook van internet gebruik zouden kunnen maken blijmoedig ja. Hoef je alleen maar de providerdingen te installeren, wachtwoord achter in het schrift dat ik er bij leg. Tja, John heeft dus een laptop, en die is mee op reis. Ik heb geen laptop. Jammer. Het absurde idee om de iMac gewoon mee te nemen flakkerde een moment door mijn brein om onmiddellijk uit te doven. Dat doe je niet. Totdat ik bedacht dat er maar één ding in dit huis staat dat ik na een grondige inbraak echt zou missen. Aha!
Als het een beetje wil lezertjes, blogt uw scribent vanaf morgen gewoon door, maar dan vanaf de overkant van de kleine plas. Hoort u niets van mij, dan is de installatie mislukt. Vul dan het plaatje zelf maar in: wij touren tussen hoge heggen door licht glooiend landschap van pittoresk dorp naar dorp. We varen traag over de rivier de Cam, struinen door boekwinkeltjes, eten fish and chips, en maken onze eigen jam. Jammie!

dinsdag, juli 10, 2007

Nutteloze kennis

Vorige week vrijdag stond ik op de Boulevard van Kijkduin betweterig te doen. "Londen ligt daar", zei ik, wijzend in de richting van Hoek van Holland, evenwijdig aan het strand. Mijn sectiegenoten waren nog wat te bedwelmd door de genuttigde uitsmijters om me tegen te spreken. Alleen Bert merkte op dat hij dat wel eens zou controleren. Laat ik hem maar voor zijn. Ik heb schromelijk overdreven. Als je haaks op de kustlijn bij Kijkduin de zee inzwemt kom je weliswaar helemaal in het noorden van Engeland uit, in de buurt van Newcastle, maar om Londen aan te wijzen moet je toch echt een hoek van een slordige 40 graden met de kust maken. Dat haaks zwemmen is overigens niet aan te raden: van kust naar kust is een afstand van 500 kilometer.

zaterdag, juli 07, 2007

Pialat's 'Van Gogh'


André belt. Hij staat in de Aldi van Veendam naast een bak met dvd's. In de bak ligt naast wat films van Ozon een tweetal dvd's van Maurice Pialat's film 'Van Gogh'. Voor nog geen zeven euri. Of hij die moet kopen? Mijn hart maakt een sprongetje en ik begin tegen Andre te raaskallen. Wat ik bedoel is: "heel erg ja! Alletwee! Eén voor jou en één voor mij."
Ik heb 'Van Gogh' twee keer gezien, in de jaren negentig. Ik herinner me het hoofd van Jacques Dutronc in de titelrol en verder alleen dat dit een fabelachtig goede film is. En dat het tijdschrift 'Skrien' er uitgebreid aandacht aan besteedde. In de derde houten Ikea-tijdschriftenbak (organisatie!) vind ik het Skrien-nummer van oktober 1992.
Skrien was in de jaren tachtig en negentig een prachtig tijdschrift, besmet door het virus van de semiotische theorie maar met aanstekelijk enthousiasme voor precies de juiste films. Maar liefst drie artikelen werden gewijd aan Pialat's film. In de eerste plaatst Michel Hommel 'Van Gogh' binnen, of eigenlijk buiten, het genre 'Van Gogh-film'. Pialat is de enige die de schilder als mens afbeeldt, bij vlagen zelfs als "vervelende klootzak" en "pathologische dwarsligger". Alle clichés ontbreken ("Het zal Pialat worst wezen of Van Gogh nu wel of niet een genie was") en 'Van Gogh' is daarmee volgens Hommel "de ultieme Van Gogh-film, en het einde van een genre."
In het tweede artikel vergelijkt Mart Dominicus de film met een impressionistisch schilderij, waarin fragmentarische scėnes uiteindelijk een geheel vormen dat vooral sfeer heeft. De afwezigheid van een stuwende vertelling maakt het juist mogelijk de schilder als een fysiek en nuchter mens neer te zetten, een mens bovendien met een omgeving die helemaal niet gericht is op de beroemdheid in haar midden. Als Van Gogh sterft gaat de omgeving dan ook gewoon door, alsof er niets gebeurd is: "Er is amper verdriet - het wordt althans niet geuit. Plots, tijdens de werkzaamheden, laat de patron per ongeluk een houten luik op de voet van zijn vrouw vallen. Ze schreeuwt het uit .... Je laat de bekendste schilder ter wereld bijna terloops sterven, maar janken laat je ze pas als iets echt pijn doet."
Wie in een film over Vincent van Gogh vooral clichés wil zien zal in het citaat terecht een aansporing lezen om Pialat's film te mijden. Wie een zeldzaam voorbeeld van film op zijn best wil zien weet waar hij naar toe moet. De Aldi in Veendam. Misschien hebben ze achter nog een paar liggen.

