zondag, oktober 31, 2010

Dubbel paspoort


Afgelopen zomer, Fort Worth. Het eerste wat Leo Vroman ons vraagt is of we bij Vroman's nose zijn geweest, een rotsformatie in de vorm van de kenmerkende kokkerd. Vroman plaatst zijn neus in Texas, ergens in de buurt van Albany. Nee, zijn we niet geweest.

Het internet kent inderdaad een geologische formatie die luistert naar de naam Vroman's nose, maar deze ligt in de staat New York. Zou Vroman in de war zijn met zijn vorige woonplaats? Of is er in Texas inderdaad ook een geologische formatie die zijn naam draagt?

Leo Vroman laat vol trots zijn laatste productie zien. Het is een harmonicaboekje dat in een luciferdoosje past. Een kopie van het origineel heeft hij gisteren voltooid en opgestuurd naar het verre vaderland. Ik blader door het origineel. Het zijn vooral tekeningen, met een beetje tekst.

Later staan we voor het raam van zijn studeerkamer. Daar, vlakbij, staat de nieuwe "high rise" die hij beschrijft in zijn herfstdagboek. Het gebouw schittert in de avondlucht. Verderop rijst de skyline van het centrum. Het is mooi. "Ja", zegt Vroman, "het is mooi."

Leo Vroman is Nederlander en Amerikaan.

zaterdag, oktober 30, 2010

Halloween


Robert belt: "Volgens mij vinden jullie het leuk om te weten dat ik vanavond naar een Halloween feestje ga."

Nou, zolang ik er zelf niet heen hoef heb ik inderdaad geen bezwaar, maar wat is daar leuk aan?

"Dat ik verkleed ga als Dexter. Ik heb een gereedschapsrol bij me met allerlei messen en scherpe tangetjes. Tijdens de voorbereiding kreeg ik bijna zin om ze daadwerkelijk op iemand uit te proberen. Zo werkt dat blijkbaar"

Ja, nu ben ik geamuseerd. Robert en ik bespreken het verlangen om andere mensen aan stukjes te zagen. We concluderen dat we voor de echte zware misdaad te lui en te slordig zijn. Dat klinische van Dexter, dat nauwgezet opruimen en schoonmaken. Nee, wij zouden een bloedbad achterlaten.

Robert en ik giechelen als zesjarige deurtjebellers. Leve de verdorven geest!

vrijdag, oktober 29, 2010

Filosoof


Uit een kast op school komen cadeautjes tevoorschijn voor de nieuwe docent filosofie. De kast heeft een maand of wat klem gestaan vanwege een onduidelijke verbouwing. De docent filosofie is tevens uw nederige scribent.

Fijn, een paar nuttige boeken, waaronder eentje van Roger Scruton (veel beter gaat het niet worden) en een stapel exemplaren van het vaderlandse Filosofie Magazine. Ik heb het wel eens los gekocht en vond het eigenlijk helemaal nul komma niks. Filosofie voor de bühne. Mooie bloemen voor de vensterbank. Makkelijk, lelijk. Sanseveria's.

Ik blader door de stapel tijdschriften. Af en toe staat er iets heel aardigs in, maar over het algemeen probeert het tijdschrift vooral hip te zijn. Of hoe heet dat? Gaaf, cool, onwijs, retekicken. Tja.

Wat me opeens opvalt is dat werkelijk iedereen die in dit blad een halve scheet laat, wordt aangekondigd als filosoof. Tsjonge jonge, indrukwekkend hoor. Ik krijg nog liever driedaagse koorts dan dat ik mezelf filosoof ga noemen. Natuurlijk, wie zegt dat hij alleen weet dat hij niets weet, is misschien vooral een arrogante kwast, maar toch.

