Encyclopedie
In de jaren zeventig schaften mijn ouders een encyclopedie aan. Dat duurde een jaar of wat, want het ding werd stukje bij beetje bij de grootgrutter gekocht, elke veertien dagen een katern. De encyclopedie groeide zo langzaam dat ik hem kon bijhouden. Van aardvark tot zwezerik, ik las en keek plaatjes. Nog steeds weet ik dingen die ik niet wil weten. Het omgekeerde bleek ook te gelden: wanneer we iets wilden weten liet het ding ons in de steek. We hebben ons vaak verbaasd over het vermogen van de encyclopedie om zo vol te staan met niets.
Een mooi ideaal is het wel, de grootst mogelijke verzameling van het totaal nutteloze. Maar de mooiste encyclopedie is naar mijn weten niet eerder verzonnen: de volstrekt persoonlijke encyclopedie. In dit naslagwerk staat een leven omschreven in lemma's die er voor de betrokkene toe doen. Het is geen biografie, maar een beschrijving van liefde, fascinatie en nostalgie. Om het een echt lexicon te laten zijn mag het niet zwelgen in het al te persoonlijke. Je moeder staat er dus niet in. Alle lemma's moeten ook in een 'normale' encyclopedie te vinden zijn.
Zal ik het beperken tot de eerste tien? Emmen, Encyclopedia Britannica, Bresson, getalheorie, bogey, Rinus Israel, Tarkovsky, Kopland, Allan Pettersson, kartografie.