zondag, augustus 31, 2008

Concert in de zon


De zonovergoten middag in het Zuiderpark teistert de instrumenten van het Residentieorkest. De lijm in de violen dreigt te smelten, naar verluidt. De rijzige cellist heeft zijn net niet witte overhemd uitgedaan en het zijn instrument aangetrokken. Als borsthaar piepen de snaren tussen de knoopjes door.

Ook op de tribune schijnt de zon. Het is eind augustus en warm. Ik loop voor aanvang naar de toiletten om mijn petje nat te maken. Doorweekt en druipend neem ik weer plaats op de voorste rij. De zomer is eindelijk begonnen. En morgen ... nou ja, mooi weer op de brugklaswerkweek is ook leuk.

Alles maakt geluid. Niet alleen de strijkers en het koper en de eenzame triangel, maar ook de vogels en de veel te jonge kinderen en het treintje dat door het park slingert en de man die naast Willemijn zit. Houd den bek! Vogels en kinderen en treintjes zijn te verdragen, maar een volwassen vent die in zijn eentje door een concert zit te kwekken niet.

Korte zomerse stukjes muziek rijgen zich aaneen. Het Residentieorkest laat ondanks de temperatuur een prachtig uitgebalanceerde klank horen. Vooral de strijkers laten zich in de Notturno op. 70 nr. 1 van Giuseppe Martucci gelden als klanktovenaars van formaat. Martucci, van wie ik nog nooit had gehoord, lijkt de schijnbaar tegenstrijdige klanken van Bruckner en Verdi te combineren. Italiaans, maar bloedje serieus. Zoiets.

In het laatste stuk dat wordt gespeeld zijn ze op hun best. Het Capricio Italien van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski bevestigt al mijn vooroordelen tegen de componist: prachtige orkestklanken, maar het gaat helemaal nergens over. Vervelende voorspelbare muziek van ondoorgrondelijk spannende klanken.

En Ravel.

zaterdag, augustus 30, 2008

Ter Apel


Nadat mijn kandidaat een toespraak houdt die door Pat Buchanan, republikein, speechwriter voor Richard Nixon, de beste acceptance-speech ooit wordt genoemd, benoemt John McCain de wethouder van Ter Apel tot running mate.

Om met de bekende Huffington Post te spreken: de dag dat John McCain zijn campagne om zeep hielp.

En een lokale krant in Alaska schrijft:

She has never publicly demonstrated the kind of interest, much less expertise, in federal issues and foreign affairs that should mark a candidate for the second-highest office in the land. Republicans rightfully have criticized the Democratic nominee, Sen. Barack Obama, for his lack of experience, but Palin is a neophyte in comparison; how will Republicans reconcile the criticism of Obama with the obligatory cheering for Palin?...Most people would acknowledge that, regardless of her charm and good intentions, Palin is not ready for the top job. McCain seems to have put his political interests ahead of the nation's when he created the possibility that she might fill it. It's clear that McCain picked Palin for reasons of image, not substance.


Een partijgenoot zegt:

"She's not prepared to be governor. How can she be prepared to be vice president or president?" said Green, a Republican from Palin's hometown of Wasilla. "Look at what she's done to this state. What would she do to the nation?"


Ik verheug me nogal op het boek over de campagnes waarin alles wordt onthuld: hoe de republikeinse beeldbepalers zich de haren uit het hoofd rukten toen ze er achter kwamen dat de McCain campagne de papieren van de dame uit Alaska helemaal niet had onderzocht. Dat ze eind augustus, voor de conventie, al wisten dat de zaak reddeloos verloren was. Dat John McCain een beste vent is die maar wat doet. Dat er eindeloos gedubd is of McCain zijn vrolijke, charmante VP-pick de deur zou moeten wijzen omdat ze wel degelijk schuldig bleek aan dubieus gebruik van macht:

The state Legislature is investigating whether Palin and her staff broke state law by pressuring the public safety department to fire a state trooper who was in a custody battle with her sister.


Maar dat ze behalve Colorado, Ohio en Virginia ook Florida en Montana zouden verliezen, nee, dat hadden de pundits niet verwacht.

donderdag, augustus 28, 2008

Free at last?



We kennen alleen de laatste vier minuten:

I have a dream that my four little children will one day live in a nation where they will not be judged by the color of their skin but by the content of their character. I have a dream today.


Gaan we verder terug dan vinden we dit:

We can never be satisfied as long as our children are stripped of their selfhood and robbed of their dignity by signs stating "For Whites Only". We cannot be satisfied as long as a Negro in Mississippi cannot vote and a Negro in New York believes he has nothing for which to vote. No, no, we are not satisfied, and we will not be satisfied until justice rolls down like waters and righteousness like a mighty stream.


Gaan we nog verder terug:

In a sense we have come to our nation's capital to cash a check. When the architects of our republic wrote the magnificent words of the Constitution and the Declaration of Independence, they were signing a promissory note to which every American was to fall heir. This note was a promise that all men, yes, black men as well as white men, would be guaranteed the unalienable rights of life, liberty, and the pursuit of happiness.
It is obvious today that America has defaulted on this promissory note insofar as her citizens of color are concerned. Instead of honoring this sacred obligation, America has given the Negro people a bad check, a check which has come back marked "insufficient funds." But we refuse to believe that the bank of justice is bankrupt. We refuse to believe that there are insufficient funds in the great vaults of opportunity of this nation. So we have come to cash this check — a check that will give us upon demand the riches of freedom and the security of justice. We have also come to this hallowed spot to remind America of the fierce urgency of now.


The fierce urgency of now. Dus daar kwam het vandaan. Vandaag vijfenveertig jaar geleden.

Wachten

In afwachting van de onmogelijke toespraak kleur ik nog maar een keer een landkaart rood en blauw. In mijn scenario wint Obama natuurlijk. In andere scenario's ook. En toch is er de laatste twee weken in de vaderlandse media een hardnekkig gerucht dat het helemaal niet goed gaat gaat in de peilingen.

Dat is de schuld van Gallup, de enige onderzoeker die elke dag peilt en derhalve hot lijkt. Geen van beide campagnes besteedt ook maar de minste aandacht aan Gallup.