Cornelis Verhoeven, misschien de grootste filosoof die ons vaderlandje de afgelopen eeuw heeft voortgebracht, aarzelde zijn leven lang om zijn bespiegelingen filosofisch te noemen. Teveel pretentie.

donderdag, oktober 28, 2010

Zelfbedrog

Het leed dat nakijken heet is soms verrassend makkelijk te misleiden. Men neme een willekeurig proefwerk uit de enveloppe. Het ordenen van de proefwerken hoort niet bij het nakijken. Wanneer je nu tijdens de ordening alvast de eerste drie vragen nakijkt, is dat nakijken voor het gevoel nog geen nakijken. Je blijft gewoon lui.

Gekwetter

De tram stopt, de deuren gaan open, en een vrolijk hoog gekwetter dringt de coupé binnen, onmiddellijk gevolgd door een stoet kleine zwarte mannetjes en een enkel lachend zwart meisje. De enige blanke is de meester. De kinderen vullen de open plekken die voor grote mensen te klein zijn. Er staan er twee naast mijn stoel. Ze zijn blij. Ze gaan naar de muziek.

Sommige volwassenen worden wat kriegel van het gewriemel, maar per saldo neemt het humeur in de tram zienderogen toe. De meester is een bebaarde zestiger. Sandalen denk ik. Met kalme liefdevolle aanwijzingen houdt hij twintig woelwatertjes in een vanzelfsprekend bedwang. In de bochten bij het ziekenhuis klampen de kinderen zich letterlijk aan hem vast. Grijp me maar ergens beet, zegt de meester.

Op Spui stapt alles uit. Grote mensen, kleine mensen. De groten spoeden zich naar belangwekkende bezigheden. De kleinen hebben een meester die ze bij de hand neemt. Het is goed zo.

dinsdag, oktober 26, 2010

Vallen


Bij het verlaten van de school, hedenmiddag, stootte mijn linkervoet onverhoeds tegen een licht boven de anderen uitstekende klinker. Onmiddellijk traden onbewuste processen in werking die een val moesten voorkomen. Tevergeefs. Ik ging op mijn plaat. Nou, dat gelukkig niet, maar wel op een knie, een elleboog en een duim.

Zo'n val is natuurlijk hoogst genant en merkwaardig. Ik bedoel, wie valt er nou? Doe normaal. Je bent toch geen bejaarde? Die vallen en breken dan wat. Nee, gelukkig was ik geen bejaarde. De als altijd snel op de plek des onheils aanwezige Bob constateerde dat ik nog voldeed aan de drie belangrijkste voorwaarden die voor redelijk normaal leven noodzakelijk zijn: het ademt, er klopt iets van binnen, en het kan helder articuleren.

De val duurde even kort als lang. Vanaf het moment dat de valler zich realiseert dat de overgang van de fiere verticale houding naar een oncomfortabele horizontale onafwendbaar is geworden, is er tijd voor een keur aan gedachten en emoties. Zo kan de valler zich realiseren dat hij wel tijd heeft om na te denken over de vreemde status van vallende, maar dat er geen tijd is voor een effectieve cursus neerkomen. Ook het onverwachts in onbekende richting wegviiegen van de bril staat helder op het netvlies, zij het na dat vliegen natuurlijk slechts in overdrachtelijke zin.

Vlak voor de landing houden de gedachten op. Er is nog wel bewustzijn, neem ik aan, maar alle energie richt zich in de laatste honderdste seconde blijkbaar op het onmogelijke pogen de schade te beperken. De schade bleef beperkt.

Gelukkig, er was maar één leerling die het had gezien. Dat was raar, zei ik tegen haar. Ze glimlachte licht spottend en zei: "Ja, best wel."

zondag, oktober 24, 2010

Tien

Nieuws reist snel, maar slecht nieuws reist nog sneller. We zitten op de luchthaven van Wenen en ik denk aan PSV - Feyenoord. Michiel weet raad, dat kan niet anders. Ik sms met de vraag hoe het staat met de club. Hij antwoordt dat hij me dat over tien seconden gaat vertellen. Eerst moet ik gaan zitten.

Ik zit al. Ik denk: zijn we aan het winnen? Voor pessimisme is het leven veel te kort.

Daar komt het bericht. Er staan cijfers.

Ik begrijp het niet.
Ik begrijp het nog niet.
Ik begrijp het nog steeds niet.

Zak over hoofd.

vrijdag, oktober 22, 2010

Paard


Wienerwald. Herman legt uit dat er twee soorten wandelen zijn, gewoon wandelen en Oostenrijks wandelen. In het eerste geval ga je, zeg maar, gewoon wandelen. In het tweede geval zeul je jezelf langzaam de heuvel op tot aan het eerste restaurant. Daar aangekomen ga je zitten en bestel je een lichte lunch. Op een lichte lunch kan je in Oostenrijk ongeveer drie dagen teren. Nadat je voldoende gezeten hebt daal je langs de kortste route weer af. Einde wandeling.

Speciaal om het Oostenrijks wandelen te bevorderen zijn er door het Wienerwald ruimhartig restaurants neergezet, zodat je eigenlijk nergens verder dan een kwartier van je lichte lunch verwijderd bent. We besluiten tot een combinatie van gewoon wandelen en Oostenrijks wandelen. Om het feit dat we niet eindigen waar we zijn begonnen te compenseren, doen we niet een, maar twee restaurants aan.

Onderweg naar beneden stuiten we op het bord. Het leidt tot rondbuikig overpeinzen. Het lijkt het meest op een bijzondere vorm van dressuur, die blijkbaar op bepaalde plekken in het woud oogluikend wordt toegestaan. Alleen met Lipizaners, dat spreekt vanzelf.

donderdag, oktober 21, 2010

Wien

In de Meißelstrasse, waar we wonen., danst ons een jongetje van een jaar of tien tegemoet. Hij scandeert iets onverstaanbaars en maakt er ritmisch armbwegingen bij. Als hij passeert hoor ik waar het over gaat: Galatasaray. 

Het is wijk 15, waar Turken wonen en vooral veel Serviers. De lokale anti-islam partij kreeg hier in allochtonië een vette meerderheid. Als jouw vijand mijn vijand is ben ik jouw vriend. 

In Wien Mitte lopen dames in bontmantel. Eén dame werkt bij Willemijn letterlijk op de lachspieren. De dame heeft een hond en is behangen met goud. Het is een delicaat evenwicht. Stel dat die hond een scheet laat. Werelden storten in.

dinsdag, oktober 19, 2010

(zonder titel)

Natuurlijk, het bloggen is een vorm van exhibitionisme, maar sommige dingen zijn te persoonlijk om aan de openbaarheid prijs te geven. Te schokkend, of te dom.

Stel bijvoorbeeld dat je vader vijf jaar geleden is overleden en dat zijn as in een grote zware strooibus bij zijn weduwe staat. De weduwe is niet je moeder. Oud wordt ze wel, en ze raakt in de war. Om wat voor reden ook besluiten haar kinderen, aan wie je op geen enkele manier verwant bent, en met wie je ook geen enkel conflict hebt, dat de as van je vader moet worden verstrooid.

Stel dat ze dat dan gaan doen, zonder jou of je broers en zussen daarvan in kennis te stellen.

Stel dat je twee jaar later gaat helpen om de boedel van je vader los te maken uit die van zijn laatste geliefde. Ze is nu zo in de war dat ze niet thuis kan blijven. Je gaat naar de flat, in de veronderstelling dat je er in elk geval nog de as van je vader zult aantreffen. Je hebt al een soort plan gemaakt voor een verstrooiing in Leiden, de stad van zijn geboorte en zijn jeugd.

Stel dat je dan hoort dat de as er niet meer is. Dat je vader twee jaar geleden is verstrooid. Dat je daar niets van wist. Dat je niet weet wat je deed op het moment dat ze daar bezig waren je vader weg te gooien. Dat er geen manier is om daar nog achter te komen.

Wat dan?

Tellen

We wisten dat het nu wel snel zou gaan beginnen, maar het kantelen van de stoel kwam toch onverwacht. Dus Hans en ik mochten als eerste. Door de kelders van het café kwamen we op straat. Er stond een flatgebouw waar van de balkons bier naar beneden werd gegooid. De studenten waren ongetwijfeld ingehuurd. Onze opdracht was om een schatting te geven van het totale aantal blikjes bier. Het viel me op dat er op elk balkon ongeveer vijf kratten te zien waren. Ik telde de balkons:: zeven bij zeven. Zeg vijftig, keer vijf, keer vierentwintig. Ik dacht dat het ongeveer tweehondervijftigduizend blikjes zouden moeten zijn.

Toen we terug waren was het café een huis geworden. Ik zocht Hans om hem te vertellen dat we misschien beter een antwoord konden geven dat deelbaar is door vierentwintig, maar ik kon hem niet meer vinden. Wel bleek mijn opa er te zijn. Iemand vertelde dat hij in Almelo woonde. We spraken over voetbal, mijn opa en ik. Later kwam ik mijn vader tegen. Ik zei dat we opa al jaren lang hadden verwaarloosd en dat dat niet zo mooi was. Mijn vader keek beschaamd naar de grond. Ik nam me voor mijn opa heel vaak te bezoeken.

zondag, oktober 17, 2010

Sint


Er is opschudding over de nieuwe film van Dick Maas. De film gaat over Sinterklaas. Klagers spraken hun onvrede uit over het feit dat jonge kinderen van slag zouden raken door een poster waarop het silhouet te zien is van een grimmige Sinterklaas.

Als we Rudolf Otto mogen geloven is het heilige zowel aantrekkelijk als afschrikwekkend. Ik geloof Rudolf wel. Het heilige is datgene wat apart staat, dat niet zomaar te benaderen is.

Kinderen zijn bang voor de heilig man en willen als het even kan bij hem op schoot. Sinterklaas is inderdaad een griezelfilm. Wie huivert niet bij de gedachte dat er in de nacht een man op een paard in een lange rode mantel over de daken raast? Sint is een ruw bonzen op de deur, een ratelen op het raam. Een huivering trekt door de warme huiskamer. Maar zie daar, het zijn cadeautjes.

Natuurlijk, dat is wat griezelen is. Een huivering die de warmte bevestigt. Een sprookje, een vermoeden van angst en gevaar. Wat rest is een hernieuwd gevoel van veiligheid.

Laat die film maar komen.

zaterdag, oktober 16, 2010

Zweeds

De naam Veldhuyzen van Zanten heeft voor inwoners van Emmen, het Drentse megadorp waar ik geboren ben, net iets meer betekenis dan voor normale mensen. Het is de naam van de elite, gewaardeerde elite. Er staan een paar grote villa's in Emmen en die worden bij naam genoemd.

Dat mevrouw Marlies Veldhuijzen van Zanten-Hyllner tot haar eigen schrik tot staatssecretaris werd gebombardeerd (te weinig vrouwen, te weinig vrouwen, help !!!!) gaf me dan ook een gevoel van grote voldoening. Een wichie uit Emmen! Die meisjesnaam, wie let daar nou op.

Niks wichie uit Emmen. Een lid van de vijfde colonne! Uit Zweden. Zweden, meisje, blond. Nee, denk niet middernachtelijke zonovergoten vrolijkheid in de berkenbosjes, denk dubbel paspoort.

Is het niet verrukkelijk?. Het kabinet is bezig met dag drie en daar is het eerste brandje. Het mooiste is: iemand gaat dit brandje winnen. En als dat Rutte en Verhagen niet zijn wordt er een hoop duidelijk over wie de baas is in ons landje.

Een hele grote stinkende hoop.

vrijdag, oktober 15, 2010

Gerendal

Het land is zo helder als de lucht. Boven het dal hangt een wollig wolkendek, niet egaal grijs, maar met plukjes en randjes en witte rondingen. De zon heeft niettemin geen schijn van kans.

Het land is hier rood. We lopen het kleine dal in over de verharde weg. Een enkele auto komt ons tegemoet, langzaam. Twee fietsers bollen naar beneden. Voor de rest zijn het vogels.

Vlak voor de top gaan we rechtsaf, langs de rand van de heuvel. Om de hoek van een akker opent zich onverwacht een kleiner dal. Het pad wordt hol. De hop hangt er overheen, de bloemen verdord tot pluizige bosjes grijzig hangend haar. Dan houdt de begroeing op en zijn we boven, op de zacht glooiende heuvels van het Mergelland.

Verderop verlaten we het plateau. Een smal pad loopt als een hoogtelijn langs de steile heuvel. Dan duikt het plotseling naar beneden, naar de eerste gele huizen van het dorp. In een café drinken we thee. Ze spreken hier Nederlands.

donderdag, oktober 14, 2010

Eerste klas


We hebben een a-viertje bij ons dat toegang geeft tot het ganse spoornet, voor één dag, en in de eerste klasse. Wanneer je thuis van internet je eigen kaartje drukt, met je eigen inkt en je eigen papier, geeft het spoor nog eens vijf euri korting. Voor vier tientjes zitten we met zijn tweeën zes uur in de trein. Twaalf uur voor veertig euri, dat is, eh, iets meer dan drie euro per uur. Vijf en een halve cent per minuut.

Eenmaal gezeten op het pluche strekken we de benen en rekenen we ons rijk. Een vader met een wat alternatieverige zoon schuifelt door het gangpad. In het voorbijgaan zegt de vader: "ssstt, rijke mensen!"

A propos pluche: Gefeliciteerd Mark!

Mijn


Zelf ben ik één keer in een mijn geweest, in Sauerland. We hingen onze jassen op in een buis die vervolgens aan een ketting naar het plafond werd getrokken. We kregen een kleurige overall. Toen ging het in een kooi naar beneden, ruimschoots onder de grond. Van de onderaardse rondleiding herinner ik me niets meer.

Mooi dat de Chileense redding van drie-en-dertig mijnwerkers zoveel aandacht krijgt. Het is net zo boeiend als het groeien van gras en toch zit je er ingespannen naar te kijken. Het heeft vooral symbolische waarde.

Omdat het een humanisme is. We redden een dertigtal mensen en hebben daar miljoenen voor over. Dat is niet altijd zo.

Dat is bijna nooit zo.

woensdag, oktober 13, 2010

Zeventien


Gisteren vroeg Rita of het leuk is in Engeland. Tja. Je kunt op de verkeerde knop drukken, je kunt hem ook in elkaar beuken.

Als ik goed geteld heb ben ik zeventien keer in het Verenigd Koninkrijk geweest. Twee keer in Schotland, één keer in Wales en heel vaak in Engeland. Van de reizen naar Engeland gingen er vier alleen naar Londen, de rest ging vooral naar de West Country, naar Devon of Cornwall.

Als ik in Engeland kom heb ik de neiging de grond te kussen. Alles is er verkeerd en mooi. De mensen deugen niet en hebben een groot gevoel voor humor. De beleefdheid is slechts schijn en ze hebben alle tijd voor je. De bomen staan er helemaal alleen in het rijk welvende landschap.

Of het leuk is?

Oh to be in England.

maandag, oktober 11, 2010

Wuiven

Het meisje achterop is een jaar of acht. Ze heeft blond haar dat met een roze strikje in een staart bijeen is gebonden. Het is hetzelfde roze als dat van haar rokje. Moeder zwaait naar een andere moeder die met fiets en al, ook een meisje achterop, nog op de stoep staat. Kijk, daar is Anne. Het roze meisje zwaait, net zolang tot het wordt gezien.
Dan houdt ze op, tevreden. Ze kijkt naar de hand die zonet nog zwaaide. Ze zwaait opnieuw, naar niemand. Ze kijkt naar de zwaaiende hand. Het lijkt een koninklijk wuiven, waarbij de vingers eendrachtig en rustig op en neer bewegen terwijl de hand stil blijft hangen in de lucht. Het meisje kijkt geamuseerd, niet zozeer naar haar hand als wel naar zichzelf. Nu steekt ze ook de andere hand uit en wuift naar beide kanten. Moeder slaat linksaf. Ik ga rechtdoor.

zondag, oktober 10, 2010

Providence


Vanavond Hiroshima mon amour herzien, voor de derde of vierde keer. Nee, het is niet het allerbeste ooit gemaakt, al is het knetterberoemd, maar mooi is het wel. Waarom? Omdat het een stuwend geheel is, poëtisch, formalistisch, vernieuwend en toch warm. Omdat het abstracte en het persoonlijke er bijna in samengaan.

Later op de avond dacht ik weer eens aan de verdwenen film van Resnais. Ik zag Providence toen ik een jaar of achttien was, in een bioscoop in Leiden. Het was een ervaring die het brein deed wapperen. Waar is die film gebleven?
However well it stands up in other areas, it is Alain Resnais’ direction above all else that makes Providence such a great film, and quite unlike anything that has gone before. It is clearly not a film for those who like their cinematic entertainment neatly packaged with simple narrative coherence and a straightforward linear plot. (It was Jean-Luc Godard who said that a film should have a start, a middle and an end – but not necessarily in that order. It not at all clear that Providence even satisfies this criterion.) For those who can appreciate complex, elliptically structured works with no clear interpretation, Providence provides a cinematic experience that is both rewarding and haunting.
Waar is die film gebleven? Die film staat integraal op Youtube. Ik zag zojuist de eerste twintig minuten.

Wat waren we vroeger toch goed in het zien van volstrekt onbegrijpelijke films. Dat lijkt een vaardigheid die ernstig op zijn retour is. Susan Sontag benoemde het als het einde van de cinefilie. Dat ze ongelijk had heb ik eerder al betoogd. Maar het blijft vreemd dat de combinatie van abstractie en poëzie in film sinds de jaren zestig en zeventig voor een groot deel lijkt verdwenen.

Vrijheid van godsdienst


Wanneer je het vergelijkt met de bijeenkomst die we vandaag in Utrecht mochten bijwonen verliest het veelgeroemde CDA-congres van vorige week nogal aan glans. Was er vorige week eigenlijk alleen een lange litanie van overspannen emotie, vandaag waren er argumenten. Was er vorige week een 'netnog' minister die met overslaande stem de menigte probeerde te temmen, vandaag was er een 'albijnanietmeer' minister die de subtiliteiten van de grondwet helder uit de doeken deed. De laatste minister heet Rouvoet. Hij sprak op een conferentie van Groen Links over de vrijheid van godsdienst. En dat deed hij nogal goed. Wat nou polarisatie?

Groen Links nodigt andersdenkenden uit. Anton Zijderveld opent de bijeenkomst met een mooi verhaal over twijfel. Als geloof een gebied is dat omgeven wordt door twijfel, is twijfel een groot gebied omzoomd door geloof. Dat is een prachtig beeld. Paul Scheffer wast vervolgens ieders oren. Zijn rustige, licht verbaasde presence maakt diepe indruk. Hier is geen enkele stemverheffing nodig.