Labels:

donderdag, juli 05, 2007

Wenders

'Don't come knocking', de laatste film van Wim Wenders, begint zo knullig dat je bij een onbekende regisseur onmiddellijk iets beters zou gaan bekijken, Lingo of zo. Maar het is Wenders.
Er is een handjevol regisseurs dat overal mee wegkomt, omdat ze, hoe knullig ook, zo verschrikkelijk persoonlijk zijn. John Cassavetes was er zoeen, het geldt op een wat gemene manier ook voor Lars von Trier, en misschien zelfs voor Woody Allen. En het geldt zeker voor Wim Wenders. Wenders maakte één onberispelijk meesterwerk, Der Himmel über Berlin, en verder een hele hoop ontzettend aardige en hoogst persoonlijke films (zie mijn blogjes van 26/11/2006 en 04/01/2007). Het gevolg is dat je naar een nogal matige film als 'Don't come knocking' toch met plezier zit te kijken. Het verhaaltje gaat nergens over en glijdt niettemin alle kanten op. Kortom: laat maar, we geloven het wel. Maar we geloven het wel.

Labels:

woensdag, juli 04, 2007

Onweer

Het onweert. Mooi onweer, van het type dat blijft rollen en rollen, achter het huis, en nu ook voor het huis, dichterbij. Het kan niet dichtbij genoeg. Het gaat gepaard met het geluid van regen. Mooie regen, met druppels die precies groot genoeg zijn. Volle regen. Overigens had de natuur wel wat sneller kunnen reageren op de geboorte van Klaas, maar dat terzijde.
Onweer past bij geboorte en bij dood. De meest extreme 'rite de passage' vraagt om extreem weer. Toen mijn vader werd begraven, ruim twintig jaar geleden, ging het gebed van de dominee aan het graf geheel verloren in het daverende geluid van stortregen op de paraplu's. Aangezien de man kort daarvoor een wenkbrouwfronsende preek had afgestoken ervoer ik het geweld als een teken van goddelijke gerechtigheid. Keihard, mooi en nat. Prima!
Als ik doodga moet het noodweer zijn vond Beethoven. Zo is het. Geboorte en dood. Toen Anna geboren werd, bijna twintig jaar geleden, was ik een dag lang verzoend met alles: 'Als ik nu doodga is het niet erg' dacht ik toen. Een hele vreemde emotie die ik nog steeds begrijp. Inmiddels ben ik weer schijtbenauwd om dood te gaan. Als het dan tenminste maar niet op een mooie zomerdag is.

dinsdag, juli 03, 2007

Voor Klaas en zijn pappie en mammie :-)


Psalm

Met het eerste koper in de tuin
vallen vier okkernoten als houten muzieknoten
met droog gedokker op tafel. Domisolsi.
In de rododendrons spannen spinnewebben
hun verwachtingspatroon. Zo bijna. Zo nabij.

Zoals het nog nazomert diep in oktober.
Ik heb. Ik heb zin. Ik heb zin in
zinderen, zo lang als een zinken dak in de zon.
Zo nu. Zo wanneer.

Ik ben al bezig met herinneren, maar
het is nog zo vandaag, zo graag.
Hier en daar wordt paars uitgevonden
en vazen om het in te doen.
Een takje. Enkelvoud. Zo weinig. Zo veel.

Zoals de reus die een postzegelgroot
fotootje bewaart van zijn reuzin.
Zo groot en zo klein is alles.
Zo alles.

(Herman de Coninck)

