In de keuken staan twee grote bouwemmers met een vreemd soort vaal-gele pulp. Welriekende gistende pulp van vlierbloesembloempjes. Willemijn maakt wijn. Willewijn werd ze vroeger al genoemd.
We hebben stiekem vlierbloesemschermen geplukt, langs de Mient. De meeste schermen zijn al uitgevallen, dus als je het nu niet doet kan het niet meer. We wisten dat we iets deden wat op zijn minst een beetje stout is.
Op een balkonnetje aan de overkant staat opeens een mevrouw te roepen. Wat we aan het doen zijn. Ik loop de straat over om te kunnen praten en leg uit dat we wijn gaan maken en dat de schermen aan het uitvallen zijn. De mevrouw protesteert heftig. We stelen haar uitzicht. Ik herhaal dat we expres laat plukken, en dat het toch met een dag of twee bekeken is. Ik snap eigenlijk best wat de mevrouw bedoelt, maar ik ben een argument begonnen.
Achter het balkonmuurtje verrijst opeens een meneer. Hij spreekt me toe alsof ik een leerling ben. Hij vertelt dat hij behalve hulp-officier van justitie ook inspecteur van politie is, en dat hij als we niet snel verdwijnen de politie Haaglanden zal bellen en dat we dan gearresteerd worden wegens diefstal. De meneer verdwijnt onmiddellijk met kop en kont in mijn verkeerde keelgat. Ik zeg tegen hem dat hij meteen begint met dreigen en dat ik dat nogal grof vind. Hij zegt dat ik mijn mond moet houden. Ik vertel hem dat ik die opmerking niet accepteer, dat hij me moet laten uitpraten en dat ik zelf wel bepaal wanneer ik wel of niet mijn mond houd. Ik herhaal dat hij grof is.
Vreemd genoeg antwoordt de meneer niet dat ik degene ben die grof is, en asociaal. Hij herhaalt zijn dreigement. Ik vertel hem dat ik veel zin heb om zijn bluf te onderzoeken en informeer naar de gevolgen. Hij vertelt dat ik een boete krijg van een eurootje of honderd, tweehonderd. Hij zuigt het ter plekke uit zijn duim, maar er is een kans dat hij de waarheid spreekt.
Ik vergeet te zeggen dat het bij zo'n lage straf onmogelijk diefstal kan zijn.
Ik vergeet ook te zeggen dat ik het een vreemde combinatie vind, officier en politieagent. Is dat wel goed geregeld?
Ik vergeet ook om op zuigerige toon te vragen of dat nou zwaar is, zo'n studie.
Wat ik zeg is dat het me nog geen vijftig euro waard is en dat ik het nog steeds grof vind. De meneer zakt terug achter het balkonmuurtje om zijn maaltijd voort te zetten. Voordat we weglopen zeg ik: "Prettige avond verder." Het vreemde is dat ik dat op één of andere manier nog meen ook. De man had op zijn minst een beetje gelijk.
En ik ben nog minstens een uur lang boos.
Ruzie, ik vind het maar ingewikkeld.