Maar het mooiste is de frêle moslima met zwarte hoofddoek die als door een wesp gestoken opspringt wanneer een meneer uit het publiek beweert dat hij nog nooit gehoord heeft dat moslimvrouwen als onrein worden beschouwd wanneer ze onbedekt het huis verlaten. Oh nee? Ze vertelt hoe het is om te studeren in Rotterdam en dan gehinderd te worden door mannen die je toevoegen dat je, inderdaad, onrein bent en terug moet naar de keuken. Ze besluit met de opmerking dat ze lid wordt van Groen Links. Terecht lijkt me.

vrijdag, oktober 08, 2010

Aristoteles

Collega Dode Talen Edwin van der H. te Den Haag zegt desgevraagd: "ik doe altijd alsof hij niet bestaat."

Aristoteles. In klas vijf zou ik in de laatste les voor de toetsweek en de herfstvakantie eigenlijk moeten uitleggen hoe dat zit met die categorieën en dat hylomorfisme. Buiten is het prachtig weer. Ik vertel de aanwezigen het apocriefe verhaal dat Aristoteles wandelend les gaf. Zullen we?

Het voelt als spijbelen. Een rondje Catshuis duurt bijna een lesuur. Geheel in aristotelische stijl toon ik de dames en heren een stukje opvallende empirie: de witte dovenetel. Sommigen weten dat je op de bloempjes kunt sabbelen. Ik zuig aan een kelkje. Sommigen denken aan plassende hondjes.

Later dwaalt Bart over de gang. Hij heeft een kruk van Charlotte in de hand en schiet er wild mee in het rond. Ik duik weg uit de deuropening, maar hij rent naar me toe en schiet en schiet. Getroffen in de halsstreek zijg ik neer. Het bloed spuit in het rond. Ik roep dat ik dood lig te bloeden en dat ze een ambulance moeten bellen. Enkele onderbouwers kijken verbijsterd toe.

Nog later sta ik opnieuw in de deuropening. Twee Dee maakt sommetjes. Bart staat bovenaan de trap, nog steeds zwaar bewapend. Hij ziet dat ik kijk en duikt weg. Hij komt weer tevoorschijn en richt zijn wapen. Nu duik ik weg. Ik hoor hoe hij de trap af springt. Ik pak een boek uit de kast en wacht af. Bart koprolt voor de deuropening langs en richt zijn kruk op me. Ik werp het boek naar hem toe en roep "boem". Dodelijk gewond valt Bart achterover. Hij kreunt. Ik pak zijn wapen, richt het op zijn hoofd, en zeg: je krijgt de allerergste straf. Ik schenk je genade. Nee, doe het niet, roept Bart. Schiet! Ik zet de loop tegen zijn slaap en haal de trekker over. Boem.

Later nog staan we op de bovenverdieping, collega Rob van de S. te Den Haag en ik. Mijn echte leeftijd is acht, zeg ik. Die van mij is zestien, zegt Rob. Wat is een echte leeftijd, vraagt Naomi. Dat bestaat niet echt, zeggen Rob en ik in koor, en je snapt het pas als je volwassen bent.

Hoezo volwassen? I'm going native.

donderdag, oktober 07, 2010

Woordblind


Vorig jaar schreef ik al eens over mijn goede vriend Jacob, die het presteerde om de stellingen bij zijn proefschrift allemaal op één of andere wijze zelfreferentieel te laten zijn. De laatste stelling luidde (uit mijn hoofd): "Het enige criterium voor de kwaliteit van de laatste stelling bij een proefschrift is of deze al dan niet de landelijke pers haalt."

Zojuist toonde Lia het blaadje dat een brugklasleerling bij een schriftelijke overhoring had ingeleverd. De leerling is woordblind en dacht er goed aan te doen dat feit bovenaan het blaadje met enige nadruk te vermelden. Het resultaat is van een grote schoonheid.

Er stond: "dylsexie"

woensdag, oktober 06, 2010

Dood in Venetie


Michiel berichtte gisteravond dat hij aan de traagste film aller tijden is begonnen. Het moet van de juf. Ik wens hem sterkte: over vijf kwartier gebeurt er iets boeiends en daarna is het een uur of drie uitbollen tot het eind.

Visconti's "Dood in Venetie" is als pindakaas: soms vind je het lekker, maar eigenlijk is het afschuwelijk. Er gebeurt bijna niets. De film kan dan ook eigenlijk nergens over gaan dan over zichzelf, of over zijn maker. Visconti was van adel. Zijn rijke bezit stopte hij in grootse films die bijna allemaal het decadente stervensproces van een aristocratisch tijdperk verbeelden. En dat doet de regisseur werkelijk briljant.

Of het leuk is om naar te kijken, dat is een tweede. En ja, dat is het zeker. Nee, het is gruwelijk.

zondag, oktober 03, 2010

Proces

Als ik het allemaal goed begrijp is de voornaamste reden voor het proces tegen Wilders gelegen in het feit dat hij Mein Kampf en de Koran met elkaar vergelijkt. Het Openbaar Ministerie wilde niet vervolgen, maar werd daar door het Hof toe gedwongen. Het Hof vindt dat veel mag wanneer het om vrijheid van meningsuiting gaat, maar trekt de grens bij vergelijkingen met de, tatatata, ..... daar zijn ze weer .... nazi's!

Nou nou. De rechtelijke macht krijgt het druk.

De kans is groot dat het OM gewoon vrijspraak gaat eisen. Terecht.

En Wilders? Dat is gewoon een nationaal socialist.

Wanneer mag ik voorkomen?

zaterdag, oktober 02, 2010

Congres


Voorzitter Bleker begint met een prachtig citaat van Augustinus. Wat mooi, zegt Willemijn, die Augustinus, had ik die moeten kennen? Nee, als je geen theoloog bent hoeft dat niet persé.

En dan mag de zaal. Het CDA-congres is nog geen uur bezig of het halve raritetenkabinet rolt al door de microfoons. Het is geweldig. Jahwe, die er voor ons is, tegen de Baal van het hebben. Een geur van onreinheid. Oud-testamentische verontwaardiging is ons deel.

Wat een mooie partij. Grijns. Wat een toestand.

vrijdag, oktober 01, 2010

David Schnell


Op tafel in de lerarenkamer, vrijdagmiddag, de lessen deze week zijn geknipt en geschoren, op tafel ligt een nummer van Vrij Nederland. Ik blader er wat in rond en stuit op een foto van een schilderij van een zekere David Schnell. Nooit van gehoord. Het artikel bij de afbeelding vertelt waarom het schilderij net niet deugt. Het schijnt dat de schilder niet voorbij zijn schilderij kan kijken.

Juist ja.

Het articuleren van esthetische voorkeur of afkeur is nog moeilijker dan dat hele verven zelf. Ik laat het artikeltje lezen aan Nina en Lonneke, die toevallig in de buurt zijn. Het schilderij hangt in het Gem. Van school naar Gem, wat zal het zijn? Het is vierhonderd meter, hemelsbreed. Het is vrijdagmiddag. We gaan.

David Schnell maakt ruimte met perspectief en dat doet hij nogal overdreven. Nina noemt het decoratief. Het klinkt als een enge ziekte. Maar gaandeweg groeit het ons aan. In de kelder hangt een landschap met parketvloer. Nina en ik vinden het .... eehh, mooi? Lonneke wil na vier seconden kijken al zelfmoord plegen. Ze overdrijft. Het doek is dus goed.

Ik zit thuis op de bank, het is half tien, de schilderijen zijn al uren oud. Ze groeien nog steeds.

Godwin

De wet van Godwin luidt
Naarmate online discussies langer worden, nadert de waarschijnlijkheid van een vergelijking met de nazi's of Hitler naar één.
Stel nu dat ik in een discussie op één of ander forum opmerk dat het tijd wordt voor een Godwinnetje. Heb ik dan een vergelijking gemaakt zoals omschreven in de wet van Godwin?