Op de website van RealPolitics wordt een grafiek bijgehouden die alle enigszins serieuze peilingen weegt. Dat ziet er alsvolgt uit:



Blauw is Obama, rood is McCain. Beide grafieken gaan op en neer. Als de fasering toevallig zo uitvalt lijkt het alsof beide kandidaten gelijk liggen. Het totaalbeeld laat zien hoe statistisch irrelevant zo'n gebeurtenis is. Het totaalplaatje wijst uit dat Obama alleen in januari en april slechter scoorde dan McCain. De laatste maanden is het gemiddeld dik in orde. Er is de laatste weken helemaal geen sprake van een inhaalrace voor McCain, hoe graag de media het ook spannender wiilen maken.

Belangrijker bezwaar tegen het constante peilinggedoe is dat de landelijke peiling wat betreft percentuele kiezersvoorkeur weinig zegt over de einduitslag. Kiesmannen, daar gaat het om, oftewel, welke staten win je. En dan ziet het plaatje voor vandaag er alsvolgt uit:



Driehonderddertig kiesmannen voor Obama. Tweehonderzeventig levert al winst. Toegegeven, er zijn wat voorzichtiger extrapolaties dan deze, maar in alle analyses wordt Obama president.

Waarom die speech onmogelijk is? Omdat de speech geen Obama-speech mag zijn. Geen poëzie, geen verheven stijl, maar rood vlees. Virginia willen we ook graag winnen. Kan Barack dat ook? We zijn benieuwd.

woensdag, augustus 27, 2008

Nachtgedachten


Als mijn Brabantse broer, die een tuin heeft ter grootte van een doorsnee waddeneiland, me een tuinstoel geeft omdat ik er meer plaats voor heb dan hij is er iets niet in orde. Vooral niet als zijn tuin het ene moment een natte kelderruimte is en het volgende moment een dakterras met uitzicht over een onbekende stad.

Het zelfde geldt voor een wielerwedstijd waar Willemijn de enige deelnemer is.

En toch: de NOS nam het serieus. Smeets introduceert haar, compleet met vermelding van lengte en gewicht, en dan ben ik opeens op het parcours. Door een dikke stenen poort rijdt Willemijn het beeld in, op een racefiets. De volgauto volgt. Dan zit ze naast de kant van de weg een boterham te eten. Ik vraag me af of dat handig is, maar ik weet niet of de wedstrijd beslist wordt op volgorde van binnenkomst of op tijd. In elk geval geeft het blijk van gevoel voor historie. De eerste tourrijders wilden nog wel eens een bordje snert nuttigen, in een café onderweg.

Dan is er opeens een klas die niet wil wat ik wil. Ik sta bij het bord en probeer me de namen van de grootste belhamels te herinneren. Die namen ga ik dan als een veredelde kleuterjuf op het bord schrijven. Nablijven! "Schiet nou maar op" roept de klas, "de bel gaat zo."

maandag, augustus 25, 2008

Perspectief


Even buiten Wassenaar opent zich een oase van groen, voor ons alleen. Er is een fietspad naast de vaart, maar wie daar rijdt bevindt zich in een andere wereld. Het verschil is een verschil in perspectief. De fietsende dames langs de vaart zien het weiland van een meter of twee boven het maaiveld. Henk en ik pruttelen over de vaart op weinig meer dan waterhoogte. Wij zien de duizenden kieviten die zich hebben verzameld. Wij zien de meerkoeten, de waterhoentjes, de futen met hun jongen, een eenzame buizerd. Om vogels te zien hoef je niet omhoog te kijken. Juist niet.

We varen, nee, ik vaar de Oude Rijn op. Henk vertrouwt het blijkbaar, al kijkt hij voor we de hoek omgaan wel ingespannen of er niets groots en meeslepends aankomt dat ons onverhoeds midscheeps kan raken. Bij het binnenvaren van de stad beschaam ik het vertrouwen: de juiste doorgang onder de lage spoorbrug hoop ik te halen door het gas vol open te draaien, maar ik schrik van de dreigende aanvaring met verschillende imposante uit het water oprijzende gevaartes en draai het gas zo ver dicht dat de oude Johnson helemaal stilvalt. We drijven uit. Henk voorkomt met een peddel diverse aanvaringen. Voor straf moet ik Leiden binnen roeien, want in mijn pogingen om de motor opnieuw te starten heb ik hem totaal verzopen.

We eten een uitsmijter en bespreken de onzin die leven heet. Dan gaat het verder. De Johnson doet het weer, en Henk neemt het roer, dat lijkt ons beter. Leiden vanaf het water, door het Rapenburg, langs de sterrenwacht, en dan weer terug naar het brede water waar ik het veilig vind om weer het roer te nemen. Varen is mooi, vooral wanneer je het bijna nooit doet.

Het is een rustgevend perspectief: de wereld vanaf het water waargenomen.

zondag, augustus 24, 2008

Get real

Hoezeer ik ook een iPhone zou willen bezitten, deze man maakte The Straight Story. De man heeft derhalve gelijk. Er is niets aan te doen.

zaterdag, augustus 23, 2008

Biden


Toen ik acht was en een gigantische vervelende wijsneus was er een item in het journaal over protesterende studenten in Amsterdam. Er werd geweld gebruikt. Het ging over Vietnam, de demonstratie was tegen Lyndon Johnson. Ik zei, acht jaar oud: "de jeugd van tegenwoordig toch!" Er was iemand in huis om een klusje te doen, iemand die je ervoor betaalt. Mijn moeder zei dat ik niet zo raar moest doen. Ze schaamde zich voor me.

Ze had gelijk.

Johnson blijft een held. Er zijn er niet zoveel en meestal trekken ze aan het korste eind. Als het om verkiezingen gaat begint mijn herinnering met Gerald Ford. Hij verloor, tegen mijn zin.

Ronald Reagan won, tegen mijn zin. Twee keer. Maar met Carter en Mondale had ik niet zoveel.

George Herbert Walker Bush won, tegen mijn zin. Maar met Dukakis had ik niet zoveel.

William Jefferson Clinton won, maar met Clinton had ik niet zoveel. Ja, met Paul Tsongas en met Mario Cuomo en Joe Biden!

George Walker Bush won, tegen mijn zin. Maar met Albert Gore had ik niet zoveel.

George Walker Bush won opnieuw, tegen mijn zin. Met John Kerry, ja, daar had ik wat mee.

Met Obama ... Nou ja, wie dit blog enigszins volgt weet het wel.

Maar Joe Biden! Man oh man, ik sprong een gat in het plafond vanmorgen. En meteen komt de McCain campagne met een persbericht: "Biden was tijdens de primaries de meest uitgesproken criticus van Obama."

En dan niet snappen hoe positief dat is voor onze kandidaat.

donderdag, augustus 21, 2008

Geleedpotigen


Vandaag heb ik alle klimop uit de tuin verwijderd. Tegen de betonnen achtermuur zat een pak groen van wel dertig centimeter dik. Knippend en trekkend en gravend vond ik de stammen, een zestal. Altijd gedacht dat de klimop van de overkant kwam, maar niets is minder waar.

De achtermuur bestaat uit stenen planken die op regelmatige afstand door eveneens betonnen palen bijeen worden gehouden. Waar de planken in de staanders vallen hebben de stammen van de klimop zich in volle dikte uitgebreid. Hier en daar zijn ze nog net uit de kieren tussen wand en paal te trekken, met grof geweld. Elders zijn ze te dik geworden.

Tussen planten en beton blijkt zich een wereld af te spelen: honderden pissebedden, sommigen helder blauw, sprinten in paniek naar veiliger oorden. Enorme spinnen lopen naakt en eenzaam over het beton, dan, plotseling, stoppen ze. Ze hopen dat ze onzichtbaar zijn. Ze weten niet wat te doen. Ik raak ze aan met een takje. De spinnen vluchten weg, naar boven, en verdwijnen in de tuin van de achterburen.

Later komen de koolmeesjes. Ze zetten zich boven op het hek, loeren naar beneden, dwarrelen langs de staanders en pikken op hun gemak uit de rijkdom aan insectenvlees die zich na jaren bloot vertoont.

Een merel strijkt neer. Hij is dik en zwart. Hij hopt over de bovenkant van de schutting in een poging de meesjes te verjagen, maar die trekken zich niets van hem aan. Zij kunnen kleven aan de smalle groeven in de witgrijze wand. De merel is een bol van zwart, te groot, te lomp.

Na een uur zijn de meesjes volgegeten, of de hebben de pissebedden zich opnieuw weten te verstoppen. Het wordt langzaam donker. Morgen brengen we een kuub of vijf aan groen naar de stort. Hoeveel van dat kleine grut zou er mee verhuizen zonder dat we het merken?

woensdag, augustus 20, 2008

The Wind (1928)

In Victor Sjöström's The Wind gaat Lillian Gish, in de rol van Letty, van het veilige Virginia naar de door constante zandwinden geteisterde vlakten van Texas. Ze past er niet en verstoort het familieleven van de neef die ze bezoekt. Cora, de vrouw van de neef, zegt haar tijdens een rit met een koetsje de wacht aan: terug naar Virginia of trouwen met een plaatselijke meneer, maar in elk geval mijn huis uit. Letty vraagt hoe dat dan moet; ze heeft geen geld en geen huis om naar terug te keren. Cora antwoordt:



Na de titelkaart zien we het gesprek tussen de vrouwen nog heel even doorgaan,



dan volgt een snelle fade-out. Na een seconde of drie zwart beeld volgt een fade-in naar een close-up van de handen tijdens de bruiloft:




Dit is een heel mooi voorbeeld van een ellips waarbij zowel tijd als handeling wordt weggelaten, terwijl er toch iets gebeurt en bovendien een vorm van suspense ontstaat: wie is de gelukkige?

Verderop in de film vinden we een voorbeeld van een nog mooiere ellips waarbij een gebeurtenis wordt verteld via een verder onbeduidend effect van die gebeurtenis:

Cora heeft tot haar eigen verbazing en misschien per ongeluk haar aanrander in de borst geschoten. Ze lijkt nauwelijks te weten wat een revolver is ...



Haar aanvaller weet dat heel goed. Hij is vooral verbaasd dat ze echt geschoten heeft. Hij blijft even rechtop staan en valt dan het beeld uit, de camera op ooghoogte achterlatend:



In plaats van te snijden naar een beeld waarin hij op de grond valt snijdt Sjöström naar een beeld van twee slordig gestapelde borden:



Tijdens dit korte shot zien we hoe het evenwicht opeens verstoord wordt, zodat de borden in elkaar schuiven:




De man heeft met een doffe bons de houten vloer bereikt. We zien dat niet en toch zien we het.

Heel mooi!

(De belangrijste film uit Sjöströms Amerikaanse periode is integraal op internet te zien; tik in You Tube de zoektermen Wind en Sjöström in en voila!)

dinsdag, augustus 19, 2008

Boekzoek


Zojuist heb ik aan het wereldwijde web een hoofdstuk uit een boek ontfutseld. Dat gaat zo: je tikt in Google een term in waarin je geïnteresseerd bent, bijvoorbeeld "bestedingsbeperking voor gevorderden", of "Mineraalwater, wat is dat eigenlijk". Je krijgt dan de bekende lijst met resultaten, de meeste volstrekt onzinnig.

Maar dan gebeurt het wonder; je ontdekt dat Google een aparte boekzoekfunctie heeft, verstopt onder de knop die 'meer' heet, rechts boven het Google-logo. Klik op de link en je vindt een lijst met boeken die op één of andere manier betrekking hebben op bestedingsbeperking of mineraalwater. Heel interessant natuurlijk.

En dan komt het grootste wonder; sommige van de boeken zijn deels on line in te zien. Bij de meeste heb je een beperkt aantal pagina's dat je kunt lezen, maar die kan je wel zelf kiezen!

Kijk in de inhoudsopgave, vind datgene waar je eigenlijke interesse naar uit gaat (de gevolgen van de laat zeventiende eeuwse bestedingsbeperking voor de prijsontwikkeling van mineraalwater in de Gelderse districten) en bingo: de pagina's zijn klikbaar, fotografeerbaar, opslabaar, afdrukbaar, watdiesmeerbaar!

Google rules. Op naar de volledig toegankelijke volledige beschrijving van alles.

maandag, augustus 18, 2008

Cartoon

Op punten


"Die ga jij niet leuk vinden" zegt Frans, mijn onvolprezen videothecaris, als ik met de laatste film van Robert Redford aan de balie verschijn. "Ik vond hem best aardig" protesteert Barbara, mijn onvolprezen videothecaresse, "hij is alleen een beetje traag."

Ik zeg: "Traag, daar ben ik heel goed in." We zullen zien wie er gelijk krijgt.

Lions for lambs is een film met een bedoeling die bewust een beetje vaag gehouden wordt, alsof we aan het denken moeten worden gezet. En bij de aftiteling verschijnen de buttons: vote!

Goh, Robert, op wie moeten we dan stemmen vind je?

Nee, Lions for lambs moet het niet hebben van de subtiele inhoud. Kritisch-patriottisch Amerika schreeuwt uiteindelijk net zo onbeholpen als rechts-patriottisch Amerika, alleen wat minder vals.

Veel interessanter is de lege vorm die Redford zijn film geeft. Drie verhaallijnen die in parallelmontage getoond worden zonder dat de montage betekenisvol hoeft te worden. De verhaallijnen en ook de hier en daar noodzakelijke flash-backs zijn voornamelijk gevuld met talking heads, zo eenvoudig mogelijk in beeld gebracht.

Als we ons de film over een half jaar nog herinneren is het vooral vanwege de verhaalloze manier waarop het verhaal gebracht wordt. Na een kwartier had ik me allang verzoend met de gedachte dat de film waarschijnlijk nooit zou gaan beginnen. Na een half uur was er toch heel sluipend een film begonnen, zonder dat ik het had gemerkt. Traag ja. Ik houd daar wel van.

Maar wie krijgt er nu gelijk, de thecaris of de thecaresse?

Barbara, op punten.

zondag, augustus 17, 2008

Bolle spiegel


Op het station staat een automaat met frisdrank. De spiegelende voorkant van het apparaat is bol. Het ding staat tegen de van binnenuit afgeplakte glazen wanden van een kiosk. Ook dat is een spiegel, maar dan gewoon vlak.

Ik kijk naar de automaat als achter me een trein het station binnenrijdt. Ik zie de trein naderen in de ramen van de kiosk, en dan verschijnt hij ook in de bolle spiegel van de automaat. Dan gebeurt iets dat zo verbluffend is dat mijn brein het weigert te begrijpen, al is het eenvoudig uit te leggen.

Ik kijk om. Er moeten twee treinen zijn, dat kan niet anders. Maar er is natuurlijk maar één trein. Eén trein met twee spiegelbeelden waarvan er eentje veel trager rijdt dan de ander. Ik zie ze tegelijk. Ik kan het niet geloven. Het is een volstrekt verbijsterend effect.

zaterdag, augustus 16, 2008

Georgia on my mind



"There are grey areas in war."

Yep.

Peilingen

In de laatste landelijke Gallup-peiling liggen Obama en McCain precies gelijk, met 44% elk. Gallup is daarmee pessimistischer over de kansen van Obama dan andere grote peilers, maar eigenlijk doet het er niet toe.
Een landelijke peiling zegt bijzonder weinig. De presidentsverkiezing worden niet gewonnen door degene die de meeste stemmen krijgt, maar door degene die de meeste kiesmannen verwerft. Oftewel: je moet de juiste staten winnen.

Hier is de Gallup-peiling verdeeld over red states (staten die sowieso door McCain gewonnen worden), blue states (staten die sowieso door Obama gewonnen worden) en battleground states (staten waar het er om gaat, de beslissende):



Wat blijkt? Obama doet het beter in zijn eigen staten dan McCain in de zijne en wint bovendien met zes procentpunten verschil de staten waar het beslist gaat worden.

De makers van de krantekoppen hebben de keus om op grond van deze peiling van een nek-aan-nek race te spreken. Hoe spannender de race is, hoe beter het is voor de media. Ze hebben er belang bij om te zeggen dat de beide heren gelijk op gaan. Maar dat doen de heren niet. Al mag het verschil best groter.

Snelkookpan


De rondleiding wordt verzorgd door twee zestigers. De ene heeft praatjes en lijdt naar eigen zeggen aan 'alzheimer light', de andere weet dingen maar stottert. Het is prachtig in de lege Kuip. We mogen op het onbetaalbare pluche zitten, de volprezen kitscherige tunnel zien, maar het heilige gras blijft buiten bereik.

De bespraakte zestiger vertelt van vroeger, toen hij als jongetje naast het stadion woonde. Bij wedstrijden zwierven ze over het plein voor de oude ingang. Geld voor een kaartje was er niet. Als de wedstrijd een kwartier oud was verscheen een suppoost die een drietal jongetjes aanwees en wenkte. De anderen moesten dan bij de gelukkigen thuis gaan vertellen dat die de eerste uren nog niet thuis kwamen.

We worden van hot naar haar door het stadion gesleept, maar het verhaal is overal hetzelfde. Het verhaal is een verhaal van frustatie. Het netnummer van de hoofdstad komt in elke derde zin voor, en het stadion aldaar wordt steevast de 'snelkookpan' genoemd. Feyenoord bestaat voor deze mannen bij gratie van een vijand wiens naam nooit genoemd mag worden. Voetbal is oorlog.

Na afloop willen we te voet over de Erasmusbrug, maar we moeten wachten op een gigantische drijvende kraan waarvoor de brug open gaat. Het ding schuift langzaam voorbij, en voor onze neus verschijnt de naam van het schip.

Ajax.

donderdag, augustus 14, 2008

Cameo


De film is gemaakt in 1949 en heet Törst, oftewel: Dorst. Een deel van de film speelt zich af in een trein. Hier zien we de conducteur die zich een weg baant door een uitgelaten menigte reizeigers. De conducteur lacht vrolijk mee.



De camera pant mee met de lopende conducteur. Waar zijn bewegingsrichting haaks op de kijklijn van de camera staat en de schijnbare bewegingssnelheid van de camera dus het grootste is, staat een man met een ironisch hoofd en een zwart alpinopetje op. Hij is twee keer even te zien, heel even voordat de conducteur hem verduistert,



en heel even daarna.



De man is al met al nog geen halve seconde in beeld en is niettemin de belangrijkste deelnemer aan de film.

Inderdaad, het is de regisseur. Hitchcock deed het in alle van zijn latere films, Paul Verhoeven deed het heel even op de dansvloer in Basic Instinct, waarschijnlijk omdat dat een verkapte poging tot Hitchcock was. En er zijn er ongetwijfeld meer.

Ingmar Bergman was eenendertig jaar oud toen hij met een petje op een beetje in de weg ging staan. In Zweden had hij al naam gemaakt als toneelregisseur (in maart 1949 had hij al tweeënzestig keer regie gevoerd) en als filmregisseur (Törst was zijn zevende film), maar in het buitenland zou hij pas in het midden van de jaren vijftig doorbreken.

Ik ben al weken bezig met het zien, voor het eerst, van al die Bergman films van voor 1960. De films vanaf de beroemde trilogie (Als in een donkere spiegel, De avondmaalsgasten, De grote stilte) kende ik wel zo'n beetje.

De jonge Bergman is anders, meer eclectisch in zijn stijl, vrolijker. De latere helpikhebeenrelatieenikbenzoindewar-films zitten er al wel in, maar het is er ook nog gewoon zomer en licht. Hij bevalt me wel, die vroege Bergman.

Met z'n petje.

De meester van Flémalle


Het patripassianistische motief dat ik een paar blogjes terug bij Jan van Eyck meende te moeten constateren kwam ik vandaag nog veel duidelijker tegen. Niet in het echt helaas, want de Annunciatie van de Meester van Flémalle hangt in New York. En daar ben je dan weer niet.

Op de website van het Metropolitan Museum kon ik het eerst helemaal niet vinden. Daar menen ze zeker te weten dat achter de meester van Flémalle de in Tournai (Doornik) werkzame Robert Campin schuilging. In Europa zijn ze voorzichtiger.

Het belang van het werk ligt in de realistische context: de aankondiging aan Maria speelt zich af in een voor tijdgenoten herkenbare Vlaamse huiskamer. De traditionele symbolen die bij de annunciatie horen krijgen zo een dubbelfunctie; ze zijn niet alleen symbool voor een eigenschap van Maria, maar ook gewoon een huishoudelijk gebruiksvoorwerp.

Bijzonder is de lichtstraal met het kindje:



Op de meeste traditionele annunciaties staat wel ergens zo'n lichtstraal (niet bij Leonardo en Botticelli) waarop dan onveranderlijk een duif is afgebeeld. Hier is het een kind met kruis, dat aangeeft welke ellende het kind dat Maria zal ontvangen boven het hoofd hangt. Op de website van het New Yorkse museum lezen we er verder het volgende over:

The tiny figure of the Christ Child bearing a cross and descending on rays of light from the round window indicates that the primary subject is the Incarnation. This understanding is borne out by the flame of the candle, symbolic of God's divinity, which has just been extinguished, a further reference to the Incarnation, the moment when God became man.

Ze durven wel. In zijn standaardwerk over de kunstgeschiedenis wil Janson zo ver niet gaan, maar hij heeft geen verklaring voor de uitgedoofde kaars en oppert voorzichtig toch dezelfde mogelijkheid: de kaars symboliseert dat God mens werd. En dat er dus niemand achterbleef in de hemel. Patripassianisme.

woensdag, augustus 13, 2008

Uit Togo (2)


Nee, sterker nog, geen enkele medaille, van wat voor kleur ook.

De lijst van landen die nog nooit een medaille hebben gewonnen op de Olympische Spelen is verrassend lang en bevat namen als Bolivia, Nepal en zelfs Lybië.

Maar waar ze zich helemaal een potje moeten gaan schamen, alle elfhonderdachtenveertigmiljoen bij elkaar, op het plein, dat is in India. Met zijn allen in een eeuw lang Olympische Spelen precies zeventien medailles bij elkaar gesprokkeld. Hulde hoor, armoedzaaiers!

dinsdag, augustus 12, 2008

Uit Togo


Wat zat ik het hem te gunnen, die Benjamin Boukpeti. Niet om Benjamin, maar om zijn moederland. Zou Togo wel eens een gouden medaille hebben gehaald, op de Olympische Spelen? Ooit?

Maar Benjamin werd derde. Ook mooi. Zijn blijde reactie gaf te denken: Benjamin brak zijn peddel in tweeën. In de kano, op het wilde water.

En wat als je nou omgaat Benjamin?

maandag, augustus 11, 2008

Eros - Thanathos


Ik dacht opeens te weten dat het Marsman was, die dichter van Memling, maar Marsman is het niet.

Wie Marsman googelt en klikt op afbeeldingen krijgt vrijwel meteen een semi-erotische foto zonder hoofd. Ik heb er hierboven nog maar wat meer afgeknipt.

Dat het bij Marsman over sex kan gaan is niet verwonderlijk met al die Sturm en Drang. Het eerste wat ik opsla in de oude welriekende bundel is dit:

Twee maal twee

Kaarsen staan naast ons bed.
het donker hangt om het onrustig woud
van de vlammen; maar in mijn armen houd
ik den jongen, die bed,
brood en gebeden met mij deelt.

boven mij, tegen den zolder, verdeelt
een waterpas spiegel de vage ruimte
der kamer met de kleine trillende vlammen
in twee bijna gelijke vertrekken;
ook boven mij lekken de vlammen,
ook boven mij houd ik den jongen
in mijn armen, die bed,
brood en gebeden met mij deelt.

hier, onder het deinen van mijn buik
voel ik het kloppende leven dat woelt in mijn schoot
en door mijn bezwijming dansen de vlammen bij honderdtallen,
maar boven mij zie ik zijn rug zoo dreigend hangen
alsof hij loodrecht omlaag zal vallen;
en terwijl ik hiér mij verlies in vervoerende ondergangen,
zie ik dáar mijn ontuchtig-spiedend masker neerhangen
over zijn schouder - totdat ik de ogen sluit.


De spiegel en de kaarsen zijn platte erotische cliché's, maar er zit juist dankzij het flakkerende spiegellicht een forse dubbele bodem in het gedicht. Die wordt nog versterkt door het motief van de zwangerschap, dat het spel van nut ontdoet en dus tot louter spel verheft. En dan kan je vallen.

Sex is gevaarlijk.

Memling


In Gent koop ik bij de Slegte een prachtboek over de portretkunst van Hans Memling. Het is een cadeau voor Willemijn, die jarig wordt.

Ik ken Memling nauwelijks, maar de portretten in het boek zijn weergaloos. Memling is een verleider.

En hij komt voor in een gedicht. Maar welk?

Achterberg?

Ik ben het bijna aan het weten.

Septuple bogey


De eerste negen holes waren veel te wisselvallig; twee pars en twee bogeys is natuurlijk prima, maar op de langere par vier's kwam ik twee keer tot een score van acht. Maaatig!

De tweede negen beginnen ook magertjes, met twee double bogeys en twee bogeys, maar consistent is het wel. En toen kwam de veertiende.

De veertiende is geen vriend. Twee weken terug lag ik er met mijn derde slag op de green, niet gek voor een par vier, maar vervolgens stond ik te putten als een natte dweil en moest ik een zeven noteren.

Met een zeven op de veertiende was ik vandaag heel tevreden geweest.

De eerste slag, een vol geraakte hoog wegvliegende ijzer vijf, vloog teveel naar rechts door de boomkruinen. Inderdaad: weg. Oftewel: zoek. Regel 27-1 sub c trad in werking: ik ging terug naar de tee om een nieuwe bal te slaan. Slag drie.

De nieuwe bal volgde precies hetzelfde traject als de eerste, maar nu stond Michiel honderd meter verder scherp op te letten waar het ding naar toe ging. Naar een luidruchtig opgesteld troepje bomen. Bedankt.

Met de vierde slag zijwaarts naar de fairway dan maar. Uit de grove rough top ik mijn bal, die blijmoedig over de fairway knalt om tegen de afrastering tot stilstand te komen. Fijn. De plaatselijke regel zegt dat het hek out-of-bounds is, en dus treedt 27-! sub b in werking. Ik zondig tegen de regel (merk ik nu pas) door een bal te droppen. We tellen maar even door.

Slag zes, weer uit de rough, is een totale mishit met mijn ijzer zeven. Slag zeven, twintig meter verderop, ligt tenminste op de fairway. Nu kan ik met mijn achtste slag naar de green. Het ding vliegt niet, want er lukt op deze hole helemaal niets meer, maar stuitert toch op één of andere manier over het water om in de dijk achter de green tot stilstand te komen.

Een chipje naar de green, twee putts, en de prachtige score van elf kan op de kaart. Zeven boven par. Het is een triest record: nog nooit eerder heb ik op Ockenburg een hole zo slecht gespeeld.

Maar wat nu? We liepen een qualifying card. Ik heb gezondigd tegen de regels. Is de kaart ongeldig?

Het maakt geen moer uit. Het was bagger.

zondag, augustus 10, 2008

L'Albero degli zoccoli (2)


Een week geleden schreef ik over Ermanno Olmi's film De Klompenboom. Het is Olmi's meesterwerk en hij won er in Cannes de gouden palm mee, zeer tegen de zin van de toen nog communistisch angehauchte Italiaanse filmpers. Olmi beschreef het wegsturen van een boerengezin van een grote pachtboerderij in het Lombardische land van de vroeg twintigste eeuw als een verdrijving uit het paradijs. Schande!

Het twee jaar eerder voltooide epos van Bertolucci, over soortgelijke boeren, was wel politiek correct. Bij Bertolucci zijn de boeren dan ook instrument in de strijd om de vooruitgang en derhalve van bordkarton. Zo levend als de boeren bij Olmi, zo dood die van Novecento.

Olmi's film komt niet voort uit overtuiging, maar uit liefde. Het is een oneindig veel groter werk, een toonbeeld van puur humanisme. Zie de grootvader die zijn kleindochter het geheim van zijn tomaten onthult, in de vroege ochtend. En zie hoe Olmi soms niet goed oplette:


Daar, bij het zwarte pijltje, daar rijdt een auto.

zaterdag, augustus 09, 2008

Lam Gods


Het grote Gentse altaarstuk van de gebroeders Van Eyck is één van de onbetwiste meesterwerken uit de schilderkunst. We zijn er ruim een half uur en gebruiken voor het eerst in ons toch al gevorderde bestaan een audiogids. Dat is de moeite waard.

De gids vertelt over de figuur die midden boven de voorstelling van het lam het geheel presideert. Is het God de Vader? Is het de gekroonde Christus? Zijn ze het allebei in één figuur? Voor het gemak voorbijziend aan het "zittende ter rechterhand"?

Er zijn iconografische aanwijzingen voor alle theorieën. Het sterkste argument voor de Christus-lezing, naast het feit dat Johannes de doper naar hem wijst, is de aanwezigheid van pelikanen in het baldakijn achter de centrale figuur. Die beesten staan voor het ultieme offer, omdat ze naar verluidt hun jonkies voeden met hun door zelfmutilatie verworven bloed. Een soort eucharistie.


Die veren aan de poten, de verkeerde snavel, ik weet het niet hoor. Het lijkt me eerder een soort vogel Phoenix. Maar, toegegeven, er staan jonkies op en de vogel lijkt zichzelf in de borst te pikken.

Het lijkt mij het leukst dat Van Eyck Vader en Zoon combineert omdat ze eigenlijk dezelfde zijn. Hij zou zich daarmee schuldig maken aan de mooiste ketterij die er is, die van het 'patripassianisme' dat vooral in de tweede eeuw populair was en tot en met de grote Karl Barth steeds weer voorzichtig de kop opsteekt.

Het was God zelf die aan het kruis hing en ter helle voer. Was de hemel leeg? Niet voor lang. Kijk, daat zit Hij, een tiara op het antropomorfe hoofd. Vader, Zoon en Heilige Geest. Als je het helemaal niet meer weet kan je altijd nog de triniteit verzinnen.

vrijdag, augustus 08, 2008

S.M.A.K.


Het Stedeljk Museum voor Actuele Kunst in Gent houdt woord: niets van wat tentoongesteld wordt is ouder dan een jaar of zes, zeven. En het is prachtig.

De zomerexpositie in het S.M.A.K. gaat vooral over geluid. Centraal in het museum staan achtendertig luidsprekers van groot formaat in een schijnbaar willekeurige opstelling. In combinatie produceren ze een landschap van geluid; achtendertig mannenstemmen prevelen half-zingend teksten in een taal die nog het meest op Spaans lijkt. Het is niet hard, het is niet zacht, het is betoverend. Ik vraag een suppoost of het vol te houden is, een werkdag met dit even rustige als aanwezige geluid. Ze lacht en zegt dat ze het niet meer hoort:

Anders zou ik in trance raken

Naast dit prachtige 'soundscape' van de in Syrië geboren Mekhitar Garabedian is er een verbluffend mooi, want sterk conceptueel, werk van Jonathan Horowitz. Het bestaat uit een opstelling van apparaten in een metalen opbergrek. Een cd-speler draait de cd waarop Horowitz één voor één alle noten van Bach's 'Zweistimmige Invention' (welke is niet duidelijk) speelt. Het tempo ligt een factor tien te laag, maar het zijn wel alle noten. Dat is belangrijk. Het werk is compleet.

Nog belangrijker is de serie van zeventien videocassettes, waarvan er elke dag een andere wordt vertoond. Elke video toont bijna twee uur lang een statische close-up van een gezicht. Het gezicht is elke dag anders. De gezichten horen bij de deelnemers aan een pianoconcours waar de kunstenaar als kind aan mee mocht doen.

De box met banden is het eigenlijke kunstwerk. Twee uur lang keer zeventien gezichten. Het is de volstrekt absurde uitvoering van de even waanzinnige en oh zo begrijpelijke neiging tot semiotische overdrijving.

Alles in beeld gebracht. De wetenschap, de registratie van het heelal in alle momenten van ooit tot eeuwig.

Helemaal niets


De vader van de overbuurvrouw repareert de voordeur van ons oude huis, van zesentwintig. Het is een werkdag, dat blijkt. Willemijn verft de achterpui van ons al niet meer zo nieuwe huis, van vijftien. Ik ruk coniferen uit de tuin, en haal melk voor bij de lunch. De overbuurvrouwvader, hij heet Loek, nodig ik en passant uit voor een kop koffie. Zijn kroost is uithuizig. Man alleen aan het werk.

Het koffiebezoek loopt later op de middag uit in spontaan aangeboden stucwerk aan onze keukenwand. Loek is een autodidact op stucgebied en een pietje precies. Terwijl hij zijn spaan bekwaam over ons wandje leidt vertelt hij dat hij al eens dood is geweest.

Een jaar of tien geleden was hij opeens totaal bewusteloos. Dat haastig toegesneld ambulancepersoneel zijn leven weer op gang bracht, dat de doktoren in het ziekenhuis zeiden dat het eigenlijk afgelopen was, hij was er niet bij.

Met een grijns vertelt hij dat het heerlijke aan dood zijn was dat er geen tunnels waren, met licht en zo. Er was vooral helemaal niets. Dat maakt de zaak een stuk simpeler. Voor doodgaan hoef je niet bang te zijn. Dat gaat echt helemaal nergens over.

donderdag, augustus 07, 2008

Nagekomen bericht


Met dank aan Soedish:

Ik kreeg zojuist de foto's van de afsluitende wedstrijd van het seizoen, half juli aan het strand tussen Scheveningen en Kijkduin. Een smadelijk verloren wedstrijd.

Het is nog geen olympische discipline, de zandloop strandtent-vloedlijn-strandtent, maar er wordt niet minder verbeten om gevochten. Dat Lenne niet echt een kans maakte, dat was te verwachten. Het ging tussen de mannen.

En het goud ging naar de beul van de Vogelwijk, de multigetalenteerde Julius:


Naar Rome


Het moet mogelijk zijn om een tocht naar de stad der steden te ondernemen die bij elke stop een juweeltje aandoet.

De eerste dag: Rijd weg uit Den Haag, laat Dordrecht links liggen en leg aan in Gent.

Inderdaad, een juweeltje. Drie torens staan op steenworp afstand en zijn zo verschillend mooi dat ze niet hoeven te wedijveren.

Alsof ze niet zonder elkaar kunnen.

Beneden ligt het plaveisel van kinderkoppen waar de trams door tinkelen. De straat helt en draait een beetje. Het licht glanst er rustig overheen. Het is nu zomer. Hoe mooi moet het hier in de winter zijn, wanneer het licht zwart-witter wordt.

En al die andere dagen? Waar naar toe, waar langs?

Schwäbisch Hall?

maandag, augustus 04, 2008

Abortiefjes


De Deventer boekenmarkt was een beetje een droom: vaak voorgenomen, nooit gedaan. Gisteren waren we er precies op tijd, in 2008. In eerdere jaren zou het een nachtmerrie zijn geweest; rondlopen tussen een miljoen boeken en weten dat je er maar een paar duizend kunt zien, zodat nog geen procent van alles wat je persé moet hebben en nu binnen een halve kilometer te vinden is onvindbaar blijft. Verschrikkelijk.

Ik hoef niet meer zo nodig iets te vinden.

In het boekje dat we cadeau kregen van de firma Kluwer, over de mooiste middeleeuwse boeken in Deventer bezit, staat een andere aardige vorm van boekengekkigheid. Tegen het eind van de middeleeuwen ontdekten uitgevers dat het mooiste perkament verkregen kan worden uit de huid van embryo's. Die huid is ultradun en toch stevig, en er groeit geen haar op. Naar verluidt was er een complete industrie, waarbij koeien en paarden werden gehouden om ze om de zoveel tijd operatief van een embryo te ontdoen.

Er is een woord voor boeken die op dat soort perkament zijn uitgegeven: abortiefjes.

In Italië, of all places, werd besloten dat deze vorm van gekkigheid te ver ging. Is dat niet het land waar nog steeds zangvogeltjes worden gegeten?

zondag, augustus 03, 2008

L'Albero degli zoccoli


Film is een realisme. Het tovert ons een wereld voor ogen die niet bestaat en zo echt is als maar kan. Film is op zijn mooist wanneer we in die wereld die er helemaal niet is dingen mogen ontdekken die er helemaal niet toe doen.

Een soort van dubbel niks.

In Ermanno Olmi's L'Albero degli zoccoli, oftewel De Klompenboom helpt het jongetje dat te slim is voor zijn soort, dat naar school moet van de pastoor, dat zijn klomp zal breken waarop vader hout moet stelen van de klompenboom, waardoor de familie uit het harde paradijs verdreven wordt, helpt dat jongetje om wie alles draait zijn vader met het vullen van een jutezak vol mais.

Kijk eens naar de foto. Het jongetje houdt de zak niet hoog en open genoeg vast. Vader vertelt hem hoe het moet. Het jongetje kijkt schuin omhoog.

Doe ik het zo goed?

Film op zijn best gaat helemaal nergens over.

zaterdag, augustus 02, 2008

Rothko


Peter Delpeut schrijft in de NRC over de vaste tentoonstelling van Rothko in het Tate Modern in Londen. Hij heeft fundamentele kritiek op de manier van exposeren. Ik wil niet gewichtig doen, maar ik ben het met Delpeut eens. Hij brengt treffend onder woorden waarom ik destijds, zonder te weten waarom, enigszins teleurgesteld was over de Rothko zaal. Dat het niet aan Rothko ligt, dat is buiten kijf.

Vlak naast de zaal hangt nog een werk van de meester. Het maakt meer indruk dan de schilderijen in de zaal, waarschijnlijk omdat het veel meer licht krijgt. In de zaal is het bijna donker en heerst een stemmige sfeer. Delpeut vindt dat de zaal met de Rothko's in het Tate is "opgepimpt tot een sacrale ruimte." De doeken verliezen er hun individualiteit en hun agressie.

Dat is inderdaad een probleem. Sowieso wordt kunst over het algemeen met teveel devotie omgeven. Zoals bekend is een grote verering voor grote kunst een prima substituut voor de nostalgische zucht naar ouderwetse religiositeit. Onder intelluelen dan natuurlijk.

Het is nogal dubbel. Ik ben één van die intelluelen. Ik moet wel precies het juiste mooi en lelijk vinden en daar dan uiterst gewichtig over doen. Ik ben serieus van mening dat één schilderij van Mark Rothko het bestaan van dit lege universum een stukje waardevoller maakt. Dat een schilderij van Rothko derhalve meer waard is dan mijn leven.

Ja hallo, doe normaal.

vrijdag, augustus 01, 2008

Slope rating


36 - (het hoogste aantal Stablefordpunten - 36) x (113: Slope Rating)

Het is het soort formule waar je als modale wiskundeleraar niet van schrikt. Keurig lineair, niet compleet en nodeloos ingewikkeld opgeschreven. Ik bedoel: Handicap = (72 - het hoogste aantal Stablefordpunten) x (113:Slope Rating) scheelt één bewerking, is wel compleet en geeft hetzelfde resultaat.

Whatever. De ellende zit in de staart: 113:Slope Rating

Blijkbaar is er een soort gemiddelde moeilijkheidsgraad van golfbanen die overeenkomt met het getal 113. Vraag me niet waarom.

Vandaag haalde ik het schijnbaar royale aantal stablefordpunten van 39. Op Ockenburg. Vreugde was mijn deel, grote vreugde. Ik versloeg vriend Beute in Strokeplay, Matchplay en in Stableford. En ik haalde een handicap lager dan 36, met mijn eerste qualifyingcard ever!

Ja, jammer dan. Ockenburg schijnt zo makkelijk te zijn dat het feest niet doorgaat. Mijn handicap is nu 37. Ik rekende op minder dan 36. De golfbaan van Ockenburg heeft een Slope Rating van 98. Er is, kijkend naar de formule hierboven, niet al te veel wiskudig talent voor nodig om te zien hoe desastreus dat is.

Toegegeven, Ockenburg heeft maar vier par viers en verder alleen par drie's, maar de fairways zijn extreem smal en er is verradellijk water. Wat een belachelijk lage Slope Rating! We moeten naar een baan met een hoge SR, of we moeten op Ockenburg een stuk beter gaan spelen. Het laatste is echt wel denkbaar.

De afslagen waren vandaag bijna onveranderlijk prima, het kleine werk kan beter. De paar bunkerslagen waren buitengewoon kostbaar en driewerf kut.

Oeps. Lelijk woord. Sorry.

Ferragamos


De Salvatore Ferragamo Pregiato Moccasin, daar gaat het om. Die krengen kosten vijfhonderdtwintig dollar, maar dan heb je ook wat. Sommige mensen kunnen ze betalen. Senatoren bijvoorbeeld.

Als je in dezelfde week bij drie gelegenheden dezelfde schoenen draagt, dan heb je volgens mij redelijk vaak dezelfde schoenen aan. En dan kunnen het maar beter goede schoenen zijn. Om dan van elitair gedrag te worden beschuldigd is een beetje zuur. Hij heeft hele dure schoenen aan! De hele tijd dezelfde! Wat ontzettend naar en elitair! Hè bah!

Uitroepteken!

Goedkoop is duurkoop zegt het oh zo zuinige Hollandse spreekwoord.

John McCain, the man we hate to love, de sukkel, de bejaarde in een golfkar, de lieverd, draagt dure schoenen. En daar gaat het dan over, in de Amerikaanse verkiezingsjournalistiek. Op CNN, minuten lang, op de blogs, in de kranten. McCain draagt dure schoenen. John McCain is elitair!

Joh!

Elk volk krijgt het journaille dat het verdient.