maandag, juli 02, 2007

Heimat

De videotheek aan de Vlierboomstraat heeft sinds een maand of wat een prachtige en alsmaar groeiende collectie 'Filmhuis'. Dat het toppunt in dvd-land, de 'Criterion Collection', vooralsnog ontbreekt zij ze vergeven; je hebt er een regiocodevrije dvd-speler voor nodig en Nederlandse ondertiteling ontbreekt. Daar zit waarschijnlijk weinig brood in. Bovendien wordt alles goedgemaakt door de aanwezigheid van de volledige serie 'Heimat'. De door Edgar Reisz geregisseerde familiekroniek vertelt de Duitse geschiedenis vanaf 1918 tot nu aan de hand van de gebeurtenissen in het fictieve dorp Schabach. Vanavond herzagen we de eerste aflevering.
Simon's Paul keert te voet terug uit de oorlog. Drie dagen heeft hij gelopen. Als hij zwijgend door het dorp wandelt wordt achter de ramen naar hem gekeken. "Is dat nit der Simons Paul?' Paul nadert de smederij van zijn vader, die druk bezig is met het vervaardigen van een ijzeren band voor een wagenwiel, en kijkt door het raampje naar binnen. Vader loopt naar buiten om de band om het wiel te leggen. Paul loopt naar hem toe en pakt een grote moker. Vader houdt een moment stil, kijkt even naar Paul, en legt de band om de as van het wiel. Zonder dat er een woord gesproken wordt slaan ze het ding samen vast. Vader tilt de wagen op zodat Paul het wiel er aan kan bevestigen, zegt: "Der Wagen gehört dem Legrands Kath. Und dem sei Helmut ist am Weichselboge gefallen", en loopt naar binnen, de details van de montage aan Paul overlatend. Als Paul klaar is volgt hij zijn vader naar binnen en helpt hem met een nieuw smeedwerkje. Als het af is kijkt vader op en zegt: "Gott sei dank!". Nu komt moeder uit het belendende huis naar buiten, ziet Paul, zegt "Der Paul ist wieder da", en begint te lachen. Paul loopt op haar af. Er volgt een soort omhelzing, maar voordat moeder hem mee naar binnen kan nemen zegt Paul: "Mutter, wart mal'n Moment" en loopt naar de mesthoop om te plassen. Moeder kijkt vader aan en lacht. Vader lacht terug.
Om te janken van blijdschap en ontroering. En dat is nog maar het begin. '24', 'Lost', 'Prison Break', het is allemaal heel goed en zeer onderhoudend, maar Reisz' 'Heimat' is een wonder. De serie is de perfecte combinatie van epiek en lyriek. Zonder enige overdrijving: 'Heimat' is één van de grootste kunstwerken van de twintigste eeuw.

Labels:

zondag, juli 01, 2007

Afstand

Ik ben er inmiddels aan gewend: Willemijn heeft gelijk. Al jaren strijden we over de vraag welke route naar de tramhalte het kortst is, die naar tram 2 (Willemijns optie) of die naar tram 3 (Mijn hoogstpersoonlijke gelijk). Zojuist ontdekte ik (wat laat wellicht, in meerdere betekenissen) een prachtig Google Earth gadget: Je kunt de lengte van een pad meten. Trek een lijntje, klik waar je van richting verandert, trek een nieuw lijntje, en zo verder. En wat blijkt: Willemijn heeft niet een beetje gelijk: haar route is 527 meter lang, die van mij 746 meter. Auw! Van huis naar school op de fiets levert een afstand van ruwweg 3700 meter. Daar doe ik tussen tien minuten en een kwartier over. Dat kan dus sneller. Van hier naar mijn ouderlijk huis is verder dan van hier naar Engeland. En, het meest verbazingwekkend, de afstand van Malmø naar het noordelijkste puntje van Zweden is inderdaad langer dan de afstand van Malmø naar Rome (1545 km versus 1527 km). Hemelsbreed natuurlijk. Tegen gedegen betaling wil ik best eens uitzoeken of dat over de weg ook zo is. Stort uw bijdrage op rekeningnummer 162216416 t.n.v. F. Blaakmeer o.v.v. 'Malmø'.

Rekentoets

Flags of our fathers

Clint Eastwood is al jaren een buitengewoon serieuze filmmaker. Met 'Flags of our fathers' is hij een beetje te serieus geworden, voor Amerikaanse begrippen tenminste. Zijn oorlogsfilm over de verovering van Iwo Jima is helemaal geen oorlogsfilm en daardoor misschien de ultieme oorlogsfilm.
Ontdoe de oorlog van haar mythen en er blijft alleen sobere ellende over. Vaderland, heldendom, moed, trouw, kameraadschap, van al die dingen resteert aan het eind niet eens de kameraadschap. Wat rest is een icoon in de vorm van een toevallige foto. Het icoon, de foto van de vlag, projecteert alle mythen door groter te zijn dan de gebeurtenis zelf. Het icoon is een leugen.
'Flags' is een ontoegankelijke film en dat maakt hem zeer zeer goed. Een wereld op zich, niet gemaakt om ons te vermaken of te beleren. Een film die je nooit gezien hebt.

Labels: