Het is begonnen. Barack Obama heeft een commissie in het leven geroepen die moet onderzoeken of een kandidatuur voor het presidentschap van de VS zinvol is. De verkiezingen zijn in november 2008, de eerste primaries in het voorjaar van datzelfde jaar. Dat lijkt nog lang, maar het is begonnen. Mooi!
Om de vier jaar leef ik tien maanden lang mee met het wel en wee van de mensen die proberen het hoogste ambt dat er is te bemachtigen. Ik heb altijd een favoriet, die ik gepassioneerd ondersteun zonder er iets aan te doen. Ik ben bijna altijd voor de democraat, al moet ik bekennen dat ik een jaar of wat geleden een waarderend mailtje heb gestuurd aan John McCain. John en zijn staf hadden het druk, want ik kreeg geen antwoord.
Komend jaar ligt het veld wijd open, want voor het eerst in lange tijd hebben we geen zittende president of vice-president die zich kan kandideren. Aan Republikeinse kant gaat het hoogst waarschijnlijk om Rudy Giuliani, de vorige burgemeester van New York, genoemde John McCain, de eigenzinnige senator, en Mitt Romney, de gouverneur van Massachusetts. Aan Democratische kant hebben we dan Hilary Clinton, die er al acht jaar in het Witte Huis op heeft zitten, John Edwards, de vice-presidents-kandidaat in 2004, John Kerry, nipt verliezer in 2004, Barack Obama, en misschien zelfs Al Gore, winnend maar verliezend kandidaat in 2000.
De strijd bij de democraten zou kunnen eindigen in een dead-heat tussen twee novums: een vrouwelijke kandidaat en een zwarte kandidaat. Ooit was er een vrouwelijke kandidaat voor het vice presidentschap in de persoon van Geraldine Ferraro, maar haar running mate Walter Mondale had tegen Ronald Reagan in 1984 geen schijn van kans. Hilary Clinton's kansen liggen een stuk beter, al is ze wel heel erg de kandidaat "you love to hate". Persoonlijk vertrouw ik haar voor geen cent. Nog nooit een authentiek moment gezien. Nee, dan Obama. Hij mocht op de democratische conventie van 2004 de 'keynote adress' houden (de belangrijkste speech van de avond), en dat deed hij zo verbluffend goed dat het hem meteen op de kaart zette als democratische belofte nummer één. Er is meer; Obama liet de kans om een lucratieve juridische carriere te starten lopen voor een baantje als sociaal advocaat in Chicago. Vandaar klom hij op naar de senaat van de staat Illinois, en vervolgens naar de landelijke senaat. Zijn staat van dienst in de senaat is niet erg opvallend, mede omdat hij eigenlijk geen echte partijman is. Obama zou wel een ideale bruggenbouwer kunnen zijn, een rol die geen van de anderen, misschien met uitzondering van John McCain, op het lijf geschreven is.
Mijn nu al overduidelijke voorkeur voor Barack Obama is vooral gebaseerd op die ene speech, die ik midden in de nacht live meemaakte (nou ja, op tv helaas). Ook daar, in een verschrikkelijk gepolariseerde verkiezingsstrijd, was hij al de stem van redelijkheid en matiging:
"If there's a child on the south side of Chicago who can't read, that matters to me, even if it's not my child. If there's a senior citizen somewhere who can't pay for their prescription and having to choose between medicine and the rent, that makes my life poorer, even if it's not my grandparent. If there's an Arab-American family being rounded up without benefit of an attorney or due process, that threatens my civil liberties. It is that fundamental belief -- it is that fundamental belief -- I am my brother's keeper, I am my sisters' keeper -- that makes this country work. It's what allows us to pursue our individual dreams, yet still come together as a single American family: "E pluribus unum," out of many, one. Now even as we speak, there are those who are preparing to divide us, the spin masters and negative ad peddlers who embrace the politics of anything goes. Well, I say to them tonight, there's not a liberal America and a conservative America; there's the United States of America. There's not a black America and white America and Latino America and Asian America; there's the United States of America. The pundits, the pundits like to slice and dice our country into red states and blue States: red states for Republicans, blue States for Democrats. But I've got news for them, too. We worship an awesome God in the blue states, and we don't like federal agents poking around our libraries in the red states. We coach little league in the blue states and, yes, we've got some gay friends in the red states. There are patriots who opposed the war in Iraq, and there are patriots who supported the war in Iraq. We are one people, all of us pledging allegiance to the stars and stripes, all of us defending the United States of America."
In zijn speech doet Obama twee dingen die moeilijk verenigbaar lijken. Hij verkondigt traditioneel progressieve waarden en pleit tegelijkertijd met grote kracht voor relativering van het links - rechts onderscheid. Als er één land is dat zoiets nodig heeft zijn het de Verenigde Staten van Amerika. Natuurlijk, de speech was vooral ook strategisch, en was vooral bedoeld om John Kerry op de kaart te zetten als meer gematigd dan in de publieke opinie werd aangenomen. Maar toch; hier sprak iemand die meent wat hij zegt, iemand die weet waar hij het over heeft uit eigen ervaring:
"In the end, that's what this election is about. Do we participate in a politics of cynicism, or do we participate in a politics of hope? ...... I'm not talking about blind optimism here, the almost willful ignorance that thinks unemployment will go away if we just don't think about it, or health care crisis will solve itself if we just ignore it. That's not what I'm talking. I'm talking about something more substantial. It's the hope of slaves sitting around a fire singing freedom songs; the hope of immigrants setting out for distant shores; the hope of a young naval lieutenant bravely patrolling the Mekong Delta (verwijzing naar John Kerry (FB)); the hope of a millworker's son who dares to defy the odds (verwijzing naar John Edwards (FB)); the hope of a skinny kid with a funny name who believes that America has a place for him, too.
De laatste verwijzing, die naar zichzelf, is zowel grappig als ontroerend. En dus 'endearing'.
De geschiedenis geeft Barack Obama weinig kans. Hij is een zwarte senator. Zwart is een nadeel bij het stemmend deel van de natie, en senator betekent dat je hoort bij het breed verfoeide Washington-establishment. De laatste senator die tot het hoogste ambt werd geroepen was John F. Kennedy in 1960. Sindsdien waren het vice-presidenten en vooral gouverneurs die verkozen werden.
Wordt vervolgd. En ondertussen, tegen beter weten in: Go Barack go!!